Ingezonden persbericht


Nederlands machinepark niet volledig betrouwbaar

Onderzoek Mainnovation naar onderhoudsstand Nederlands machinepark

DORDRECHT/DIEGEM, 2 juni 2010 - De kans bestaat dat zich ernstige calamiteiten voordoen door technische tekortkomingen aan het Nederlandse machinepark. Dit blijkt uit een onderzoek van onderhoudadviesbureau Mainnovation onder meer dan 400 bedrijven uitgevoerd door TNS NIPO. Hierin spreken beheerders en onderhoudsmanagers zich uit over de kwaliteit en betrouwbaarheid van hun bedrijfsmiddelen. Zo denken de ondervraagden dat er bij omgerekend 135 grotere industriële bedrijven sprake is van een reële mogelijkheid op serieuze incidenten als gevolg van technisch falen. Maar liefst 12 procent zegt hiervoor niet volledig in te kunnen staan en maakt zich zorgen over de technische staat van hun productiemiddelen. Oorzaken hiervoor zijn het bezuinigen op kwaliteit bij de aanschaf van nieuwe machines, een sterk verouderd machinepark, het snijden van het onderhoudsbudget en onvoldoende preventief onderhoud.

In het onderzoek is de betrouwbaarheid van het Nederlandse machinepark getoetst in de volgende bedrijfstakken: Infrastructuur, Olie en Chemie, Energiesector, Discrete Productie, Voeding en Farma en Transport. Een groot deel van de personen die verantwoordelijk zijn voor een goed functioneren van productiemiddelen, machineparken en bedrijfsvloten trekken de betrouwbaarheid en veiligheid in twijfel. Zo geeft 7,6 procent aan dat er een reële kans is dat zich ernstige incidenten voordoen door technisch falen. Omgerekend gaat dit om ongeveer 135 grotere bedrijven in de kapitaalintensieve industrie.

Verontrustend beeld
De betrouwbaarheid van productiemiddelen staat volop ter discussie. Mede door bedrijfsongelukken met ernstige gevolgen, zoals de recente explosie op het boorplatform van BP, de kapotte wisselverwarmers van het NL spoor en de niet functionerende hoogtemeter van het neergestorte vliegtuig op Schiphol. Uit analyses van grote incidenten blijken technische mankementen in combinatie met menselijk falen vaak de bepalende factor. 'Hoewel de meerderheid ­ 92 procent van de ondervraagden - het machinepark als betrouwbaar beoordeelt, geeft het onderzoek toch een verontrustend signaal. Het Nederlandse machinepark wordt steeds ouder en bij veel bedrijven is er momenteel weinig ruimte om te investeren. Het zal dus steeds moeilijker worden om de huidige betrouwbaarheid vast te houden. Een flinke uitdaging voor de (overigens zeer sterke) onderhoudssector in Nederland' zegt Guy Delahay, Managing Partner van Mainnovation. 'Daarnaast blijkt dat er in boardrooms nog steeds onvoldoende aandacht is voor de strategische rol van onderhoud. Een gemiste kans die bovendien dramatische gevolgen kan hebben.'

Achterstallig onderhoud op de loer
Van de respondenten die hun machinepark als 'onbetrouwbaar' kwalificeren, zegt de helft dat bij de aanschaf van nieuwe bedrijfsmiddelen bezuinigd is op kwaliteit. Volgens 60 procent is sprake van een verlaging van de onderhoudsbudgetten en slechts 33 procent van het uitgevoerde onderhoud is van preventieve aard, tegenover 61 procent bij als 'betrouwbaar' gekwalificeerde machineparken. Tot slot geeft de helft van de respondenten die twijfelt aan de kwaliteit van het eigen machinepark aan dat er echt sprake is van achterstallig onderhoud.

Kans op incidenten het grootst in energiesector
Uit het onderzoek komt naar voren dat de bedrijfsmiddelen in sectoren die het minst zijn getroffen door de economische crisis er relatief beter voor staan. Gekeken naar het percentage dat een reële kans op incidenten door technisch falen voorziet, valt op dat dit binnen de energiesector twee keer zo groot is (14 procent). Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat hiermee ook de betrouwbaarheid van de energievoorziening in het geding kan komen. De voedingsindustrie en farmaceutische sector scoren met 5 procent juist lager dan gemiddeld, gevolgd door Olie en Chemie (6 procent) en de Discrete Productie (7 procent). Dit komt mede doordat Voeding en Farma ­ ondanks de moeilijke economische omstandigheden - dezelfde volumes blijven draaien en weinig bezuinigen op de aanschaf van nieuwe machines. Bovendien stellen internationale toezichthouders als de Food & Drug Administration strenge eisen aan onderhoud en hygiëne van bedrijfsmiddelen.

De energiesector voert met 18 procent bovendien de ranglijst aan van bedrijven waarvan de technische staat van machines en installaties te wensen overlaat. Dit geldt voor 12 procent van de Discrete Productie, gevolgd door Olie en Chemie (10 procent), Voeding en Farma (10 procent), Infra en Transport (7 procent). Deze cijfers hebben op hun beurt consequenties voor het aantal storingen waar bedrijven mee te maken hebben. 34 procent van de bedrijven in de energiesector ziet een toename van het aantal storingen, 25 procent van de bedrijven in de Infra, 14 procent van de bedrijven in zowel de Discrete Productie als de Olie en Chemie en tot slot 11 procent in de Voeding- en Farma-sector.