Universiteit van Amsterdam

UvA-onderzoekers zien mentale stoornis als netwerk van symptomen

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben een nieuwe verklaring voor mentale stoornissen, zoals depressies, ontwikkeld. Zij vatten een mentale stoornis op als een netwerk van symptomen, in plaats van een bepaalde biologische abnormaliteit. Deze netwerkopvatting zou een verklaring kunnen bieden voor het feit dat mentale stoornissen als depressie in vrij hoge mate erfelijk zijn, maar niemand tot nu toe het 'depressie-gen' heeft gevonden. De bevindingen van de UvA-onderzoekers zijn deze week gepubliceerd op de website van Behavioral and Brain Sciences.

Volgens de heersende opvatting doen directe relaties tussen symptomen er niet toe. Er is immers een biologische oorzaak die het ontstaan van alle symptomen verklaart. In het geval van depressie is een vaak gehoorde hypothese bijvoorbeeld dat depressiesymptomen veroorzaakt worden door serotoninetekort in het brein. In tegenstelling tot deze kijk presenteren de UvA-onderzoekers een netwerkbenadering waarin een mentale stoornis niet wordt opgevat als een biologische abnormaliteit, maar als een netwerk van symptomen die direct met elkaar verbonden zijn.

Intuïtief lijkt dit logisch. Twee symptomen van depressie zijn bijvoorbeeld slaapgebrek en vermoeidheid. In dit geval lijkt het zinniger om een direct verband te veronderstellen tussen die symptomen (namelijk: als je niet slaapt, word je moe) dan om een biologische oorzaak deze relatie te laten verklaren. Deze kijk sluit aan bij het steeds duidelijker wordende bewijs dat symptomen van een mentale stoornis niet goed door één bepaalde biologische abnormaliteit zijn te verklaren zijn. Ook past de visie bij de intuïtieve opvatting dat mensen waarschijnlijk enorm verschillen in hoe ze precies depressief worden.

Het netwerkmodel

De onderzoekers plaatsen kritische kanttekeningen bij de bestaande opvattingen en presenteren als alternatief het netwerkmodel. Daarnaast laten ze voor de comorbiditeit tussen depressie en gegeneraliseerde angst zien dat directe relaties tussen symptomen heel verschillend in sterkte kunnen zijn. Dit betekent dat sommige paden naar comorbiditeit waarschijnlijker zijn dan andere. Ook betekent het dat sommige symptomen 'gevaarlijker' zijn dan andere; als iemand een symptoom heeft dat sterk verbonden is met de andere symptomen uit het netwerk dan is dat een 'gevaarlijk' symptoom omdat iemand een verhoogde kans heeft om de andere symptomen ook te krijgen (vanwege die sterke verbindingen).

Publicatiegegevens

Cramer, A. O. J., Waldorp, L. J., Van der Maas, H. en Borsboom, D. Comorbidity: A network perspective. Behavioral and Brain Sciences (33, 137-193).

Verwijzingen
Volledige publicatie




Universiteit van Amsterdam