Vrije Universiteit Amsterdam

Verhoogde anti- Epstein-Barr reactie bij NPC-patiënten


* Startdatum: 09-06-2010


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: Diagnostic and Protective Aspects of Humoral Immune Responses to Epstein-Barr Virus Encoded Proteins in Nasopharyngeal Carcinoma


* Spreker: D.K. Paramita


* Promotor: prof.dr. J.M. Middeldorp


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Epstein-Barr virus (EBV) infecteert meer dan 90% van de wereldbevolking en is meestal asymptomatisch. Toch is EBV geassocieerd met diverse ziekten, zoals Ziekte van Pfeiffer en diverse kankers zoals het nasopharynx carcinoom (NPC), een zeer zeldzame kwaadaardige tumor die in de keel en neusholten voorkomt. Dewi Paramita onderzocht de moleculaire basis van verhoogde anti-EBV reacties bij NPC-patiënten, en ontwikkelde een methode voor het opsporen van antilichaamniveaus tegen bepaalde eiwitten, die een goede sensitiviteit en specificiteit voor NPC-diagnostiek laat zien.

NPC is een veel voorkomende kanker in China en Zuidoost-Azië. In Indonesië is ongedifferentieerd carcinoom (WHO type III) de meest voorkomende hoofd-hals kanker en behoort het tot de vijf meest voorkomende vormen van kanker met zo'n 12.000 nieuwe gevallen per jaar. Door niet-specifieke symptomen en de verborgen lokalisatie van de primaire tumor in een vroeg stadium, worden meer dan 80% van de patiënten gediagnosticeerd in een laat stadium (III of IV), wanneer ze al uitzaaiingen hebben in de schildwacht lymfeklieren. In een vroeg stadium NPC kan door alleen radiotherapie tot complete remissie komen, maar laatstadium NPC vereist gecombineerde chemo-radiatietherapie, die helaas ongewenste complicaties geeft. Bovendien is de uitkomst van patiënten met een vergevorderd stadium of terugkerend NPC slecht. Diagnostiek om vroeg stadium NPC op te sporen is belangrijk en klinisch relevant. Voor ontwikkelingslanden zou een dergelijke aanpak goedkoop moeten zijn, door gebruik te maken van een eenvoudige doch gestandaardiseerde methode, geschikt voor massaal bevolkingsonderzoek.

Vele studies hebben aangetoond dat NPC kan worden geïdentificeerd door verhoogde IgG en met name IgA antilichaamniveaus tegen EBV-gecodeerde antigenen EBNA1, VCA en EA in het serum/plasma van patiënten. Paramita onderzocht de moleculaire basis van deze verhoogde anti-EBV reacties bij NPC-patiënten, en ontwikkelde een ELISA-methode voor het opsporen van IgG en IgA tegen "natieve" EA-eiwitten, die een goede sensitiviteit en specificiteit voor NPC-diagnostiek laat zien. Deze test wordt voorgesteld als een bevestiging test voor NPC-diagnostiek in een vroeg stadium.

Regelmatig serologisch onderzoek van hoogrisico individuen, samen met ontwikkelingen in vaccinatie en (immuunsysteem) therapie, zouden de incidentie van laat stadium NPC kunnen laten dalen en voor verdere verbetering zorgen van de klinische uitkomst voor NPC patiënten in endemische gebieden zoals Indonesië, waar de NPC veel voorkomt. Extra effectieve behandelingsvormen met lage toxiciteit zijn nodig. Omdat NPC is bijna universeel geassocieerd is met EBV, onderzocht zij de mogelijkheid van het gebruik van antilichamen gericht tegen EBV-eiwit op het oppervlak van de NPC tumorcellen, zoals LMP1 en LMP2, om de opruiming van tumorcellen via CDC of ADCC te realiseren.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam