Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Den Haag, 10 mei 2010

Cees Fasseur opent zomertentoonstelling Louis Couperus Museum Expositie: Louis Couperus en Multatuli. Twee visies op Nederlands-Indië

Op donderdag 27 mei opent historicus en oud-voorzitter van het Multatuli Genootschap Cees Fasseur de nieuwe zomertentoonstelling van het Louis Couperus Museum. De expositie 'Louis Couperus en Multatuli. Twee visies op Nederlands-Indië' is te zien van 28 mei tot en met 14 november 2010. Multatuli schreef hierover in Max Havelaar (1860) en Louis Couperus in De stille kracht (1900) en het reisverslag Oostwaarts (1923). De expositie wordt georganiseerd in het kader van de 150ste verjaardag van de roman Max Havelaar en het 100-jarig bestaan van het Multatulimuseum.

Expositie
De expositie toont schilderijen uit de collectie van het Tropenmuseum, aangevuld met nog niet eerder tentoongestelde foto's. In eerste instantie wordt de atmosfeer van het koloniale Nederlands-Indië belicht door middel van schilderijen en prenten van Buitenzorg, het paleis van de Gouverneur Generaal, de Plantentuin, maar ook de plaats Lebak, waar Multatuli zijn beroemde toespraak hield. Een recent aan het Louis Couperus Museum geschonken portret van Louis Couperus, door Peter Donkersloot, wordt op deze expositie voor het eerst tentoongesteld. Portretten van inlandse regenten zoals de Raden di Ningrat uit het geslacht dat in De stille kracht beschreven wordt, van Multatuli en Couperus en hun wederzijdse familieleden, en poppen van de inlandse bevolking completeren de tentoonstelling.

Populariteit
Weinig Nederlandse schrijvers worden zo lang na hun dood nog zo intensief gelezen, gewaardeerd en bestudeerd als Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, (1820-1887) en Louis Couperus (1863-1923). Voor zover bekend hebben de twee auteurs elkaar nooit ontmoet. Multatuli stierf in 1887, Couperus was toen 23 jaar. Maar Multatuli kende het Den Haag van Louis Couperus goed. In 1869-1870 woonde hij, net als Couperus, in Den Haag. In die tijd verbleef hij geregeld bij zijn broer Jan Dekker, die op Sophialaan 9 woonde, recht tegenover Couperus' oom G. L. Baud, op nummer 12. Jan Dekker verkocht zijn huis later aan Couperus' grootvader jonkheer Joan Reynst. Couperus kwam er als kind veel aan huis.

Achtergrond
Couperus kwam uit een conservatief geslacht met financiële belangen in Indië. Voor nieuwlichterij was weinig aandacht, de naam Multatuli was min of meer taboe. Des te interessanter is het om over Couperus' eigen visie op Indië te lezen. Daarin komen verbazingwekkend moderne, eigenzinnige ideeën over de koloniale verhoudingen aan de orde waarin hij Multatuli's opvattingen benadert of soms zelfs overtreft. Multatuli wilde het koloniale bewind niet afschaffen; Couperus voelde intuïtief aan dat het einde van het Nederlandse bewind in Indië in zicht was.

De tentoonstelling en de bijbehorende catalogus werden samengesteld door een jonge Neerlandicus, Rémon van Gemeren.