TNS NIPO

TNS NIPO publicaties

8 juni 2010

Hypotheekrenteaftrek: beperken, maar niet afschaffen Slechts achttien procent wil volledige afschaffing in 2040

Net als in maart 2010 vindt 63 procent van de Nederlanders beperking van de hypotheekrenteaftrek aanvaarbaar. Het percentage dat beperking niet aanvaardbaar vindt, is gestegen (van 25% naar 29%). De achterban van alle politieke partijen vindt in overgrote meerderheid enige beperking aanvaardbaar. Bij de VVD is er een grote minderheid (44%) die beperking niet aanvaardbaar vindt.

Achttien procent vindt aftrek voor huizen tot 250 duizend euro al niet acceptabel
Aan eventuele beperking zitten wel grenzen. Bijna de helft (48%) van de Nederlanders is het oneens met de suggestie dat huizen met een waarde tot 1 miljoen euro aftrekbaar mogen zijn. Voor aftrek tot 500.000 euro bestaat wel breed draagvlak: in totaal 29 procent is het oneens met de suggestie dat huizen met een waarde tot 500 duizend euro aftrekbaar mogen zijn.
Achttien procent van de Nederlanders gaat zover de hypotheekrenteaftrek voor huizen met een waarde tot 250 duizend euro niet aanvaardbaar te vinden. Voor deze groep is een aftrekbaar bedrag voor huizen met een (beneden)gemiddelde waarde dus al te veel.

De achterban van de SP lijkt goed op de hoogte te zijn van het partijstandpunt (aftrek tot 350.000 euro): men is het grotendeels wel eens met aftrek voor huizen tot 250 duizend euro, maar voor aftrek voor huizen tot 500 duizend euro is relatief weinig draagvlak te vinden.

Ook achttien procent wil volledige afschaffing aftrek in 2040 De toekomst van de hypotheekrenteaftrek mag dan ongewis zijn, de overgrote meerderheid van de Nederlanders ziet de renteaftrek in 2040 nog wel in enige mate bestaan. Slechts achttien procent wenst volledige afschaffing, een iets grotere groep (21%) wenst volledige handhaving van de status quo. Of Nederlanders dat ook verwachten, blijft overigens buiten beschouwing.

Hypotheekrenteaftrek speelt vooral op rechtse stemmer een rol in partijkeuze
De standpunten met betrekking tot de woningmarkt volgen veelal een klassiek links versus rechts patroon. Ruim de helft (57%) laat de hypotheekrenteaftrek in zeer grote mate of enigszins meespelen in de partijkeuze, terwijl het standpunt over het huurbeleid voor 42 procent in zeer grote mate of enigszins meespeelt. Voor een kwart van de VVD- stemmers (26%) speelt de hypotheekrenteaftrek in zeer grote mate mee. Omgekeerd speelt het standpunt over het huurbeleid voor ruim een op de drie SP-stemmers (36%) in zeer grote mate mee.

Overdrachtsbelasting weinig populair
Maar weinig mensen - links of rechts - zien de waarde in van de overdrachtsbelasting van zes procent bij het aanschaffen van een woning. Ruim twee op de drie Nederlanders (68%) spreken zich uit voor het afschaffen van deze belasting.
Wat te doen om het zogeheten `scheefwonen' (concreter: mensen die blijven `hangen' in een sociale huurwoning) aan te pakken? Hier bestaat geen eensluidendheid over. Ruim een kwart (28%) is voor dwang: de bewoner moet verplicht verhuizen naar een duurdere woning. Een even grote groep (28%) stelt dat de huurprijs van de sociale huurwoning hoger moet worden. Maar ruim een op de drie (35%) - de grootste groep dus - ziet niets in deze aanpassingen en stelt dat er niets hoeft te veranderen. Ook hier zien we weer een verschil tussen de meer linkse en meer rechtse stemmer: de helft (49%) van de achterban van de SP vindt dat er niets hoeft te veranderen, terwijl 36 procent van de achterban van de VVD van mening is dat de bewoner van de sociale huurwoning moet verhuizen naar een duurdere woning.

Discussie hypotheekrenteaftrek heeft weerslag op koopintentie Een mening is nog niet direct een goede voorspeller van gedrag, maar toch: de discussie over de hypotheekrenteaftrek lijkt zijn weerslag te hebben op mensen die van plan zijn een huis te kopen. Nederlanders die van plan zijn een huis te kopen (ruim een op de drie) zijn het in meerderheid (59%) eens met de stelling dat men `door de huidige discussie de geplande aankoop van een huis langer uitstelt'. Een minderheid (41%) zegt zich daar niets van aan te trekken. Met betrekking tot de verkoop van een huis liggen deze verhoudingen minder scherp.

C0521 | TNS NIPObase CAWI | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van De Volkskrant. Het veldwerk vond plaats van 28 mei t/m 30 mei 2010. Daarbij werden 689 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd. Er is herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio en politiek stemgedrag (TK 2006).

Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO/De Volkskrant vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Peter Kanne (tel: 020 522 59 24) of Tim de Beer (tel: 020 522 53 99).