Rechtbank Breda


Kantonrechter wijst verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst van Schiedams schoolbestuur af

De kantonrechter te Bergen op Zoom heeft op 2 juni jl. afwijzend beslist op het verzoek van een Schiedams schoolbestuur om de arbeidsovereenkomst met een leraar van 55 jaar te ontbinden. De kantonrechter vindt, dat er geen sprake is van de wettelijk vereiste wijziging van omstandigheden.

De leraar heeft in 2000 een affaire gehad met een 15-jarige leerlinge van de vorige school, waar hij toen werkte. In 2004 is de leraar in dienst gekomen van de Schiedamse school. In 2007 heeft de leerlinge alsnog aangifte gedaan van "ontucht". De leraar heeft in 2008 uit eigen beweging aan zijn (nieuwe) werkgever verteld, dat er aangifte tegen hem was gedaan en heeft gezegd, dat die aangifte in de kern klopte. Daarop heeft zijn werkgever het vertrouwen in hem uitgesproken en hem desgewenst ondersteuning toegezegd. Hij heeft zijn werkzaamheden voortgezet.

Op die aangifte van 2007 volgde op 1 februari 2010 een vonnis van de Rotterdamse strafrechter. De leraar werd veroordeeld tot 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf van 40 uur en behandeling door de reclassering wegens een ingeschat gemiddeld gevaar voor herhaling. Het schoolbestuur zag in dat vonnis van de Rotterdamse rechtbank aanleiding in april 2010 ontbinding van de arbeidsovereenkomst te vragen wegens verlies van vertrouwen in de leraar en dreigend verlies in de toekomst.

De kantonrechter is van oordeel, dat in die veroordeling van 1 februari 2010 geen aanleiding kan worden gezien om het vertrouwen in de leraar te verliezen. In 2008 kon namelijk een veroordeling worden verwacht op grond van de bekentenis van de leraar, zodat die veroordeling niet verrassend is of als een relevant nieuw feit mag worden beschouwd. Volgens de kantonrechter is bij de behandeling van het ontbindingsverzoek gebleken, dat de leraar nog steeds de steun en het vertrouwen geniet van ouders, leerlingen en collega's en dat van verlies van vertrouwen niet is gebleken. Er is ook niet gebleken, dat er na 2004 ook maar iets op school is voorgevallen, dat zou kunnen wijzen op gevaar voor herhaling.

Van belang is nog, dat art. 251 Sr de strafrechter de mogelijkheid geeft, een leraar, die ontucht heeft gepleegd met een leerling, een beroepsverbod op te leggen. De Rotterdamse strafrechter heeft dat in februari 2010 niet gedaan. De leraar blijft aldus bij het Schiedamse schoolbestuur in dienst.

Klik hier voor de complete uitspraak

LJ Nummer

BM7631

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 17 juni 2010