RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
10560/10
(OR. en)
PRESSE 156
PR CO 2
PERSMEDEDELING
3019e zitting van de Raad
Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Luxemburg, 7 en 8 juni 2010
Voorzitter Celestino CORBACHO CHAVES
minister van Arbeid en Immigratie van Spanje
Trinidad JIMÉNEZ GARCÍA-HERRERA
minister van Gezondheid en Sociaal Beleid van Spanje
Bibiana AÍDO ALMAGRO
minister van Gelijke Kansen van Spanje
7-8.VI.2010
10560/10 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad voerde een oriënterend debat over de Europa 2020-strategie en bereikte overeenstemming
over een EU-doelstelling betreffende sociale insluiting, met name door armoedevermindering, en
passende indicatoren, als bijdrage tot de bijeenkomst van de Europese Raad in juni. Ook kwam hij tot
een algemene oriëntatie met betrekking tot de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de
lidstaten met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie.
De Raad bekrachtigde het advies van het Comité voor sociale bescherming over "Solidariteit in de
gezondheidszorg: verkleining van de ongelijkheid op gezondheidsgebied in de EU" en was ingetogen
met het tussentijds gezamenlijk verslag van het Comité voor economische politiek (EPC)/Comité voor
sociale bescherming over pensioenen, in afwachting van de aanneming van het verslag door de twee
comités later in het jaar.
Voorts nam de Raad conclusies aan over de volgende vier aspecten van werkgelegenheid en sociaal
beleid:
* nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen;
* houdbare socialezekerheidsstelsels die toereikende pensioenen en doelstellingen inzake sociale
inclusie haalbaar maken;
* actief ouder worden;
* betere integratie van de Roma.
De ministers kwamen tot overeenstemming over het EU-standpunt in de respectieve (Stabilisatie- en)
Associatieraden met zes derde landen (Tunesië, Marokko, Algerije, Israël, Kroatië en de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië) inzake de aanneming van bepalingen betreffende de coördinatie
van de socialezekerheidsstelsels.
Tot slot nam de Raad een resolutie aan over het nieuw Europees kader ten behoeve van personen met
een handicap 2010-2020.
De Raad stemde zonder debat in met een ontwerp-verordening waarin de EU-voorschriften betreffende
de coördinatie van socialezekerheidsrechten worden uitgebreid tot onderdanen van derde landen.
Wat volksgezondheid en consumentenzaken betreft, heeft de Raad ingestemd met een ontwerp-richtlijn
betreffende de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg. De ministers wijdden
een oriënterend debat aan een ontwerp-verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie
aan de consumenten.
Voorts nam de Raad conclusies aan inzake:
* rechtvaardigheid en gezondheid in alle beleidsmaatregelen: solidariteit in de gezondheidszorg;
* acties ter vermindering van de zoutinname, met het oog op een betere volksgezondheid.
De gehele Raadszitting was openbaar (met uitzondering van de punten onder "diversen" voor
volksgezondheid en consumentenzaken) en te zien op de videostreamingpagina van de Raad:
http://video.consilium.europa.eu/ 7-8.VI.2010
1
Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
10560/10 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS..................................................................................................................................5
BESPROKEN PUNTEN
WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID..............................................................................8
Richtlijn betreffende het beginsel van gelijke behandeling.................................................................8
Voorbereiding van de Europese Raad in juni......................................................................................9
Ongelijkheid op gezondheidsgebied en pensioenen..........................................................................11
Houdbare socialezekerheidsstelsels die toereikende pensioenen haalbaar maken............................11
Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: de koers voor de toekomst.............................................12
Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels met zes derde landen..................................................13
Betere integratie van de Roma...........................................................................................................14
Actief ouder worden...........................................................................................................................14
Nieuw Europees kader ten behoeve van personen met een handicap................................................15
Lunchbespreking van de ministers van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid....................................15
