Rijksvoorlichtingsdienst

Haringstand stabiliseert; Scholbestand ontwikkelt zich goed

Dit is een gezamenlijk persbericht van IMARES (Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies) en het ministerie

LNV HARINGSTAND STABILISEERT; SCHOLBESTAND ONTWIKKELT ZICH GOED

De druk van de visserij op de visbestanden in de Noordzee is in de afgelopen jaren afgenomen. Vooral schol heeft geprofiteerd van deze afname. Het bestand is flink gegroeid en ligt boven het voorzorgniveau. De haringstand stabiliseert, ondanks een lage aanwas. De toestand van de kabeljauw in de Noordzee is nog steeds zorgelijk.

Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van de wetenschappers van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (International Council for the Exploration of the Sea of ICES).

Onderzoekers van IMARES (onderdeel van Wageningen UR) hebben de voorlopige vangstadviezen van ICES gepresenteerd aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de visserijsector en maatschappelijke organisaties. Deze adviezen hebben onder andere betrekking op de bodemvisserij op tong, schol en kabeljauw in de Noordzee, en op de visserij op haring.

Binnen de Europese Unie vindt momenteel een overgang plaats naar visserijbeheer dat bepaald wordt door beheerdoelen op basis van lange termijn maximaal duurzame vangsten (Maximum Sustainable Yield of MSY). Deze overgang is het gevolg van afspraken die er binnen de Verenigde Naties zijn gemaakt om in 2015 de visbestanden te beheren op basis van Maximum Sustainable Yield. In verband met deze overgang geeft ICES advies op basis van een aantal opties: (1) een overgang naar maximaal duurzame vangsten, (2) het huidige beheer op basis van voorzorgniveaus, en (3) beheerplannen voor specifieke soorten.

Het ministerie van LNV verwacht dat de quota in 2011, net zoals in voorgaande jaren, volgens de beheerplannen (optie 3) zullen worden vastgesteld. Hieronder volgen de beoordelingen door ICES van de voor Nederland belangrijkste visbestanden, in relatie tot deze beheerplannen.

Noordzee tong

De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee is de laatste jaren afgenomen, onder andere door het inkrimpen van de vissersvloot. De volwassen tongstand in 2010 wordt geschat op 33.000 ton. Dat is onder het voorzorgniveau van 35.000 ton. Het huidige vangstquotum (2010) is 14.100 ton. Het quotumadvies voor 2011 op basis van het beheerplan is 13.600 ton.

Noordzee schol

De stand van de volwassen schol in de Noordzee is de afgelopen paar jaar flink toegenomen en wordt geschat op ongeveer 435.000 ton in 2010. Deze toename is vooral het gevolg van een afname van de visserijdruk door sanering van een deel van de kottervloot. Deze scholstand is ver boven het voorzorgniveau van 230.000 ton. Het huidige vangstquotum is 63.825 ton. Het beheerplan laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, dat neerkomt op 73.400 ton in 2011.

Noordzee kabeljauw

De kabeljauw bevindt zich al een aantal jaren in de problemen. Pogingen om de kabeljauwstand in de afgelopen jaren te herstellen hebben onvoldoende effect gehad. Hoewel het bestand toegenomen lijkt te zijn sinds het historische dieptepunt in 2006 is het nog steeds zo laag dat de aanwas van jonge vis in gevaar is. Het vangstquotum voor 2010 is 33.600 ton voor de Noordzee, Skagerrak, Kattegat en het Oostelijk Kanaal. Het quotumadvies op basis van het beheerplan is 32.240 ton. Om het bestand weer zo snel mogelijk binnen veilige biologische grenzen te krijgen moet de vangst volledig stopgezet te worden.

Noordzeeharing

Na een herstel in het begin van deze eeuw daalde de haringstand na 2004. Dit was het gevolg van een geringe aanwas van jonge haring. Jaarlijks worden weliswaar voldoende haringlarven geboren, maar slechts een gering aantal overleeft. Dit heeft mogelijk te maken met veranderingen in het zeemilieu en de gevolgen daarvan voor het voedsel van haring (dierlijk plankton). De stand van de volwassen haring is door verlaging van de visserijdruk gestabiliseerd rond de 1.29 miljoen ton. Het advies op basis van het beheerplan van de EU en Noorwegen is om voor 2011 een vangsthoeveelheid voor de visserij op consumptie haring toe te staan van 188.900 ton. De toegestane vangsthoeveelheid in 2010 is 164.300 ton.

Vervolg

De visserijbiologen geven de adviezen in juni zodat de Europese Commissie en de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2011 in de Raad van Visserijministers. De Commissie bespreekt de adviezen met de visserijsector en maatschappelijke organisaties in de Regionale Advies Raad van de Noordzee (Noordzee RAC). In november maakt de Europese Commissie voor een aantal bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsthoeveelheden voor 2011 vast. Indien de uitkomsten van de Noordzeebemonstering, die in het najaar plaatsvindt, wijzen op grote veranderingen in de visbestanden, dan kunnen de visserijbiologen het advies in oktober herzien.

Voor informatie over de Noordzeebemonstering (surveys met onderzoeksvaartuigen) zie www.surveyswageningenimares.wur.nl. Voor informatie over ICES zie www.ices.dk.