Vrije Universiteit Amsterdam

Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief

31 mei 2010
Nieuwe techniek om gif in de bodem sneller te meten

Ecotoxicogenomics van springstaarten

Vang een paar springstaarten en kijk welke van hun genen 'aan het werk zijn' om het diertje tegen bodemgif te kunnen. Benjamin Nota onderzocht wat de mogelijkheden zijn om genomics te gebruiken voor de verbetering van traditionele springstaarttesten. Hij promoveert 2 juni aan de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de VU.

Vervuiling van de bodem wordt vaak veroorzaakt door bijvoorbeeld metalen of polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) en kan ernstige gevolgen hebben voor ecosystemen. Het is daarom van belang om de giftigheid van de bodem te kunnen bepalen, dit kan door middel van traditionele testen (biotoetsen). In deze testen kunnen bodemorganismen aan vervuilde bodem worden blootgesteld, om te kunnen achterhalen wat het lange termijn effect is op reproductie of overleving. Nieuwe moleculaire technieken, zoals genomics (genenstudie), kunnen deze traditionele biotoetsen verbeteren.

Springstaarten zijn dieren die veel in de bodem voorkomen en belangrijk zijn voor het bodemecosysteem. Nota gebruikte microarrays (DNA chips) waarmee gekeken kon worden welke genen van de springstaart betrokken zijn in de reactie op blootstelling aan bijvoorbeeld metalen en PAKs. Veel genen bleken betrokken te zijn in reactie op de vervuilende stoffen. Hierdoor verkreeg Nota inzicht in de toxiciteitmechanismen van deze vervuilende stoffen in springstaarten. Een voordeel van deze nieuwe techniek is dat de giftigheid van bodem snel waar te nemen is, sneller dan bijvoorbeeld de verandering in reproductie of overleving van springstaarten. Verder lijken de stofspecifieke reactie van springstaartgenen ook gebruikt te kunnen worden voor een voorspellende test voor vervuilde bodems, maar meer onderzoek is nog wel eerst nodig.



Vrije Universiteit Amsterdam