VOLKSGEZONDHEID EN CONSUMENTENZAKEN.................................................................15
Rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg....................................................15
Voedselinformatie aan de consumenten............................................................................................18
Rechtvaardigheid en gezondheid in alle beleidsmaatregelen: solidariteit in de
gezondheidszorg.................................................................................................................................19
Vermindering van de zoutinname, met het oog op een betere volksgezondheid...............................19 7-8.VI.2010
10560/10 4
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
BUITENLANDSE ZAKEN
- Beperkende maatregelen tegen Liberia.................................................................................................................23
- Passende maatregelen tegen Madagaskar..............................................................................................................23
WERKGELEGENHEIDSBELEID
- Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering voor
Spanje en Ierland...................................................................................................................................................23
SOCIAAL BELEID
- Uitbreiding van de EU-voorschriften betreffende coördinatie van de sociale zekerheid......................................24
- Verdrag betreffende werkzaamheden in de visserijsector.....................................................................................24 7-8.VI.2010
10560/10 5
NL
DEELNEMERS
België:
mevrouw Joëlle MILQUET vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke
Kansen, verantwoordelijk voor het migratie- en asielbeleid
de heer Jean-Marc DELIZEE staatssecretaris van Sociale Zaken
Bulgarije:
de heer Totyu MLADENOV minister van Arbeid en Sociaal Beleid
de heer Peter STEFANOV plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Tsjechië:
de heer Petr IMERKA minister van Arbeid en Sociale Zaken
mevrouw Dana JURÁSKOVÁ minister van Volksgezondheid
Denemarken:
mevrouw Beneditke KIÆR minister van Welzijn
de heer Henrik HØEGH minister van Voedsel, Landbouw en Visserij
de heer Christian SCHØNAU staatssecretaris, Ministerie van Sociale Zaken
Duitsland:
mevrouw Ilse AIGNER minister van Voedselvoorziening, Landbouw en
Consumentenbescherming
de heer Philipp RÖSLER minister van Gezondheid
de heer Andreas STORM parlementair staatssecretaris van Onderwijs en Onderzoek
Estland :
de heer Hanno PEVKUR minister van Sociale Zaken
Ierland:
de heer Éamon Ó CUÍV minister van Sociale Bescherming
mevrouw Geraldine BYRNE NASON plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenland
de heer Andreas LOVERDOS minister van Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid
de heer Leonidas ROKANAS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Spanje:
de heer Celestino CORBACHO CHAVES minister van Arbeid en Immigratie
mevrouw Bibiana AÍDO ALMAGRO minister van Gelijke Kansen
mevrouw Trinidad JIMENEZ GARCÍA-HERRERA minister van Gezondheid en Sociaal Beleid
Frankrijk:
mevrouw Roselyne BACHELOT minister van Volksgezondheid
de heer Philippe LEGLISE-COSTA plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Italië:
de heer Maurizio SACCONI minister van Arbeid, Gezondheid en Sociaal Beleid
de heer Ferruccio FAZIO staatssecretaris van Arbeid, Gezondheid en Sociaal Beleid
Cyprus:
mevrouw Sotiroulla CHARALAMBOUS minister van Arbeid en Sociale Zekerheid
de heer Dionysis MAVRONIKOLAS secretaris-generaal, ministerie van Volksgezondheid 7-8.VI.2010
10560/10 6
NL
Letland :
de heer Uldis AUGULIS minister van Welzijn
de heer Didzis GAVARS minister van Volksgezondheid
Litouwen:
mevrouw Audron MORKUNIEN viceminister van Sociale Zekerheid en Arbeid
de heer Raimondas UKYS minister van Volksgezondheid
Luxemburg:
mevrouw Marie-Josée JACOBS minister van Gezinszaken en Integratie
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie
de heer Mars DI BARTOLOMEO minister van Gezondheid en Sociale Zekerheid
Hongarije:
de heer Miklòs RÉTHELYI minister van Natuurlijke Hulpbronnen
mevrouw Agnes VARGHA plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Malta:
mevrouw Dolores CRISTINA minister van Onderwijs, Werkgelegenheid en Gezin
de heer Joseph CASSAR staatssecretaris voor Gezondheid, ministerie van Sociaal
Beleid
Nederland :
de heer Piet Hein DONNER minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
de heer Peter W. KOK plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
de heer Rudolf HUNDSTORFER minister van Arbeid, Sociale Zaken en
Consumentenbescherming
de heer Alois STÖGER minister van Volksgezondheid
