Vrije Universiteit Amsterdam

Lange termijn resultaten na correctie van congenitale hernia diafragmatica en oesofagus atresie


* Startdatum: 10-06-2010


* Tijd: 09.45


* Locatie: Aula


* Titel: Long term results after repair of congenital diaphragmatic hernia and esophageal atresia


* Spreker: M.G. Peetsold


* Promotor: prof.dr. R.J.B.J. Gemke prof.dr. H.A. Heij


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Marieke Peetsold beschrijft de lange termijn uitkomst van kinderen geboren met een gat in het middenrif (congenitale hernia diafragmatica; CHD) en kinderen geboren met een slokdarmafsluiting (oesofagusatresie; OA). Bij een baby geboren met CHD liggen de buikorganen zoals de maag, de darmen en de lever gedeeltelijk in de borstholte. Hierdoor wordt tijdens de zwangerschap de ontwikkeling van de long bemoeilijkt en kunnen er na de geboorte ademhalingsproblemen ontstaan. Uit eerder onderzoek is gebleken dat zowel de long en de longvaten anders zijn aangelegd. Zowel bij kinderen die geopereerd zijn aan OA als kinderen die geopereerd zijn aan CHD komt terugvloed van voeding vanuit de maag naar de slokdarm (refluxziekte) en luchtwegproblemen vaker voor. Peetsold toont dat, ondanks longfunctieafwijkingen, CHD- en OA-patiënten een goed inspanningsvermogen hebben.

Het optreden van refluxziekte in de eerste jaren na de geboorte speelt waarschijnlijk maar een kleine rol in het ontstaan van longfunctieafwijkingen bij zowel CHD- als OA-patienten. Ondanks screening op vroege refluxziekte blijven sommige CHD-patiënten ook nog op latere leeftijd een verhoogd risico houden hierop. De ademhalingsproblemen na de geboorte van een CHD-patiënt kan zuurstofgebrek tot gevolg hebben. Dit bleek niet van invloed te zijn op het IQ, wel vond Peetsold een verhoogd aantal patiënten met concentratiestoornissen en gedragsproblemen, wat kan bijdragen aan problemen op school. Door bovengenoemde problemen ervaren zowel CHD- als OA-patiënten hun gezondheid als slecht en verwachten dat deze achteruitgaat. Door CHD en OA geassocieerde complicaties te voorkomen, lijkt het mogelijk om de kwaliteit van leven van deze patiënten te verbeteren. Tenslotte is het belangrijk dat men zich realiseert dat veel CHD-patiënten tegenwoordig de volwassen leeftijd bereiken en levenslange medische controle nodig hebben.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam