Zwemplezier niet vanzelfsprekend: Test opblaasbare zwemartikelen

29/06/2010 14:05

TÜV Rheinland EPS B.V.

TÜV Rheinland test opblaasbare zwemartikelen in Nederland: Zwemplezier niet vanzelfsprekend.

33 Zwembanden, luchtbedden en opblaasbaar waterspeelgoed getest / 14 Producten voldoen niet aan de daarvoor geldende regelgeving en zouden heel strikt genomen eigenlijk niet verkocht mogen worden in de EU in verband met aanwezigheid van potentieel schadelijke stoffen en of andere tekortkomingen.

Amsterdam, 29 juni 2010. Slechte kwaliteit, aanwezigheid van potentieel schadelijke stoffen en zwemzitjes voor zuigelingen die geen enkele veiligheid bieden: De specialisten van TÜV Rheinland hebben opblaasbare zwembadartikelen gekocht in populaire vakantieoorden aan de Noordzeekust en getest zowel in Eindhoven als ook in het Duitse Neurenberg. Het resultaat: 14 van de gecontroleerde producten mogen strikt genomen niet verkocht worden binnen de Europese Unie en daarmee dus ook niet in Nederland, omdat zij niet voldoen aan de richtlijnen van de principiële veiligheidsnormen. ,,Wie op de vakantiebestemming zwembanden, luchtbedden of opblaasbare speelgoed dieren koopt, loopt klaarblijkelijk een risico. Gebleken is dat enerzijds de kwaliteit vaak minderwaardig is. Dit uit zich in slecht materiaal en slechte afwerking. Anderzijds zijn er de potentiële gevaren voor de gezondheid - vooral voor kinderen", aldus Hans Groothuis van TÜV Rheinland in Nederland. Ons onderzoek toont ondermeer aan de aanwezigheid van verboden weekmakers in een aantal onderzochte artikelen.

Alle zwemartikelen van 69 cent tot 14 Euro werden gekocht in de maand mei van 2010 op het strand in Egmond aan Zee, Katwijk, Noordwijk aan Zee, Scheveningen en Zandvoort - daar, waar gewoonlijk ook veel vakantiegangers en gezinnen met kinderen waterspeelgoed of opblaasbare artikelen kopen. De testen werden daarna uitgevoerd in testlaboratoria van TÜV Rheinland in het Eindhoven en TÜV Rheinland LGA Products in het Duitse Neurenberg. Tot de geteste artikelen behoren luchtbedden, opblaasbare speelgoeddieren, zwembanden en zwemzitjes voor zuigelingen en kleine kinderen.

Zeven producten bevatten weekmakers

De onderzoekers van TÜV Rheinland Quality vonden in zeven van de 33 onderzochte producten weekmakers (ftalaten), die boven de voor speelgoed als grenswaarde toegelaten concentraties lagen. Ftalaten zijn in speelgoed verboden omdat men o.a. vermoedt dat zij op de hormonen inwerken en mogelijk bepaalde vormen van kanker kunnen veroorzaken. Technisch zijn deze weekmakers vermijdbaar.

Naast de chemische analyses van de kunststoffen bij TÜV Rheinland Quality in Eindhoven voerden de onderzoekers in Neurenberg mechanische testen uit. Hierbij gaat het vooral om het risico dat kunststofventielen of andere onderdelen door (kleine) kinderen afgescheurd en ingeslikt zouden kunnen worden. Om dat te testen zijn er draaimoment- en trektesten uitgevoerd op basis van de daarvoor geldende internationale richtlijnen. Een opblaasbare dolfijn van 4,99 Euro viel bij deze test door de mand. Hans Groothuis: ,,Dat betekent mogelijk gevaar voor verstikking door kinderen."

Enkel gecontroleerde zwemleermiddelen kopen.

Een ander probleem is de voor de EU niet toegelaten en gedeeltelijk gevaarlijke vormgeving van zwemzitjes voor zuigelingen en kleine kinderen. Een dergelijk zitje konden de onderzoekers kopen, hoewel deze verboden zijn in de EU. ,,Dergelijke producten zijn gevaarlijk omdat zij de ouders een gevoel van veiligheid geven, dat gewoonweg niet waargemaakt wordt ", aldus Groothuis. In afzonderlijke gevallen bestaat het gevaar dat de kinderen in het water onmiddellijk kapseizen, omdat het zitje te hoog is en het kind hierdoor te ver boven het water uitsteekt. En dat is nu net wat ouders natuurlijk helemaal niet verwachten.

Zwemleermiddelen zijn geen speelgoed, maar gelden als beschermingsuitrusting. Volgende de geldende Europese norm EN 13138-3 moeten deze zwemzitjes o.a. kunnen garanderen dat de kinderen niet kapseizen. Er moeten ook indicaties (bijvoorbeeld op het etiket) voorhanden zijn wat betreft de leeftijd en het lichaamsgewicht van de kinderen. Een vormgeving die lijkt op speelgoed is voor verkoop in de EU niet toegestaan, omdat het verschil met normaal waterspeelgoed te klein is. De deskundigen van TÜV Rheinland raden aan om zwemleermiddelen voor zuigelingen of kleine kinderen niet pas tijdens de vakantie te kopen maar wel al van tevoren en na nauwkeurig advies.

Overzicht van de uitgangspunten van de testen

De testen van de 33 artikelen werden uitgevoerd in juni 2010. Als grondslag voor de testen dienden voor de specialisten enkel de minimumbepalingen van de Europese veiligheidsnormen, waaraan ieder dergelijk product moet voldoen als het verkocht word binnen de Europese Unie. Hiertoe horen in het bijzonder de veiligheidsbepalingen voor speelgoed (88/378/EC en EN 71, mechanische vereisten), de verordening voor chemische stoffen REACH 1907/2006 EG (appendix XVII; verbod van bepaalde ftalaten) en ook de voorschriften en testprocedures voor zwemzitjes die op het lichaam gedragen moeten worden (EN 13138-3).

Testen ook in Frankrijk en Italie

Zoals in Nederland hebben de deskundigen van TÜV Rheinland in mei 2010 ook opblaasbaar speelgoed en zwemartikelen gekocht in Frankrijk en Italië. In deze landen waren de resultaten van de onderzoeken gelijkwaardig: Ook daar viel ongeveer de helft van de producten door de mand, hoewel ook hier enkel de Europese minimumvoorschriften wat betreft de veiligheid gecontroleerd werden.

Hans Groothuis: ,,Veiligheid van producten en vooral van speelgoed is niet een specifiek Nederlands, maar wel een Europees probleem. Voor ons, consumenten, kan dit enkel betekenen: Kopen bij bekende handelsondernemingen of in de gespecialiseerde vakhandel. Daar krijgt men advies en kan men eventuele klachten indienen over producten die niet in orde zijn. En voor wie de veiligheid van zijn kind belangrijk is, mag het speelgoed niet alleen goedkoop zijn."

Alle test resultaten staan online op www.tuv.com/nl





http://WWW.TUV.COM/NL