de heer Harald GÜNTHER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Polen :
mevrouw Ewa KOPACZ minister van Gezondheid
mevrouw Jolanta FEDAK minister van Arbeid en Sociale Zaken
de heer Radoslaw MLECZKO onderstaatssecretaris, ministerie van Arbeid en Sociaal
Beleid
de heer Adam FRONCZAK viceminister van Gezondheid
Portugal:
mevrouw Helena ANDRÉ minister van Arbeid en Sociale Zaken
mevrouw Ana JORGE minister van Volksgezondheid
Roemenië :
de heer Nicolae IVASCHESCU staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Gezin en Sociale
Bescherming
de heer Adrian STREINU CERCEL staatssecretaris, ministerie van Volksgezondheid
Slovenië:
mevrouw Anja KOPAC MRAK staatssecretaris, ministerie van Arbeid, Gezin en Sociale
Zaken
de heer Dorijan MARUIC minister van Volksgezondheid
Slowakije:
de heer Daniel KLACKO staatssecretaris, ministerie van Volksgezondheid
de heer Peter JAVORCÍK plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Finland:
mevrouw Paula RISIKKO minister van Gezondheid en Sociale Voorzieningen
mevrouw Anni SINNEMÄKI minister van Arbeid
de heer Juha REHULA minister van Sociale Zaken en Gezondheid 7-8.VI.2010
10560/10 7
NL
Zweden:
mevrouw Cristina HUSMARK PERSSON minister van Sociale Zekerheid
de heer Göran HÄGGLUND minister van Sociale Zaken
de heer Jan OLSSON plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Verenigd Koninkrijk:
de heer Chris GRAYLING minister van Werkgelegenheid
mevrouw Anne MILTON minister van Volksgezondheid
Commissie:
mevrouw Viviane REDING vicevoorzitter
de heer László ANDOR lid van de Commissie
de heer John DALI lid van de Commissie 7-8.VI.2010
10560/10 8
NL
BESPROKEN PUNTEN
WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID
Richtlijn betreffende het beginsel van gelijke behandeling
Aan de hand van een voortgangsverslag (9535/10 + 9535/10 COR 1) heeft het voorzitterschap de
Raad geïnformeerd over de stand van de besprekingen inzake de ontwerp-richtlijn betreffende de
toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of
overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid.
Het Spaanse voorzitterschap heeft een reeks redactievoorstellen gedaan betreffende de
werkingssfeer van de richtlijn, de verdeling van de bevoegdheden tussen de EU en de lidstaten en
de bepalingen inzake handicaps. Meer specifiek zijn de voorstellen van het voorzitterschap bedoeld
om de tekst in overeenstemming te brengen met het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie, het begrip discriminatie beter te definiëren, de werkingssfeer van de richtlijn te
verduidelijken en de bepalingen inzake handicaps nauwkeuriger te formuleren. Ondanks enige
vooruitgang moet over talrijke punten verder worden gesproken. Hiertoe behoren de bevoegdheids-
verdeling tussen de lidstaten en de EU, de specifieke bepalingen inzake handicap (bijv. de
werkingssfeer van de richtlijn, de financiële en praktische gevolgen ervan en de samenhang tussen
de richtlijn en meer gedetailleerde sectorale specificaties), het tijdpad voor uitvoering en de punten
inzake rechtszekerheid.
In het voorstel van de Commissie (11531/08) wordt ernaar gestreefd de bescherming tegen
discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid uit
te breiden tot gebieden buiten de arbeidsmarkt (bijv. sociale bescherming, waaronder sociale
zekerheid en gezondheidszorg, sociale voordelen, onderwijs, en toegang tot goederen en diensten,
waaronder huisvesting).
Rechtsgrondslag : Artikel 19 (betreffende maatregelen tegen discriminatie) van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie; eenparigheid van stemmen vereist voor een besluit
van de Raad, na goedkeuring door het Europees Parlement 7-8.VI.2010
10560/10 9
NL
Voorbereiding van de Europese Raad in juni
Met het oog op de voorbereiding van de Europese Raad op 17 juni 2010 hebben de ministers een
oriënterend debat gevoerd over Europa 2020 - een nieuwe strategie voor banen en groei, waarbij zij
tot overeenstemming kwamen over een EU-doelstelling betreffende sociale insluiting/armoede-
vermindering en passende indicatoren.
Op basis van een nota van het voorzitterschap (10025/1/10 REV 1) en een bijdrage van het Comité
voor sociale bescherming (CSB) (9964/10) heeft de Raad overeenstemming bereikt over een EU-
doelstelling op het gebied van de sociale insluiting/armoedevermindering en over passende
indicatoren, en zijn goedkeuring gehecht aan de volgende conclusies:
"De Raad is overeengekomen de Europese Raad voor te stellen:
* het gekwantificeerde kerndoel van de Europa 2020-strategie ter bevordering van sociale
insluiting, met name via armoedevermindering, zodanig te formuleren dat het beoogt uiterlijk in
2020 ten minste 20 miljoen mensen te behoeden voor het risico van armoede en uitsluiting;
* de drie door het Comité voor sociale bescherming opgestelde indicatoren te aanvaarden.
