Gemeente Utrecht


2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
72 Vragen van de heer drs. M.H. Dijk

(ingediend op 2 juni 2010)


De VVD wil de leefbaarheidsbudgetten afschaffen. De gemeente moet continu goed luisteren naar geluiden uit de samenleving, de wijkraden en bewonerscomités om zo de juiste afweging te maken waar de beperkte gelden van de stad Utrecht aan besteed worden. Bij besteding van gelden ten gunste van de leefbaarheid in de stad, is het belangrijkste criterium dat de stad voor zoveel mogelijk mensen veiliger, schoner en heler wordt.
Wat de VVD betreft is het in ieder geval niet de bedoeling de gelden ter beschikking te stellen aan comités die zich inzetten voor een deelbelang dat zich 180 graden tegen het beleid van de gemeente richt. De huidige criteria in de 'beleidsregels leefbaarheidsbudgetten' zijn hier ook duidelijk over: Het betreft met name artikel 4.3.b en 4.3.d van deze regels.
Buiten het feit dat de VVD van mening is dat bewonersgroepen zeer belangrijk zijn voor het kritisch volgen van het democratische proces, mogen deze groepen niet afhankelijk zijn van de gemeenteruif. Dit moeten die groepen ook niet willen. Het tast de onafhankelijkheid aan en het is ongeloofwaardig als de gemeente geld steekt om haar eigen beleid te ondermijnen. Vanuit deze achtergrond heeft het de VVD ten zeerste verbaasd dat het wijkbureau binnenstad subsidie heeft verleend aan de bewonersgroep "werfherstel Utrecht'. Hierover stelt de VVD graag de volgende vragen aan de wethouder voor leefbaarheidsbudgetten.

1. Bent u bekend dat het wijkbureau binnenstad EUR 3.040,00 subsidie heeft verleend aan bewonersgroep "werfherstel Utrecht"?

2. Het wijkbureau stelt dat de subsidie gericht is op communicatie en het organiseren van de bewoners. Bent u van mening dat "werfherstel Utrecht" de bewoners objectieve informatie verstrekt? Zo nee, dienen de beleidsregels leefbaarheidsbudget dan niet zo aangepast te worden dat dit criterium wordt toegevoegd?

3. Bent u met de VVD van mening dat nu er een klankbordgroep is ingesteld, dat het college de particpatie van de bewoners heeft gegarandeerd? Zo ja, waarom dan een extra subsidie voor een dergelijke bewonersgroep?

4. Het wijkbureau heeft in haar toekenning gesteld dat, op basis van artikel 4.3.b. van de beleidsregels leefbaarheidsbudgetten, het geld niet gebruikt mag worden voor het indienen van bezwaarschiften. Hoe controleert u dat, in het geval dat er toch bezwaarschriften worden ingediend? Wat vindt u van het verstrekken van een gemeentelijke subsidie aan een bewonersgroep onder een dergelijke voorwaarde? Gelden voor deze mensen de rechten van de Algemene wet bestuursrecht niet meer, omdat ze geld van de gemeente hebben aangenomen?

5. Artikel 4.3.d stelt dat geen subsidie verleend wordt indien het initiatief betrekking heeft op onderwerpen die al behandeld werden door de raad of het college, minder dan twee jaar voor de indiening.

Het college heeft dit onderwerp toch minder dan twee jaar geleden behandeld en daarmee voldoet de subsiside toch niet aan de criteria? Zo ja, waarom dan is dan toch besloten om toekenning van subsidie?

6. Bent u het met de VVD eens dat het beter voor de democratie is dat de belangrijke kritische geluiden uit de samenleving financieel onafhankelijk zijn van de gemeenteruif? Zo ja, bent u dan bereid de beleidsregels op zo kort mogelijke termijn aan te passen om dergelijke subsidies te voorkomen? Zo nee, bij welk wijkbureau maakt VVD Utrecht de meeste kans op goedkeuring van een aanvraag bij het leefbaarheidsbudget voor organisatiekosten van het comité voor het afschaffen van het leefbaarheidsbudget?


---- --