Europees Hof v Justitie


Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 50/10 Luxemburg, 3 juni 2010 Arresten in de zaken C-203/08 en C-258/08 Sporting Exchange / Minister van Justitie, en Ladbrokes Betting & Gaming, Ladbrokes International / Pers en Voorlichting Stichting de Nationale Sporttotalisator

Een lidstaat mag de exploitatie van kansspelen via internet verbieden Dit verbod kan, gelet op de bijzonderheden die met het aanbod van kansspelen via internet verbonden zijn, gerechtvaardigd worden geacht door de doelstelling om fraude en criminaliteit te bestrijden De Nederlandse regeling inzake kansspelen berust op een gesloten vergunningstelsel, waaronder het verboden is om kansspelen te organiseren of te bevorderen tenzij daartoe een vergunning is afgegeven, en waaronder de nationale autoriteiten slechts één vergunning afgeven per toegestaan kansspel. Voorts is het in Nederland niet toegestaan, interactief kansspelen via internet aan te bieden.
De Lotto is een privaatrechtelijke stichting zonder winstoogmerk en houdster van de vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen, de lotto en het cijferspel. Zij heeft volgens haar statuten tot doel de verwerving van gelden door het organiseren van kansspelen en de verdeling van de aldus verworven gelden over instellingen die ten algemenen nutte werkzaam zijn, in het bijzonder op het gebied van sport, lichamelijke vorming, maatschappelijk welzijn, volksgezondheid en cultuur.
De Hoge Raad der Nederlanden en de Raad van State vragen het Hof van Justitie of de Nederlandse wettelijke bepalingen inzake het kansspelbeleid in overeenstemming zijn met het recht van de Europese Unie.
Zaak C-258/08 Ladbrokes
De vennootschappen Ladbrokes organiseren sportprijsvragen en staan bekend om hun activiteiten op het gebied van bookmaking. Op hun website bieden zij een aantal, hoofdzakelijk sportgerelateerde kansspelen aan. De vennootschappen oefenen materieel geen activiteiten uit op Nederlands grondgebied.
De Lotto verweet deze vennootschappen, aan Nederlandse ingezetenen via internet kansspelen aan te bieden zonder daarvoor een vergunning te bezitten, en dagvaardde hen voor de nationale rechter.
Volgens het Hof staat het vast dat een regeling zoals die hier aan de orde is, een beperking van het vrij verrichten van diensten vormt.
Een dergelijke beperking kan echter zijn gerechtvaardigd, met name door de doelstelling de consument te beschermen, fraude te bestrijden, te voorkomen dat burgers tot geldverkwisting door gokken worden aangespoord, en maatschappelijke problemen te vermijden. Het staat dienaangaande aan de nationale rechter om na te gaan of de regelingen van de lidstaten daadwerkelijk beantwoorden aan die doelstellingen en of de daaruit voortvloeiende beperkingen niet onevenredig zijn aan deze doelstellingen.
In dit verband betwijfelt Hoge Raad of de nationale regeling een samenhangend en stelselmatig beleid waarborgt, aangezien deze met name De Lotto toestaat nieuwe kansspelen te introduceren en gebruik te maken van reclame om haar aanbod op de markt aantrekkelijk te maken. www.curia.europa.eu