Evenzo is de Raad overeengekomen dat bij de bestrijding van armoede en uitsluiting integratie op
de arbeidsmarkt en in de samenleving moet worden gestimuleerd. Bij de uitvoering van de EU
2020-strategie zal er ruimte zijn voor verbetering van de bestaande instrumenten voor het meten van
de vorderingen bij de terugdringing van armoede en behoeftigheid en voor het verwerven van
inzicht in het verschijnsel uitsluiting van de arbeidsmarkt. Er moet beter rekening worden gehouden
met het verband tussen uitsluiting op de arbeidsmarkt en persoonlijke armoede.
De lidstaten kunnen vrijelijk hun nationale kerndoelen vaststellen op basis van de meest geschikte
indicatoren, rekening houdend met de nationale omstandigheden en prioriteiten. Zij zullen er daarbij
acht op slaan dat hun nationale kerndoelen ertoe bijdragen dat het kerndoel op EU-niveau wordt
gehaald.
De Raad meent ook dat de tussentijdse evaluatie van het EU-kerndoel in 2015, zoals voorgesteld
voor het Comité voor sociale bescherming, tevens een toetsing van de indicatoren dient te omvatten,
met volledige inachtneming van de rol van de lidstaten. In die evaluatie zouden ook economische
ontwikkelingen en verbeterde meetinstrumenten kunnen worden meegewogen." 7-8.VI.2010
10560/10 10
NL
De Commissie bracht de Raad op de hoogte van de resultaten van haar bilaterale ontmoetingen met
de lidstaten over de nationale kerndoelen.
Tevens bereikte de Raad overeenstemming over een algemene oriëntatie met betrekking tot
richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (10380/10 + 10380/10 COR 1) als
deel van de geïntegreerde richtsnoeren, in afwachting van de ontvangst van de adviezen van het
Europees Parlement en het Comité van de Regio's. Na ontvangst van deze adviezen zal de Raad het
besluit formeel aannemen, hoogst waarschijnlijk in oktober.
Voorts ontving de Raad van de voorzitter van het Comité voor de werkgelegenheid, de heer Bruno
Coquet, en de voorzitter van het Comité voor sociale bescherming, de heer Aurelio Fernandez,
informatie over hun bijdrage tot de Europa 2020-strategie (10031/10 + 9964/10). 7-8.VI.2010
10560/10 11
NL
Ongelijkheid op gezondheidsgebied en pensioenen
De Raad bekrachtigde het advies van het Comité voor sociale bescherming over "Solidariteit in de
gezondheidszorg: verkleining van de ongelijkheid op het gebeid van gezondheid in de EU"
(9960/10). In dit advies betoont het CSB zich ingenomen met de mededeling van de Commissie van
oktober 2009 (14848/09), waarin de verkleining van de ongelijkheid op het gebied van gezondheid
wordt aangemerkt als een kernpunt voor de sociale bescherming en de sociale insluiting. Ook
schetst het een aantal specifieke initiatieven die ondersteuning van de EU vergen, waaronder de
omschrijving van een beperkt aantal indicatoren, speciale maatregelen voor kwetsbare groepen,
uitwisseling van goede praktijken en de financiering van innovatieve maatregelen op het gebied van
ongelijkheid op gezondheidsgebied uit hoofde van het PROGRESS-programma. De Commissie
meent dat de verschillen in leef- en arbeidsomstandigheden en in toegang tot openbare diensten
leiden tot een sociale gradiënt in gezondheidsstatus; hierdoor bestaat er al bij de geboorte een
verschil in levensverwachting tussen de laagste en de hoogste sociaaleconomische groepen van tien
jaar bij mannen en zes jaar bij vrouwen.
Ook heeft de Raad nota genomen van het tussentijds gezamenlijk verslag van het Comité voor
economische politiek/Comité voor sociale bescherming over pensioenen (9989/10). Het tussentijds
verslag van beide comités beoogt de hervormingen van de pensioenstelsels in de EU opnieuw te
evalueren in het licht van de toegenomen uitdagingen, en tot een bijgewerkte agenda te komen voor
de verstrekking van passende en houdbare pensioenen. Meer specifiek wordt getracht de stand van
zaken op te maken van de vorderingen bij de pensioenhervorming gedurende de afgelopen 10-15
jaar, waarbij deze vorderingen tevens opnieuw beoordeeld worden in het licht van de problemen ten
gevolge van de crisis. Het tussentijds verslag zal bovendien op 8 juni 2010 worden voorgelegd aan
de Raad Ecofin, en de beide comités zullen een definitieve tekst opstellen die in de herfst, onder het
Belgische voorzitterschap, zal worden voorgelegd aan de Raden Ecofin en Epsco.
Houdbare socialezekerheidsstelsels die toereikende pensioenen haalbaar maken
De Raad heeft conclusies aangenomen over "Houdbare socialezekerheidsstelsels die toereikende
pensioenen en doelstellingen inzake sociale inclusie haalbaar maken" (9413/10). In deze conclusies
wordt specifiek ingegaan op de kwestie van de minimumpensioenen, of minimuminkomens-
regelingen. Door het aannemen van deze conclusies hebben de ministers het politiek signaal
afgegeven dat de Raad Epsco niet slechts aandacht schenkt aan de algemene problematiek van de
toereikendheid en de houdbaarheid van de pensioenen, maar zich, vanuit het oogpunt van de sociale
bescherming, wil concentreren op de bezorgdheid die onder de burgers leeft. Ook heeft de Raad de
lidstaten verzocht bijzondere aandacht te blijven schenken aan minimumpensioenen als instrument
ter bestrijding van armoede. 7-8.VI.2010
10560/10 12
NL
Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: de koers voor de toekomst
De Raad heeft conclusies aangenomen over "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: de koers
voor de toekomst ( 9183/1/10 REV 1), waarin hij de lidstaten ertoe aanspoort zich meer in te
spannen om de vaardigheden van burgers aan nieuwe uitdagingen aan te passen (bijvoorbeeld door
onderwijs- en opleidingsstelsels te moderniseren, de flexibiliteit van de onderwijs- en opleidings-
programma's te vergroten, de koppeling tussen onderwijs en opleiding en de arbeidsmarkt verder te
ontwikkelen, de arbeidsparticipatie van jongeren, ouderen, laaggeschoolden en andere kansarme
groepen te bevorderen, en de rol van overheidsdiensten voor arbeidsvoorziening te versterken). In
de conclusies wordt voorts de Commissie opgeroepen in het najaar van 2010 verdere stappen voor
te stellen om het "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen"-initiatief te ontwikkelen en te
overwegen om de rol van de EU-financieringsmechanismen in de ontwikkeling van maatregelen die
anticiperen op vraag naar en aanbod van vaardigheden, te versterken.
De conclusies zijn gebaseerd op de mededeling van de Commissie "Nieuwe vaardigheden voor
nieuwe banen - Anticipatie op en onderlinge afstemming van de arbeidsmarkt- en vaardigheids-
behoeften" (17537/08). Hoewel de namen sterk op elkaar lijken, staan deze conclusies los van het
vlaggenschipinitiatief "Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen" welke de Commissie heeft
aangekondigd in haar mededeling betreffende Europa 2020.
Ook nam de Raad nota van de bijdrage van het Comité voor de werkgelegenheid betreffende het
initiatief "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen" (8815/1/10 REV 1 + 8815/1/10 REV 1
COR 1). 7-8.VI.2010
10560/10 13
NL
Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels met zes derde landen
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over zes ontwerp-besluiten betreffende het EU-
standpunt in de respectieve (Stabilisatie- en) Associatieraden tussen de Europese Unie en zes derde
landen (Algerije, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Israël, Marokko en
Tunesië), op basis van compromisvoorstellen van het voorzitterschap (10215/10, 10216/10 +
10216/10 COR 1, 10217/10, 10219/10, 10223/10, 10225/10) en voorstellen van het voorzitterschap
betreffende de controle op het recht op de prestaties.
De Euro-mediterrane overeenkomsten tussen de EU, enerzijds, en Algerije, Israël, Marokko en
Tunesië, anderzijds, en de stabilisatie- en associatieovereenkomsten tussen de EU en Kroatië en de
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bevatten bepalingen voor een beperkte
coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten en de zes derde landen. Om deze
bepalingen in werking te kunnen laten treden, is een besluit vereist van de associatieraden en de
stabilisatie- en associatieraden met de verschillende landen.
De bepalingen van Verordening 1408/71 (betreffende de toepassing van de socialezekerheids-
regelingen op werknemers, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap
verplaatsen) en de bijbehorende uitvoeringsverordening 574/72 zijn bij Verordening 859/2003
uitgebreid tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder die
bepalingen vielen. Het in de overeenkomsten vervatte beginsel dat tijdvakken van verzekering die
werknemers uit derde landen in de verschillende lidstaten hebben vervuld, worden samengeteld met
betrekking tot het recht op bepaalde prestaties, is reeds in deze verordening vervat.
