TNS NIPO

TNS NIPO publicaties

5 juni 2010

Het gaat om de inhoud, niet om de poppetjes
De Volkskrant - zaterdag 5 juni 2010

Wie kiest wat en waarom In deze rubriek beschrijft Peter Kanne vijf zaterdagen voorafgaand aan de verkiezingen de discrepanties tussen wat partijen in hun programmas voorstellen, wat hun kiezers willen en wat die kiezers dénken dat hun partij wil. Dit gebeurt aan de hand van een stelling die is voorgelegd aan steekproef van kiezers. 5 juni: het slotakkoord - wat beweegt de kiezer om op deze partij te gaan stemmen?

Door: Peter Kanne - Onderzoeker TNS NIPO

Amper een week voor de verkiezingen weet ruim veertig procent zeker wat hij of zij gaat stemmen en ongeveer de helft van de kiezers blijft bij de partij waar ook in 2006 voor werd gekozen. De kiezer switcht en zweeft er dus weer lustig op los. De VVD lijkt te ver voor te staan op PvdA en CDA om nog achterhaald te kunnen worden, maar gezien het groot aantal twijfelaars is dat ook weer niet zeker.

Wat beweegt de kiezers? De kiezers zeggen hun keuze in de eerste plaats te bepalen op basis van de partijprogrammas en de ideologie van de partijen. Een minderheid leest die programma's ook echt, dus de indrukken van die programma's heeft men vooral uit de krant, van de radio of tv; bijvoorbeeld uit de debatten. Ook de debatten bekijkt men in meerderheid niet zelf, maar de beelden ontstaan uit de tweede hand via nabeschouwingen, stukken in de krant, de gesprekken op kantoor en in de kantine. Desalniettemin: de kiezer gaat wel op de inhoud af. Meer dan in 2006 betreft dat vooral standpunten over enkele issues. Het aantal issues waarover deze verkiezingen écht gaan is beperkt: de overheidsfinanciën, de hypotheekrenteaftrek, de sociale zekerheid, werkgelegenheid, de financiering van de zorg. In mindere mate gaat het om de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd, veiligheid, de integratie van `nieuwe Nederlanders' en onderwijs. Bijna niet werd er gesproken over de grote thema's van deze tijd: de klimaatcrisis, de plaats van Nederland in de internationale orde (was het kabinet niet gevallen over de kwestie Uruzgan?) of de marktwerking in de publieke sector. De toekomst van Europa speelde wel een rol, maar dan vooral door de `Griekenland-crisis'.

Vaker dan in 2006 is de stem op een politieke partij een tegenstem. Vooral PVV- en SP-kiezers zeggen op deze partijen te stemmen omdat ze het niet eens zijn met de andere partijen. Belonen doen kiezers de partijen veel minder dan in 2006. Nog slechts een tiende zegt nog op een partij te stemmen omdat deze partij het goed heeft gedaan in de regering of oppositie, dit was een kwart procent in 2006. Vooral het CDA scoort hier veel minder punten dan in 2006.

Vaak wordt gezegd dat het in de politiek alleen nog om de poppetjes en steeds minder om de inhoud gaat. Maar dit valt eigenlijk best mee. Een kwart geeft de lijsttrekker op als een van de redenen om op de partij te stemmen. Dit iets minder dan in 2006. Vooral GroenLinks, D66 en de PvdA worden vaak gekozen vanwege hun lijsttrekkers. Kiezers van de VVD, CDA en PVV laten de voorman veel minder vaak meewegen. Nu weten we uit ander onderzoek ook dat kiezers vaak zéggen dat de persoon van de politicus niet de doorslag geeft, maar het impliciet wel vaak is. Maar aan het verloop van de politieke strijd en de populariteit van de lijsttrekkers, kunnen we zien dat de inhoud prevaleert.

Zo heeft de VVD een flinke opmars gemaakt in de peilingen, eerder ondanks dan dankzij de lijsttrekker. Mark Rutte was lange tijd een van de laagst gewaardeerde politieke leiders en volgens veel watchers de zwakke schakel van de VVD. Met een zware premierkandidaat zou de VVD wel eens de grootste kunnen worden, maar met Rutte....? Maar Rutte bleef blijmoedig en consistent zijn strenge bezuinigingsverhaal vertellen, en met de Europese financiële crisis in de rug raakten de kiezers overtuigd. En groeide Rutte bovendien in zijn rol.

De VVD-leider heeft overigens het geluk dat geen van de andere lijsttrekkers veel indruk maakt. In 2006 kregen Marijnissen, Bos en Balkenende vlak voor de verkiezingsdatum allen nog een zeven van de kiezers, nu haalt niemand dat. Rutte krijgt een 6,2 en zijn directe concurrenten Cohen, Balkenende en Wilders komen niet aan een zes. Cohen is nog steeds de favoriete premierkandidaat, maar de VVD lijkt desondanks met de overwinning te gaan strijken.