Het Hof overweegt dat een gecontroleerd expansiebeleid in de kansspelsector zeer wel in logisch verband kan staan met de doelstelling om spelers van clandestiene spelen en weddenschappen, die als zodanig verboden zijn, aan te trekken tot toegestane en gereglementeerde activiteiten. Het staat aan de verwijzende rechter om te beoordelen of de nationale regeling past binnen het kader van een gecontroleerd expansiebeleid in de kansspelsector, dat er daadwerkelijk op is gericht de speellust in het legale circuit te leiden. Indien mocht blijken dat Nederland een beleid van sterke expansie van de kansspelen voert door de consument op buitensporige wijze te stimuleren en aan te moedigen om hieraan deel te nemen met als hoofddoel gelden in te zamelen, moet worden geconcludeerd dat een dergelijk beleid de activiteiten met betrekking tot kansspelen niet op samenhangende en stelselmatige wijze beperkt. In het kader van deze beoordeling moet met name worden nagegaan of de illegale activiteiten met betrekking tot weddenschappen in Nederland een probleem kunnen vormen en of een dergelijk probleem kan worden ondervangen door uitbreiding van de toegestane en gereglementeerde activiteiten.
De vennootschappen Ladbrokes voeren overigens aan dat zij houdster zijn van een door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk afgegeven vergunning op grond waarvan zij sportweddenschappen en andere kansspelen via internet en per telefoon kunnen aanbieden en dat zij zich in deze lidstaat moeten houden aan zeer strikte wettelijke bepalingen om fraude en gokverslaving te voorkomen. Volgens hen zouden de controles en waarborgen geen tweede maal moeten worden opgelegd.
Dienaangaande merkt het Hof op dat de sector van via internet aangeboden kansspelen binnen de Europese Unie niet is geharmoniseerd. Een lidstaat mag zich dus op het standpunt stellen dat het enkele feit dat een marktdeelnemer als Ladbrokes via internet diensten van deze sector rechtmatig aanbiedt in een andere lidstaat, niet voldoende waarborgt dat de nationale consument wordt beschermd.
Via internet toegankelijke kansspelen brengen bovendien andere en ernstiger risico's op fraude door marktdeelnemers jegens consumenten mee dan traditionele kansspelen, omdat er geen direct contact is tussen de consument en de marktdeelnemer. Zaak C-203/08 Sporting Exchange (Betfair)
Sporting Exchange (Betfair) is actief in de kansspelsector en biedt haar diensten uitsluitend aan middels internet en per telefoon. Zij stelt vanuit het Verenigd Koninkrijk aan de dienstontvangers een platform voor weddenschappen over sportevenementen en paardenrennen ter beschikking, op basis van Britse en Maltese vergunningen. Sporting Exchange (Betfair) heeft geen vestiging of verkooppunt in Nederland.
Sporting Exchange (Betfair) heeft in wezen betoogd dat de Nederlandse autoriteiten ten eerste verplicht waren de in het Verenigd Koninkrijk aan haar verleende vergunning te erkennen en ten tweede het transparantiebeginsel moesten eerbiedigen bij de verlening van vergunningen voor kansspelaanbod.
Het Hof merkt allereerst op basis van dezelfde redenering als in zaak C-258/08 Ladbrokes op, dat de beperking van het vrij verrichten van diensten, gelet op de bijzonderheden die aan het aanbieden van kansspelen via internet verbonden zijn, gerechtvaardigd kan worden geacht door de doelstelling om fraude en criminaliteit te bestrijden. Ten tweede merkt het Hof inzake het éénvergunningstelsel op dat de lidstaten over een voldoende ruime beoordelingsbevoegdheid beschikken teneinde het gewenste beschermingsniveau op het gebied van de kansspelen te bepalen. Echter, wil een stelsel van voorafgaande administratieve vergunningen gerechtvaardigd zijn, dan moet het zijn gebaseerd op objectieve criteria, die niet- discriminerend en vooraf kenbaar zijn, waardoor een grens wordt gesteld aan de uitoefening van www.curia.europa.eu




de beoordelingsbevoegdheid van de autoriteiten opdat deze niet op willekeurige wijze wordt gebruikt.
De beperkingen van het vrij verrichten van diensten die specifiek voortvloeien uit de procedures voor de verlening en de verlenging van een vergunning aan slechts één exploitant zouden hoe dan ook kunnen worden geacht te zijn gerechtvaardigd indien de betrokken lidstaat zou besluiten de vergunning te verlenen aan of te verlengen voor een openbare exploitant wiens beheer onder rechtstreeks toezicht staat van de Staat of een particuliere exploitant op wiens activiteiten de overheid een strenge controle kan uitoefenen.
In dergelijke situaties is de toekenning of de verlenging van exclusieve rechten voor de exploitatie van kansspelen ten gunste van één exploitant, zonder oproep tot mededinging, gelet op de met de Nederlandse regeling nagestreefde doelstellingen, niet onevenredig. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of de Nederlandse vergunninghouders voor de organisatie van kansspelen aan deze voorwaarden voldoen.

NOTA BENE: De prejudiciële verwijzing biedt de rechterlijke instanties van de lidstaten de mogelijkheid, in het kader van een bij hen aanhangig geding aan het Hof vragen te stellen over de uitlegging van het recht van de Unie of over de geldigheid van een handeling van de Unie. Het Hof beslecht het nationale geding niet. De nationale rechterlijke instantie dient het geding af te doen overeenkomstig de beslissing van het Hof. Deze beslissing bindt op dezelfde wijze de andere nationale rechterlijke instanties die kennis dienen te nemen van een soortgelijk probleem.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de website CURIA. Contactpersoon voor de pers: Stefaan Van der Jeught (+352) 4303 2170 Beelden van de uitspraak van het arrest zijn beschikbaar via "Europe by Satellite" (+32) 2 2964106

www.curia.europa.eu