De aan de Raad voorgelegde ontwerp-besluiten bevatten uitvoeringsbepalingen die nog niet onder
Verordening 859/2003 vallen. Het betreft in het bijzonder de uitvoer van bepaalde prestaties naar
een van de zes partnerlanden alsmede de verlening van gelijke behandeling aan werknemers uit
derde landen die legaal in de EU gewerkt hebben en aan hun gezinsleden. Bovendien waarborgen
de ontwerp-besluiten dat de bepalingen betreffende de uitvoer van prestaties en de toekenning van
gelijke behandeling op basis van wederkerigheid ook van toepassing zijn op EU-werknemers die
legaal in een van deze zes partnerlanden werken alsmede op hun gezinsleden.
Rechtsgrondslag : Artikel 79, lid 2, onder b) (betreffende het immigratiebeleid) en artikel 218, lid 9
(betreffende de standpunten die worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht
lichaam), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; gekwalificeerde
meerderheid vereist voor een besluit van de Raad (in plaats van eenparigheid van stemmen uit
hoofde van het Verdrag van Nice); het Europees Parlement moet worden geïnformeerd. 7-8.VI.2010
10560/10 14
NL
Betere integratie van de Roma
De Raad heeft conclusies aangenomen over "Betere integratie van de Roma" (10058/10 + 10058/10
COR 1), waarin hij de Commissie en de lidstaten onder meer verzoekt voort te gaan met de
Europese en nationale beleidsintegratie van de Roma-problematiek, vooruitgang te maken met de
sociale en economische integratie van de Roma, en ervoor te zorgen dat de bestaande financiële
instrumenten van de EU, vooral de structuurfondsen, toegankelijk zijn voor de Roma. In de
conclusies wordt ook geconstateerd dat de levensomstandigheden van de Roma (van wie velen in
extreme armoede leven en gediscrimineerd en uitgesloten worden, slecht gehuisvest zijn, moeilijk
toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en een zwakke gezondheid hebben) de afgelopen jaren op veel
plaatsen verslechterd zijn, en dat de Roma in toenemende mate het slachtoffer zijn van zigeunerhaat
en geweld. In de conclusies wordt ook verheugd gereageerd op verschillende recente initiatieven,
zoals de herziening van Verordening 1080/2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling, de mededeling van de Commissie "De sociale en economische integratie van de
Roma in Europa" en de tweede Europese top over de Roma, op 8 en 9 april in Córdoba.
Actief ouder worden
De Raad heeft conclusies over "Actief ouder worden" aangenomen (9489/10 + 9489/10 COR 1 +
9489/10 COR 2 + 9489/10 COR 3), waarin opgeroepen wordt tot een grotere betrokkenheid van
ouderen, die een groot potentieel vormen voor het toekomstige concurrentievermogen en de
welvaart van Europa, zowel uit economisch als uit maatschappelijk oogpunt, door obstakels voor de
toegang tot de arbeidsmarkt uit de weg te ruimen, de arbeidsvoorwaarden te verbeteren,
discriminatie te bestrijden en te investeren in permanente scholing. Bij het aannemen van deze
conclusies heeft de Raad tevens geconstateerd dat de lidstaten in het kader van de Lissabon-
strategie (waarvan het doel was om in 2010 50% van de oudere werknemers aan het werk te
houden) de trend van vervroegde uittreding hebben omgebogen; de arbeidsparticipatie van mensen
tussen 55 en 64 jaar in de EU-27 is gestegen van 36,9% in 2000 naar 46,2% in het derde kwartaal
van 2009. In de conclusies wordt eraan herinnerd dat het aantal zestigplussers in de EU veel sneller
zal toenemen dan ooit tevoren, en dat de grootste stijging naar verwacht in de periode 2015-2035
zal plaatsvinden, wanneer het aantal 60-plussers jaarlijks met 2 miljoen zal toenemen. 7-8.VI.2010
10560/10 15
NL
Nieuw Europees kader ten behoeve van personen met een handicap
De Raad heeft een resolutie aangenomen over een nieuw Europees kader ten behoeve van personen met een
handicap (10173/10), waarin onder meer wordt opgeroepen tot een grotere inclusie van mensen met een
handicap en hun gezinnen in de maatschappij, door gehandicaptenvraagstukken in alle beleidsaspecten in te
bouwen, en door initiatieven op onderwijs- en werkgelegenheidsgebied alsmede op het gebied van sociale
zaken, internationale zaken en ontwikkeling op te zetten.
