Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 88 / 28 mei 2010

Verkleining aantal gemeenten levert geen geld op

Politieke partijen en een ambtelijke werkgroep op zoek naar bezuinigingen stellen voor om het aantal gemeenten door fusies flink kleiner te maken. Zij denken dat dit veel geld bespaart. Dat is niet het geval. Dit schrijft Maarten Allers vandaag in het economenblad ESB. Allers is directeur van onderzoeksinstituut COELO, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het idee is zo simpel. Met minder gemeenten zijn minder burgemeesters nodig, minder wethouders en minder raadsleden. Zo is natuurlijk geld te besparen. Maar daar staan wel extra kosten tegenover, zoals bijvoorbeeld de extra managementlagen die nodig zijn om de activiteiten van een grote organisatie te coördineren. Of schaalvergroting per saldo iets oplevert, is op voorhand niet te zeggen.

Minder ambtenaren

Vaak wordt gedacht dat kleine gemeenten per inwoner meer ambtenaren hebben, omdat ze minder efficiënt kunnen werken dan grote gemeenten. Als dat waar is leidt schaalvergroting tot besparingen. Dat blijkt echter niet het geval, integendeel. Kleine gemeenten hebben naar verhouding juist minder ambtenaren in dienst. Bovendien zijn die ambtenaren minder vaak ziek.

Uitgaven

Dat kleine gemeenten minder ambtenaren hebben, zegt niet alles. Ze besteden wellicht meer zaken uit, aan andere gemeenten of aan bedrijven. Echter: ook de totale uitgaven per inwoner zijn bij kleine gemeenten lager dan bij grotere gemeenten.

Hogere kosten?

Grote gemeenten hebben vaker dan kleine gemeenten te maken met problemen die hoge kosten veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan achterstandswijken. Dit kan verklaren waarom zij per inwoner gemiddeld meer uitgeven dan kleine gemeenten.

Gevolgen recente herindelingen

Daarom is ook onderzocht wat er met de uitgaven is gebeurd van de gemeenten die het afgelopen decennium zijn gefuseerd. Als die uitgaven dalen, leidt herindeling kennelijk tot besparingen. Maar dat blijkt niet zo te zijn. De uitgaven nemen na een fusie eerder toe dan af. Op de korte termijn hangt dat samen met tijdelijke aanpassingskosten door herindeling, maar ook na zes of zeven jaar is nog geen besparing te zien. Een langere periode kan met de nu beschikbare gegevens niet worden bekeken.