Wageningen Universiteit en Researchcentrum

Mw.ir. I.A.M. (Inge) Reijrink: Hoe overleeft een kippen embryo een lange opslagperiode?

30 jun 2010 13:30

Onderdeel: Wageningen University

Locatie: Aula, gebouw 362, Gen. Foulkesweg 1, Wageningen
Organisatie: Wageningen University

Promotor: prof.dr.ir. B. Kemp (Adaptatiefysiologie)
Co-Promotor: Dr.ir. H. van den Brand, Dr.ing. R. Meijerhof (Poultry Performance Plus, Voorst)

Nadat broedeieren gelegd zijn, worden ze eerst opgeslagen op het moederdierbedrijf. Na een paar dagen worden de eieren getransporteerd naar de broederij en worden ze nogmaals opgeslagen. Na een opslagperiode, die varieert in tijd, worden de eieren ingelegd in de broedmachine. De lengte van de opslagperiode is afhankelijk van het aanbod van broedeieren, de capaciteit van de broederij en de vraag naar eendagskuikens. Vooral bij de broederijen die eieren van grootouderdieren broeden, is de opslagperiode vaak langer dan een week. Wanneer de opslagperiode langer is dan een week neemt het uitkomstpercentage en de kuikenkwaliteit af.

In dit proefschrift wordt aangetoond dat het opwarmen van eieren vooraf aan de opslagperiode en het langzaam opwarmen aan het begin van het broedproces de embryonale sterfte tijdens de eerste 9 dagen van het broedproces kan verminderen. Beide behandelingen hebben echter geen effect op kuikenkwaliteit gemeten op de dag van uitkomst. Het positieve effect van deze twee behandelingen op het uitkomstpercentage is waarschijnlijk veroorzaakt door veranderingen in het ontwikkelingsstadium van het embryo, het aantal goede embryonale cellen, of beide. Verder hebben veranderingen in het microklimaat van het embryo (albumen kwaliteit), veroorzaakt door veranderingen in de gassamenstelling van de lucht tijdens de opslagperiode of tijdens de eerste paar dagen van het incubatieproces, geen invloed op het uitkomstpercentage of kuikenkwaliteit.