Deze resolutie sluit aan op de resolutie over de situatie van personen met een handicap die op
29 februari 2008 is aangenomen door de Raad Epsco (6769/08). Naar verwachting zal de Commissie in de
loop van 2010 de nieuwe Europese strategie ten behoeve van personen met een handicap 2010-2020
aannemen, die de inmiddels verstreken strategie uit 2004 zal vervangen. De nieuwe strategie zal naar
verwachting gericht zijn op de uitvoering van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een
handicap. Op 26 november 2009 heeft de Raad een besluit genomen betreffende de sluiting van dit verdrag
door de Europese Unie.
Het Spaanse voorzitterschap heeft een bijeenkomst belegd van de ministers die belast zijn met het
gehandicaptenbeleid en een conferentie over handicaps en persoonlijke autonomie, op 19-21 mei 2010 te
Zaragoza.
Lunchbespreking van de ministers van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
Tijdens de lunch werden de ministers van Sociaal Beleid en Werkgelegenheid geïnformeerd over de
bijeenkomst van de ministers van Werkgelegenheid van de G-20, op 21-22 april 2010 te Washington
(10542/10) en over een gezamenlijk achtergronddocument van het Comité voor de werkgelegenheid en de
Commissie over de werkgelegenheidscrisis: beleidsreacties, hun doeltreffendheid en de weg voorwaarts
(10184/10).
VOLKSGEZONDHEID EN CONSUMENTENZAKEN
Rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg
Heden heeft de Raad op basis van een compromisvoorstel van het Spaanse voorzitterschap overeenstemming
bereikt over een ontwerp-richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij
grensoverschrijdende gezondheidszorg (9948/10 + 9948/10 COR 1).
Tijdens de Raadszitting werd met name ingegaan op de volgende aspecten:
* de definitie van de lidstaat van aansluiting in verband met gepensioneerden die in het buitenland wonen;
* vergoeding en voorafgaande toestemming;
* de rechtsgrondslag;
* de bepalingen betreffende e-gezondheid. 7-8.VI.2010
10560/10 16
NL
Voor de eerste twee problemen was tijdens de Raad Epsco van 1 december 2009 geen oplossing
gevonden.
Wat de lidstaat van aansluiting betreft (waarbij het probleem vooral de terugbetaling betreft van
gezondheidszorgkosten van gepensioneerden die in een ander land van de EU dan hun vaderland
wonen en die in een derde lidstaat gezondheidszorg ontvangen), kwam de Raad overeen dat als
algemene regel de lidstaat die overeenkomstig Verordening 883/2004 bevoegd is tot het verlenen
van voorafgaande toestemming (d.w.z. de lidstaat waar de betrokkene woonachtig is) de kosten
vergoedt van grensoverschrijdende gezondheidszorg voor gepensioneerden. Wordt een
gepensioneerde behandeld in zijn land van herkomst, dan dient dat land de kosten van de
verstrekking van de gezondheidszorg te dragen.
Wat de verstrekkers van gezondheidszorg betreft, wordt er in het kader van het compromis naar
gestreefd dat patiënten die een gezondheidsbehandeling in een andere lidstaat wensen, in dat land,
ongeacht de verstrekker, dezelfde kwaliteits- en veiligheidsnormen genieten. Voorts kwam de Raad
overeen dat de lidstaten bepalingen kunnen vaststellen om te waarborgen dat patiënten, wanneer zij
grensoverschrijdende gezondheidszorg ontvangen, dezelfde rechten genieten als wanneer zij in een
vergelijkbare situatie gezondheidszorg in de lidstaat van aansluiting zouden ontvangen.
Wat de rechtsgrondslag betreft, opteerde de Raad voor een dubbele rechtsgrondslag, die voorziet
in een evenwicht tussen de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie betreffende de
toepassing van artikel 114 op gezondheidsdiensten en de bevoegdheden van de lidstaten, zoals die
zijn erkend in het Verdrag, betreffende de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten
(overeenkomstig artikel 168 betreffende de volksgezondheid).
Wat e-gezondheid betreft, bereikten de ministers overeenstemming over nauwe samenwerking
tussen de lidstaten en de Commissie op dit terrein.
