ChristenUnie
ChristenUnie: Wegenplannen Midden Delfland eenzijdig
ChristenUnie: Wegenplannen Midden Delfland eenzijdig
donderdag 27 mei 2010 11:09 ChristenUnie Kamerlid Ernst Cramer is
geschrokken van de gang van zaken rond de studies naar een nieuwe
westelijke oeververbinding bij Rotterdam.
Minister Eurlings doet momenteel onderzoek naar twee alternatieven:
aanleg van de Oranjetunnel (bij Hoek van Holland) of de
Blankenburgtunnel (bij Maassluis). "De minister lijkt veel haast te
hebben. De betrokken gemeenten krijgen informatie steeds op het laatste
moment en belanghebbenden worden onvoldoende betrokken. Ook lijkt het
er sterk op dat de Blankenburgtunnel en de Oranjetunnel niet eerlijk
met elkaar worden vergeleken zowel financieel als verkeerskundig en qua
gevolgen voor het landschap voor de lange termijn". Het Kamerlid heeft
daarom schriftelijke vragen gesteld aan minister Eurlings.
Dinsdag bracht Ernst Cramer samen met enkele lokale ChristenUnie
politici een werkbezoek aan de regio. Als locatie was toepasselijk
gekozen voor een boerderij die op het Blankenburg tracé staat. Hij liet
hij zich hier informeren door vertegenwoordigers van gemeenten, Midden
Delfland Vereniging en de stichting A4 met Vaart. Cramer: "De gemeenten
in de regio hebben een brandbrief gestuurd naar Eurlings. Zij krijgen
stelselmatig informatie op het laatste moment. Er is meer
zorgvuldigheid nodig bij dit miljardenproject."
Volgens Cramer zouden de beide tunnelvarianten eerlijker vergeleken
moeten worden. "Onduidelijk is of aanvullende maatregelen op andere
wegen strikt noodzakelijk zijn. Het kan nogal schelen of je de kosten
van deze maatregelen meetelt. Ook maakt het veel uit of nieuwe
investeringen in de wegeninfrastructuur op lange termijn noodzakelijk
zijn of niet. Het lijkt erop dat het Blankenburgtracé op deze manier
goedkoper wordt voorgesteld en het Oranjetunneltracé juist duurder."
Tijdens het werkbezoek hoorde het Kamerlid dat deze maand
belanghebbenden niet zijn uitgenodigd voor een stakeholder bijeenkomst
die juist voor hen bedoeld was. "Er was nog geen handvol
belanghebbenden bij deze bijeenkomst. Zelfs de Midden-Delfland
vereniging was niet uitgenodigd. Dat kan gewoon niet! De minister heeft
toegezegd dat in planprocessen belanghebbenden in een vroegtijdig
stadium bij plannen betrokken zullen worden. Het lijkt er hier op dat
zij alleen maar achteraf het resultaat krijgen te zien. Hoezo
participatie?"
Vragen van het lid Cramer (ChristenUnie) aan de minister van Verkeer en
Waterstaat over stand van zaken studie Rotterdam Vooruit en Nieuwe
Westelijke Oeververbinding.
1. Kent u de brief van de burgemeesters van de gemeenten Schiedam,
Midden-Delfland, Vlaardingen en Maassluis over het Masterplan
Rotterdam Vooruit?
2. Deelt u de mening dat de Oranjetunnel en Blankenburgtunnel in het
masterplan worden vergeleken op basis van 5 onvergelijkbare
maatregelpakketten en dat daardoor in de vergelijking van de
investeringskosten een rooskleuriger beeld ontstaat van de
Blankenburgtunnel ten opzichte van de Oranjetunnel? Zo nee, waarom
niet?
3. Deelt u de mening dat in het masterplan de gevolgen en risico's
voor natuur en (kwetsbare) landschappen nauwelijks verwoord zijn en
de structurerende werking van beide nieuwe verbindingen voor de
ruimtelijke en economische ontwikkeling onderbelicht is? Deelt u de
mening dat de Oranjetunnel juist op deze punten zich in positieve
zin onderscheid van de Blankenburgtunnel?
4. Deelt u de mening dat in het masterplan al wordt voorgesorteerd op
een keuze voor de Blankenburgtunnel?
5. Welke stakeholders zijn uitgenodigd voor de stakeholders
bijeenkomst van medio mei 2010 over de nieuwe westelijke
oeververbinding? Waren de aanwezigen een voldoende afspiegeling van
de belanghebbenden in de regio?
6. Klopt het dat één van de aanwezigen heeft voorgesteld de
bijeenkomst op een ander moment opnieuw te organiseren in
aanwezigheid van de relevante stakeholders? Klopt het dat dit
verzoek in verband met de haast om te komen tot besluitvorming niet
is gehonoreerd?
7. In hoeverre voldoet de verkenning Rotterdam Vooruit en specifiek de
studie naar de nieuwe westelijke oeververbinding momenteel aan de
adviezen van de commissie Elverding, namelijk een brede verkenning
resulterend in een voorkeursbesluit waarbij (1) zoveel mogelijk
maatschappelijke partijen betrokken zijn, (2) alle alternatieven op
tafel komen en (3) integraal wordt gekeken naar zowel mobiliteit
als ruimtelijke ordening?