Provincie Overijssel


Zwolle, 5 juli 2010

Overheden moeten nadenken hoe in te spelen op klimaatverandering Overijssel bereidt zich voor op meer én minder water

De Overijsselse overheden bereiden zich nu al voor op hogere waterafvoeren als gevolg van klimaatverandering. En dat is hard nodig, zo bevestigden oud-minister Cees Veerman en klimaatdeskundige Bart van den Hurk van het KNMI vrijdag tijdens de bijeenkomst Water in beweging.

De Deltacommissie stelde onder leiding van Veerman in 2008 vast dat de overheid nu al moet nadenken over wat een veranderend klimaat betekent voor het waterbeheer in ons land. De zeespiegel gaat stijgen, tenminste 65 centimeter in 2100 en het IJsselmeer zal vaker aangesproken worden voor zoetwater in tijden van droogte. Daarom moet het peil van het IJsselmeer omhoog. Dat heeft gevolgen voor de afvoer van IJssel en Vecht in tijden van hoog water, die hun water minder goed kwijt kunnen. De rivieren krijgen vaker hoogwaterpieken te verwerken als gevolg van regenval en sneeuw.

Daar staat tegenover dat de landbouw en natuur in delen van Overijssel vaker te maken zullen krijgen met droogte, zo blijkt uit klimaatonderzoek. Momenteel geldt bijvoorbeeld een sproeiverbod in Twente vanwege de aanhoudende droogte. Daarnaast nemen de waterschappen maatregelen om de droogte in de toekomst te bestrijden, met name op de hogere zandgronden in Overijssel. Dijkgraaf Stefan Kuks van waterschap Regge en Dinkel: "We zijn in gesprek met de landbouw over de verondieping van watergangen en verhoging van het grondwaterpeil." LTO-bestuurslid Gerald Aveskamp riep op zijn beurt de gedeputeerde op om mee te werken aan onderzoek hoe de landbouw kan inspelen op de klimaatverandering.

Volgens Veerman is van de helft van de Nederlandse dijken niet duidelijk of ze voldoen aan de normen die de overheid stelt. "Bovendien", zo zei hij, "zijn die normen achterhaald. Sinds de jaren zestig is de Nederlandse bevolking anderhalf keer zo groot geworden is en de economie met een factor 6 gegroeid is. Als het mis gaat langs de grote rivieren is de schade enorm. Daarom moeten de overheid en de samenleving in actie komen, want het loopt niet los." Hij benadrukte dat de regionale overheden daarin een belangrijke rol spelen en riep hen op: "U bent niet gekozen om te aarzelen, maar om te handelen."

"Maar dat betekent niet dat alleen de overheid moet inspelen op de risico´s", aldus gedeputeerde Piet Jansen. "We moeten blijven werken aan de bescherming tegen hoog water, maar mensen moeten ook zelf voorbereid zijn. We gaan er allemaal van uit dat we hoog en droog zitten, maar slechts weinigen weten wat ze moeten doen als het onverhoopt wel een keer misgaat. Aan dat besef gaan we de komende tijd werken, samen met gemeenten en waterschappen."

Hij benadrukte het belang om vooruit te denken en te anticiperen op scenario's die de wetenschap ons aanreikt. "Maar we moeten ook nadenken over nieuwe bouwplannen: bouwen we wel op de goede plek? Zijn belangrijke voorzieningen en gebouwen hoogwatervrij? Daar ligt een belangrijke taak voor de gemeenten. We moeten met elkaar aan de slag, want als provincie alleen redden we het niet, daar ben ik van overtuigd."