Gemeente Utrecht

2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
69 Vragen van de heer drs. N.J. Verschuure,
mevrouw drs. M.W. Haage en de heer drs. M.H. Dijk
(ingekomen 27 mei 2010)

Gevolg 'geen herverdeling politieagenten' voor Utrechtse politie

Vorige week heeft Minister Hirsch Balin van Justitie en Binnenlandse Zaken bekend gemaakt dat de regering, gezien haar demissionaire status, geen beslissing meer neemt over de herverdeling van politieagenten. Korpsen die er rekening mee hielden te kunnen groeien omdat zij aangemerkt zijn als 'groeikorps' kunnen rekenen op een eenmalige financiële compensatie. Hiervoor is in totaal E33 miljoen beschikbaar. In het eerdere advies uit januari, van het ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt Utrecht wederom genoemd als groeikorps. Het Utrechtse Korps zou gezien haar extra werk en groei van het inwoneraantal als centrumkorps mogen groeien. Utrecht wordt ook wel een dubbel plus regio genoemd.

In eerdere beantwoording op schriftelijke vragen over preventief toezicht (2010/41), gesteld door de PvdA, kwam in de beantwoording naar voren dat een van de oorzaken dat preventief toezicht ingesteld is omdat het aantal fte te snel gegroeid is. Aanvankelijk werd gerekend op een Utrechts aandeel van 3.324 fte, na het verlaten van de landelijke doelstelling te groeien tot een totaal van 52.200, is het niveau 3.171 fte. Hierdoor is vooruitlopend op de verwachte toegekende capaciteit het aantal politiefunctionarissen (in opleiding) harder gegroeid dan gezien de huidige toegekende capaciteit mogelijk is.

Met betrekking tot bovenstaande hebben de fracties van de PvdA, VVD en D66 de volgende vragen:

1. Welke gevolgen heeft het (voorlopig) niet herverdelen van politiecapaciteit voor het Utrechtse korps?
2. Hoe groot is het aandeel van de eenmalige 33 miljoen euro voor het Utrechtse Politiekorps?
3. Is dit bedrag voldoende om de nadelige gevolgen voor het Utrechtse korps op te kunnen vangen? En gezien het eenmalige karakter, wat voor doorwerking heeft dit voor de komende jaren?
4. Heeft dit nog verdere consequenties voor het al opgelegde preventieve toezicht?
5. Wat betekent deze ontwikkeling voor de politiecapaciteit op straat en de geformuleerde beleidsdoelstellingen?
6. Kunt u, indien u de beleidsdoelstellingen aanpast, aangeven wat u aanpast en wat daar de mogelijke consequenties van zijn?
7. Is het College bereid de Raad voor het zomerreces te informeren over de te nemen maatregelen? Zo neen, op welke termijn dan wel?

Voor meer informatie over regio Holland Rijnland kijk op www.hollandrijnland.net of meldt u aan voor de veertiendaagse nieuwsbrief 'De Holland Rijnland Berichten'.