Europees Hof v Justitie


Gerecht van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 72/10 Luxemburg, 6 juli 2010

Arresten in de zaken T-342/07 en T-411/07 Pers en Voorlichting Ryanair Holdings plc en Aer Lingus Group plc / Commissie

Verbod van overname van Aer Lingus door Ryanair is rechtsgeldig Het Gerecht bevestigt eveneens de weigering van de Commissie om Ryanair te gelasten, haar minderheidsbelang in Aer Lingus af te stoten Na de privatisering van Aer Lingus door de Ierse regering in 2006 verwierf Ryanair een belang van 19,16 % in het kapitaal van deze onderneming. Op 23 oktober 2006 bracht Ryanair een openbaar bod uit op het volledige aandelenkapitaal van Aer Lingus en een week later meldde zij de voorgenomen overname overeenkomstig de concentratieverordening1 aan bij de Commissie. Tijdens de looptijd van het openbare overnamebod verwierf Ryanair nog meer aandelen, zodat zij op 26 november 2006 25,17 % van het kapitaal van Aer Lingus hield. Op 27 juni 2007 gaf de Commissie een beschikking2 waarbij de voorgenomen overname van Aer Lingus door Ryanair onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt werd verklaard. Ryanair stelde tegen deze beschikking beroep in bij het Gerecht (zaak T-342/07). Na de Commissiebeschikking kocht Ryanair nog eens aandelen, waarmee zij haar belang in het kapitaal van Aer Lingus op 29,3 % bracht.
Zowel tijdens de procedure die tot de verbodsbeschikking leidde als na die beschikking verzocht Aer Lingus de Commissie, Ryanair te gelasten al haar aandelen in Aer Lingus af te stoten. De Commissie wees dit verzoek af bij beschikking van 11 oktober 2007, waarin zij te kennen gaf dat zij in het kader van de concentratieverordening niet bevoegd was om Ryanair te gelasten haar belang af te stoten, op grond dat de voorgenomen overname niet tot stand was gekomen en Ryanair enkel een minderheidsbelang bezat dat haar niet in staat stelde om feitelijk of rechtens zeggenschap over Aer Lingus uit te oefenen. Aer Lingus stelde tegen deze beschikking beroep in bij het Gerecht (zaak T-411/07). Bij beschikking van 18 maart 2008 wees de president van het Gerecht het parallel ingediende verzoek van Aer Lingus om voorlopige maatregelen af, waarmee moest worden voorkomen dat Ryanair haar stemrechten zou uitoefenen. In zijn arresten van heden bevestigt het Gerecht beide beschikkingen van de Commissie. Wat de verbodsbeschikking betreft, stelt het Gerecht vast dat geen van de door Ryanair aangevoerde argumenten de bevindingen van de Commissie in die beschikking in twijfel kan trekken, volgens welke de totstandbrenging van de concentratie een aanzienlijke belemmering zou betekenen voor een daadwerkelijke mededinging wegens een machtspositie die op verschillende markten vanaf of met bestemming Dublin, Cork en Shannon zou ontstaan. Die machtsposities zijn hetzij monopolistisch hetzij zeer omvangrijk en volstaan als zodanig ter bevestiging van de conclusie van de Commissie dat de totstandbrenging van de concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt moet worden verklaard.
Voorts heeft Ryanair geen argumenten naar voren gebracht die het oordeel van de Commissie in twijfel kunnen trekken dat de tijdens de administratieve procedure aangeboden verbintenissen, waarvan enkele wel zeer laat, geen uitvoerbare en duurzame oplossing zouden kunnen betekenen voor de belemmeringen van de mededinging als gevolg van de concentratie.


1 Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen.

2 C(2007) 3104 van 27 juni 2007 (zaak COMP/M.4439 ­ Ryanair/Aer Lingus). www.curia.europa.eu




Met betrekking tot de beschikking houdende weigering om Ryanair te gelasten haar belang af te stoten, stelt het Gerecht vast dat blijkens de concentratieverordening de verwerving van een belang dat als zodanig geen zeggenschap geeft over een onderneming ­ dat wil zeggen de mogelijkheid om een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van de onderneming ­ geen tot stand gebrachte concentratie in de zin van deze verordening vormt. Zonder daadwerkelijke zeggenschap van Ryanair over Aer Lingus kan het belang van Ryanair niet worden gelijkgesteld met een reeds tot stand gebrachte concentratie die de Commissie het recht zou verlenen om handelend op te treden. Nu dit het geval is, komt het Gerecht tot de slotsom dat de Commissie haar beschikking om Ryanair niet te gelasten haar belang in Aer Lingus af te stoten, naar de eis van het recht en de feiten heeft gemotiveerd.

NOTA BENE: Tegen de beslissing van het Gerecht kan binnen een termijn van twee maanden vanaf de betekening ervan een tot rechtsvragen beperkte hogere voorziening worden ingesteld bij het Hof.

NOTA BENE: Het beroep tot nietigverklaring strekt tot nietigverklaring van met het recht van de Unie strijdige handelingen van de instellingen van de Unie. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de lidstaten, de Europese instellingen en particulieren bij het Hof van Justitie of het Gerecht een beroep tot nietigverklaring instellen. Indien het beroep gegrond is, wordt de handeling nietig verklaard. De betrokken instelling moet in voorkomend geval voorzien in de door de nietigverklaring van de handeling ontstane leemte in de regelgeving.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht niet bindt. De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de website CURIA. Contactpersoon voor de pers: Stefaan Van der Jeught (+352) 4303 2170

www.curia.europa.eu