Commissie Gelijke Behandeling

SCP-onderzoek acceptatie homoseksualiteit

24-06-2010

Op 26 juni is het Roze Zaterdag. Dit evenement wordt dit jaar in het historische centrum van Amersfoort gehouden. Tijdens deze dag wordt onder meer aandacht besteed aan de zichtbaarheid van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen.

Aan de vooravond van Roze Zaterdag verschijnt een nieuw onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naar homo-emancipatie in Nederland: Steeds gewoner, nooit gewoon, Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland.
Dit periodiek onderzoek is verricht in opdracht van voormalig minister Plasterk, de coördinerend bewindspersoon voor het homo- en lesbisch emancipatiebeleid.

Toegenomen acceptatie
De acceptatie van homoseksualiteit in Nederland blijkt geleidelijk toegenomen. 9% van de Nederlanders valt als homonegatief te typeren, in 2006 ging het nog om 15%. Vooral lager opgeleiden en leden van etnische en religieuze minderheden staan relatief vaak negatief tegenover homoseksualiteit. Traditionele opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid staan acceptatie vaak in de weg.

Aandacht blijft nodig
De onderzoeksresultaten onderstrepen het belang van continuering van het homo- en lesbisch emancipatiebeleid. De volgende thema's blijven aandacht vragen.

* Het aanpakken van geweld tegen en intimidatie van homoseksuelen. Op straat, in buurten maar zeker ook op scholen.
* Scholen hebben ook meer in het algemeen een taak in het vergroten van de aandacht voor en acceptatie van seksuele diversiteit.
* Op het vlak van gelijke rechten spelen er nog enkele kwesties: de `enkele feit constructie' (waarop sommige scholen op bijzondere grondslag zich beroepen om homoseksuele leerkrachten te weigeren), de weigerambtenaren (die op grond van gewetensbezwaren geen homoparen in de echt verbinden) en het lesbisch ouderschap.

Deze kwesties zijn niet alleen spraakmakend, maar ook bijzonder ingewikkeld, zo blijkt uit oordelen en adviezen van de CGB. Een gemeente handelt niet in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving als zij weigert een trouwambtenaar aan te stellen, die op grond van zijn godsdienst geen huwelijken wil sluiten tussen personen van hetzelfde geslacht. Daarover oordeelde de CGB in 2008. Ook over de enkele feit constructie is de afgelopen jaren veel te doen geweest. De CGB heeft over deze grondrechtenbalans tussen de godsdienstvrijheid van instellingen op bijzondere grondslag en andere non-discriminatiegronden al eerder nadere uitleg gegeven.

CGB-onderzoek
Uit eigen oordelen en onderzoeken van de CGB blijkt dat homoseksuelen mannen en lesbische vrouwen regelmatig problemen ervaren op het werk en binnen het onderwijs. Daarom heeft de CGB door het Verwey-Jonker Instituut nader onderzoek laten uitvoeren in dat in 2009 is gepubliceerd. Uit dit onderzoek, Discriminatie is het woord niet, Lesbische vrouwen en homoseksuele mannen op de werkvloer: bejegening en beleid blijkt dat homoseksuelen op de werkvloer vooral te maken hebben met discriminatie op het gebied van bejegening. Het kan dan gaan om pesterijen en, in mindere mate, om discriminatie bij o.a. loon, aanname en ontslag. Met name de pesterijen worden soms niet als discriminatie ervaren, maar kunnen dat wel degelijk zijn.

De CGB benadrukt het belang van diversiteitbeleid voor verschillende doelgroepen, waaronder homoseksuelen, en een flankerend antidiscriminatiebeleid.

Meer onderzoeken
Naast het onderzoek van het SCP zijn recent de volgende onderzoeken verschenen:

* Arbeidssituatie van holebi's die handenarbeid of een technische functie uitoefenen - Verkennend onderzoek. In opdracht van het Centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding, uitgevoerd door HIVA-Onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving van de Katholieke Universiteit Leuven, april 2010.
* Transgenders en werk. Een onderzoek naar de arbeidssituatie van transgenders in Nederland en Vlaanderen. In opdracht van Rutgers Nisso Groep, uitgevoerd door Paul Vennix, mei 2010.
* Voordelen van een homovriendelijk werkklimaat voor het Nederlandse bedrijfsleven. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, uitgevoerd door SEOR, april 2010.