Rijksoverheid
Nederland in top drie van kennismigranten
Nieuwsbericht | 31-05-2010
Arbeidsmarkt, loon, reputatie van het hoger onderwijs en
kennisinfrastructuur zijn belangrijke aspecten om aantrekkelijk te zijn
voor kennismigranten. Nederland scoort goed op deze punten. Alleen de
Verenigde Staten en Zwitserland zijn nog aantrekkelijker dan Nederland
voor de kennismigrant.
Dit blijkt uit het onderzoek `Wat beweegt kennismigranten' van SEO
Economisch onderzoek in elf OESO-landen, dat minister Van der Hoeven
maandag 31 mei 2010 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. `Nederland
doet het goed, maar we moeten ons vooral inzetten om aantrekkelijk te
blijven en nog aantrekkelijker te worden voor hoogopgeleide
kennismigranten. De kennisinfrastructuur is hierbij een belangrijke
factor', aldus de minister in haar brief aan de Tweede Kamer.
Ondernemende kennismigranten
Werkgelegenheid en carrière zijn de belangrijkste motieven om naar
Nederland te komen. In totaal zijn het er 26.000. Vaak worden
kennismigranten (37 procent) door hun werkgever uitgezonden. Anderen
(32 procent), zoals technici en ingenieurs bezitten kennis en
vaardigheden die wereldwijd inzetbaar en gevraagd zijn. Zij migreren
naar bestemmingen waar hun kwaliteit het best beloond wordt.
Wetenschappers kiezen vaak voor de plekken waar zij hun onderzoek het
best kunnen uitvoeren, daar waar het meeste geld en vrijheid is.
Ondernemende kennismigranten zoeken kansen, zij worden vooral
aangetrokken tot plaatsen waar kansen zijn en ze niet belemmerd worden
door wet- en regelgeving.
Kennisinfrastructuur
Voor onderzoekers is de kennisinfrastructuur het meest bepalend.
Daarnaast speelt ook de aantrekkelijke leefomgeving een belangrijke
rol. Studenten liften mee op de mogelijkheden tot internationale
uitwisseling die door overheden, universiteiten en beurzen geboden
worden. Bijna de helft van de kennismigranten komt uit Azië, elf
procent uit Noord-Amerika. Aziaten worden vaak door hun werkgever
uitgezonden, al is hun keuze voor Nederland meestal wel vrijwillig. De
kennismigranten zijn relatief jong (40 procent is jonger dan 30 jaar)
en vaak man (75 procent). Ze zijn positief in hun oordeel over
Nederland. Over hun financiële situatie zijn ze wat minder positief dan
over de aantrekkelijkheid van de leefomgeving. Vaak hebben ze ook
overwogen naar de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk te
verhuizen.
'Concurrenten'
Duitsland, Canada en Australië worden daarnaast ook genoemd als
`concurrenten' van Nederland bij de migratiebeslissing. Zo'n 40 procent
van de kennismigranten weet nog niet in welk land ze in de nabije
toekomst willen verblijven, zo'n 25 procent wil zijn
verblijfsvergunning in Nederland verlengen en 15 procent wil een
langdurige verblijfsvergunning aanvragen.