Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Pechtold over de politieke situatie in Cambodja

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Pechtold over de politieke situatie in Cambodja

Kamerbrief | 21 juni 2010

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Pechtold over de politieke situatie in Cambodja. Deze vragen werden ingezonden op 9 juni 2010 met kenmerk 2010Z09226.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Pechtold (D66) over de politieke situatie in Cambodja.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het initiatief van de Cambodjaanse regering om de politieke immuniteit van een aantal democratisch gekozen Cambodjaanse parlementariërs op te heffen, ook gezien in het licht van het arrestatiebevel dat in februari 2010 uitging voor oppositieleider Sam Rainsy?

Antwoord

Het is zorgelijk dat het door de Cambodian People's Party gecontroleerde parlement wederom heeft besloten om de immuniteit van een aantal parlementariërs op te heffen.

Vraag 2
Wat is uw reactie op de veroordeling van Mu Sochua voor laster door het Cambodjaanse Hooggerechtshof?

Antwoord

Het gebrek aan ruimte voor de politieke oppositie is in Cambodja een aanhoudend punt van zorg. Het strafbaar feit `laster' is dusdanig ruim geformuleerd dat de vrijheid van meningsuiting erdoor in het geding dreigt te komen. Hierop is Cambodja ook aangesproken tijdens de Universal Periodic Review (UPR) van de Mensenrechtenraad. De Cambodjaanse regering gaf toen aan alle aanbevelingen van de UPR over te nemen.

Vraag 3
Is er uwes inziens sprake van een trend waarbij Cambodjaanse gerechtshoven en rechters worden ingezet als instrumenten van de regering om de oppositie tegen te werken?

Antwoord

De regering van premier Hun Sen heeft in het verleden meermaals critici, waaronder leden van de oppositie in het parlement, aangeklaagd wegens laster teneinde hen de mond te snoeren. De gebeurtenissen bevestigen bestaande zorgen over de vrijheid van meningsuiting, alsmede de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Deze zorgen zijn ook opgemerkt door de huidige en voorgaande Speciale Rapporteurs van de Verenigde Naties. Tevens is dit onderwerp vorig jaar aan de orde gekomen tijdens de UPR van Cambodja in de Mensenrechtenraad.

Vraag 4
Bent u van plan diplomatieke stappen te zetten die bijdragen aan een situatie waarin zowel Sam Rainsy als Mu Sochua hun democratische taak uit kunnen voeren, en waarin politieke vervolging van oppositieleden wordt gestaakt?

Antwoord

De Nederlandse ambassade in Bangkok onderhoudt contact over deze kwestie met ambassades van EU-landen die in Phnom Penh zijn gevestigd en met geaccrediteerde ambassades in Bangkok. De EU Heads of Mission in Phnom Penh hebben de kwestie op 15 juni opgebracht bij de Cambodjaanse minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier Sar Kheng.