De invloed van Stemwijzer en Kieskompas is dit jaar toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Een op de acht kiezers zegt op een stemhulp af te gaan. Vooral de PVV profiteert hiervan: een op de vijf PVV-kiezers geven als motivatie `dat advies kreeg ik van de stemwijzer'.

De rol van de peilingen is daarentegen ook dit jaar bescheiden en niet toegenomen. Slechts drie procent van de kiezers zegt op een partij te stemmen omdat deze partij het goed doet in de peilingen en één procent omdat de partij het juist niet goed doet in de peilingen. De strategische stem, waarbij men bij zijn keuze rekening houdt met welke partij de grootste kan worden of welke coalities mogelijk gemaakt worden, maakt zeven procent van de motieven uit. Hiervoor heeft de kiezer ook de peilingen nodig en die leveren we hem volgende week dinsdag nog één keer. Dan hebben wij onze democratische plicht weer gedaan.

---

1 | Verkiezingen 2010 gaan meer over issues dan in 2010 en is vaker een tegenstem

---

Redenen om op politieke partij te stemmen 6 nov 2006 31 mei 2010 % % eens met partijprogramma van 40 36 eens met ideologie van 37 36 Eens met standpunt over bepaald thema 27 34 komt op voor mijn groep 29 29 Niet eens met andere politieke partijen 19 24 Omdat de lijsttrekker mij aanspreekt 28 23 Omdat stemwijzer/kieskompas dit adviseerde 9 13 doet het goed in regering/oppositie 23 9 Stem uit gewoonte op 10 8 Omdat dat strategisch slim is 8 7 doet het goed in politieke peilingen 5 3 directe omgeving stemt ook op 3 2 doet het niet goed in peilingen 1 1 Anders 1 3 Bron: TNS NIPO
---

---

2 | Motieven naar partij 2010

---

Vet = sign. hogere score dan totaal
Cursief = sign. lagere score dan totaal CDA PvdA SP VVD PVV GL D66 CU Totaal 31 mei 2010
% % % % % % % % %
Redenen om op te stemmen
eens met partijprogramma van 30 34 35 45 28 42 37 32 36 eens met ideologie van 32 36 29 38 27 55 39 50 36 eens met standpunt over bepaald thema 16 27 36 36 51 38 40 21 34 komt op voor mijn groep 22 32 36 31 30 13 18 30 29 niet eens met andere politieke partijen 13 25 38 21 40 11 22 9 24 omdat de lijsttrekker mij aanspreekt 15 35 24 15 14 46 38 14 23 omdat stemwijzer dit adviseerde 10 13 12 11 21 14 4 17 13 doet het goed in regering/oppositie 10 7 6 9 3 17 19 10 9 stem uit gewoonte op 24 14 4 4 0 1 3 7 8 omdat dat strategisch slim is 5 13 3 9 6 8 6 6 7 doet het goed in politieke peilingen 2 2 2 4 3 1 3 2 3 directe omgeving stemt ook op 2 3 2 2 3 4 2 6 2 doet het niet goed in peilingen 1 3 1 1 2 2 0 0 1 anders 1 3 4 3 1 2 2 10 3
Bron: TNS NIPO

---

---

3 | Motieven naar partij 2006

---

Vet = sign. hogere score dan totaal
Cursief = sign. lagere score dan totaal CDA PvdA SP VVD PVV GL D66 CU Totaal 6 nov 2006
% % % % % % % % %
Redenen om op te stemmen
eens met partijprogramma van 36 31 35 36 51 44 63 30 37 eens met ideologie van 23 32 36 30 16 18 40 20 29 komt op voor mijn groep 30 24 7 43 33 9 53 23 28 omdat de lijsttrekker mij aanspreekt 20 24 29 32 29 31 31 38 27 eens met standpunt over bepaald thema 35 36 42 40 49 53 51 48 40 doet het goed in regering/oppositie 45 10 32 21 8 5 18 5 23 niet eens met andere politieke partijen 14 20 23 24 12 18 11 26 19 stem uit gewoonte op 11 13 17 3 12 11 8 1 10 omdat stemwijzer dit adviseerde 7 7 6 11 13 18 14 14 9 omdat dat strategisch slim is 10 9 10 9 3 6 6 6 8 doet het goed in politieke peilingen 9 5 1 7 - - 3 1 5 directe omgeving stemt ook op 3 3 3 2 - - 4 1 3 doet het niet goed in peilingen 1 1 2 1 1 14 2 - 1 anders 1 3 1 1 - - 1 1 1
Bron: TNS NIPO

---

C0521 | TNS NIPObase CAWI/CATI | Het veldwerk vond plaats van 28 t/m 30 mei 2010. Daarbij werden 1.548 Nederlanders van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=1.548). Er is herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio en politiek stemgedrag (TK 2006).

Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO/De Volkskrant vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 59 24).