Belgische Federale Overheid


BIO boort met infrastructuurprojecten nieuwe sector aan

Datum: 24 juni 2010

De Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) krijgt dankzij vers geld van de overheid de kans een nieuwe sector aan te boren: infrastructuurwerken van privé-initiatieven. Voorheen afwezig in deze sector, breidt BIO hiermee haar expertise en portfolio fors uit. Ze doet dit samen met FMO, haar Nederlandse zusterorganisatie.

Ontwikkelingshulp neemt alsmaar meer nieuwe vormen aan. Donorlanden oriënteren hun hulp meer en meer op privébedrijven in het Zuiden die een directe waarde crëeren voor het land en zijn bevolking. Dat is ook het geval voor België. BIO functioneert totaal verschillend van de andere, klassieke hulpkanalen. Haar missie is KMO's te ondersteunen met langetermijnleningen en te participeren in het kapitaal van financiële instellingen.

Vers geld

In december 2009 kreeg BIO, op vraag van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, 97 miljoen euro extra, een bedrag dat het volume van BIO op niveau van gelijkaardige initiatieven in Europa brengt. Eind maart 2010 beheerde haar fonds 287 miljoen euro (goedgekeurde projecten), met nog eens 134 miljoen euro in de pijplijn. In totaal werden al 68 projecten gesteund.

Nu ook infrastructuurprojecten

Traditioneel investeert BIO in de agro-industrie. Zo draagt ze bij tot de ontwikkeling van de lokale voedingsmarkten. Ook telecommunicatie en productiegerichte KMO's krijgen centen toegestopt. En sinds kort boort BIO een nieuwe sector aan: infrastructuurprojecten van privé-initiatieven.

Ondernemers helpen om hun initiatieven te lanceren is één zaak, maar als de nodige infrastructuur ontbreekt, kunnen hun activiteiten niet plaatsvinden. De investeringsmaatschappij richt zich vooral op infrastructuurwerken die de toegang tot water, energie, transportmiddelen en telecommunicatie verbeteren.

In zee met Nederlandse FMO

Om deze nieuwe doelstelling te realiseren, ging BIO in april 2010 in zee met FMO, de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden. FMO is - net zoals BIO - een ontwikkelingsbank waarmee de Belgische Investeringsmaatschappij nu op zoek gaat naar gezamenlijke financieringen. Beide ontwikkelingsbanken hebben elkaar gevonden in de financiering van infrastructuurprojecten, een sector waarin FMO reeds jaren ervaring heeft, onder andere via haar Infrastructure Development Fund.

Door te participeren in de financieringen van FMO, hoopt BIO haar expertise en portfolio te verruimen. Het verse geld van de Belgische overheid moet BIO daartoe de kans geven. De samenwerking met haar Nederlandse zusterorganisatie maakt dit mogelijk, op zeer korte termijn. BIO zal kunnen profiteren van FMO's ervaring en investeringskanalen.

Ook voor de Nederlandse financieringsmaatschappij levert het vruchten op. De samenwerking is in lijn met haar ambitie zowel infrastructuren in lage-inkomenslanden te versterken als fondsen van derden te katalyseren. Onder de eerste gezamenlijke transacties horen een geothermische energiecentrale in Nicaragua en een methaan-tot-gas energiecentrale in Rwanda.