Leraren kritisch over fysieke werkomgeving

24/06/2010 06:00

SBO

Van de leraren in het primair onderwijs is 50 procent (zeer) tevreden over de fysieke werkomgeving. Voor de leraren in het voortgezet onderwijs geldt dat voor 44 procent. Leraren zijn ontevreden over de klimaatbeheersing, thuiswerkvoorzieningen en het grote gebrek aan werkruimtes buiten de lessen om. Dat blijkt uit het onderzoek 'Geef ze de ruimte! De fysieke werkomgeving in het onderwijs; een onderzoek onder medewerkers in het po en vo' van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) uit Den Haag. Onderzocht is welke fysieke faciliteiten onderwijspersoneel belangrijk vindt en hoe het deze faciliteiten beoordeelt.

Werktevredenheid en fysieke werkomgeving

Tevredenheid en werkplezier van leraren wordt deels bepaald door de fysieke werkomgeving. In een goede werkomgeving is het simpelweg prettiger en beter werken. Voorbeelden zijn goede (regelbare) klimaatbeheersing, de aanwezigheid van (stille) werkruimten voor buiten de lessen, adequate ict- en thuiswerkvoorzieningen en faciliteiten die direct aansluiten op het gehanteerde onderwijsconcept.

Invloed

Gemiddeld 89 procent van de leraren vindt dat de faciliteiten van invloed zijn op het werkplezier. Ook vindt 83 procent dat ze bijdragen aan de onderwijskwaliteit. Voor zes procent van de leraren in het primair onderwijs en twaalf procent van die in het voortgezet onderwijs is de kwaliteit van de fysieke werkomgeving mede een reden geweest zijn om naar een andere school te gaan.

Wetswijziging

De VO-raad pleit voor een wetswijziging die schoolbesturen zelf verantwoordelijk maakt voor de eigen huisvesting. Nu ligt de verantwoordelijkheid voor nieuwbouw, vervanging of verbetering van het werkklimaat nog bij gemeenten.

Voorzitter VO-raad Sjoerd Slagter: 'Goede werkplekken voor leraren zijn erg belangrijk. Als scholen zelf verantwoordelijk zijn voor hun huisvesting kunnen ze goed inspelen op een prettige werkomgeving voor hun leerlingen én leraren. Als scholen zelf over hun huisvestingsbeleid gaan, wordt bovendien de zeggenschap van ouders en leraren versterkt.'

Inspraak

Inspraakmogelijkheden van medewerkers voor de fysieke faciliteiten hebben een positieve invloed op de arbeidssatisfactie en satisfactie met de fysieke faciliteiten. Volgens het merendeel van de medewerkers in het primair en voortgezet onderwijs zijn deze inspraakmogelijkheden matig tot slecht.

Dagelijks bestuurder AOb Martin Knoop: 'Leraren weten het beste wat wel en niet goed op school is geregeld. Soms zijn hele basale voorwaarden niet op orde. Ze weten alleen niet altijd de juiste plek te vinden om wensen en kritiekpunten te uiten. Als scholen de medezeggenschap goed organiseren, stimuleren zij de kwaliteit van de fysieke werkomgeving én stijgt de werktevredenheid.'

Wet-en regelgeving

De wet-en regelgeving rond de fysieke werkomgeving is in het primair en voortgezet onderwijs vaak versnipperd en niet altijd eenduidig. Hierdoor is deze voor schoolbesturen vaak moeilijk te interpreteren.

Onderzoek

Het onderzoek is gedaan door bureau AStri, dat sleutelpersonen heeft geïnterviewd en een internetvragenlijst heeft uitgezet onder leraren, lesgevend management en onderwijsondersteunend personeel. Voor de vragenlijst is het Flitspanel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt. De respons in het primair onderwijs was 67 procent (895 personen), in het voortgezet onderwijs 62 procent (1198 personen). Het onderzoek bevat ook vier goede praktijkvoorbeelden.

De werkgevers- en werknemersorganisaties voor het primair en voortgezet onderwijs hebben samen de begeleidingscommissie gevormd.





http://www.onderwijsarbeidsmarkt.nl