De ontwerp-richtlijn bevat voorts de volgende essentiële onderdelen:
* normaliter mogen patiënten gezondheidszorg ontvangen in een andere lidstaat en ontvangen zij
ter zake een vergoeding die overeenkomst met het vergoedingsniveau voor dezelfde of een
vergelijkbare behandeling uit hoofde van hun nationale gezondheidsstelsel indien de
betrokkenen in het land van aansluiting recht op die behandeling hebben;
* indien er sprake is van dwingende redenen van algemeen belang (zoals het gevaar van ernstige
aantasting van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel) kan de lidstaat van
aansluiting de toepassing van de vergoedingsregels voor grensoverschrijdende gezondheidszorg
beperken; de lidstaten kunnen de uitgaande patiëntenstromen ook beheren door voor bepaalde
vormen van gezondheidszorg (die een ziekenhuisovernachting omvatten, een zeer
gespecialiseerde en kostenintensieve medische infrastructuur vereisen of aanleiding zouden
kunnen geven tot bezorgdheid in verband met de kwaliteit of de veiligheid van de zorg)
voorafgaande toestemming te verlangen of door het "portiersprincipe" toe te laten passen door
bijvoorbeeld de dienstdoende arts; 7-8.VI.2010
10560/10 17
NL
* met het oog op het beheer van de inkomende patiëntenstromen en om een voldoende en
permanente toegang tot gezondheidszorg op zijn grondgebied te waarborgen, kan de lidstaat van
behandeling, wanneer daar dwingende redenen voor zijn, maatregelen aannemen betreffende de
toegang tot behandeling;
* lidstaten van behandeling dienen er via nationale contactpunten voor te zorgen dat patiënten uit
andere EU-lidstaten op hun verzoek informatie ontvangen over de veiligheids- en kwaliteits-
normen op hun grondgebied, opdat de betrokkenen een bewuste keuze kunnen maken;
* de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de gezondheidszorg wordt versterkt,
onder meer op het gebied van e-gezondheid en door de ontwikkeling van Europese referentie-
netwerken waarin gespecialiseerde centra in verschillende lidstaten op vrijwillige basis verenigd
zullen zijn;
* de erkenning van in een andere lidstaat verstrekte recepten is verbeterd; vuistregel is dat indien
een product in een lidstaat op de markt mag worden gebracht, die lidstaat ervoor moet zorgen dat
recepten die voor dat product in een andere lidstaat worden afgegeven op zijn grondgebied
overeenkomstig de nationale wetgeving kunnen worden verstrekt;
* de verkoop van medische producten en medische apparatuur via internet, langdurige zorg in
verpleeghuizen en de toegang tot en allocatie van organen ten behoeve van transplantatie vallen
buiten het bereik van de ontwerp-richtlijn.
Doel van de ontwerp-richtlijn is de vergemakkelijking van de toegang tot veilige en hoogwaardige
grensoverschrijdende gezondheidszorg en het bevorderen van de samenwerking op het gebied van
de gezondheidszorg tussen de lidstaten. Het compromis is het resultaat van het voornemen van de
Raad volledig recht te doen aan de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie met betrekking
tot de rechten van patiënten in het kader van de grensoverschrijdende gezondheidszorg, en
tegelijkertijd het recht van de lidstaten te vrijwaren om hun eigen gezondheidszorgstelsels te
organiseren. De ontwerp-richtlijn verschaft helderheid met betrekking tot de rechten van patiënten
die zich in een andere lidstaat willen laten behandelen en vult de rechten aan die patiënten op EU-
niveau reeds bezitten dankzij de wetgeving betreffende de coördinatie van de socialezekerheids-
stelsels (Verordening 883/04).
Nadat de richtlijn door de juristen-vertalers is bijgewerkt, zal de Raad zijn standpunt in eerste lezing
bepalen en de tekst met het oog op een tweede lezing toezenden aan het Europees Parlement.
De ontwerp-richtlijn maakt deel uit van het pakket uit de sociale agenda van 2 juli 2008, en heeft
een drieledige doelstelling: waarborgen dat alle patiënten beschikken over zorg die veilig en van
goede kwaliteit is, patiënten steunen bij de uitoefening van hun rechten op grensoverschrijdende
gezondheidszorg, en de samenwerking tussen de gezondheidszorgstelsels verbeteren. De tweede
doelstelling beoogt met name de jurisprudentie van het Hof van Justitie inzake vergoeding van de
kosten van grensoverschrijdende gezondheidszorg te codificeren, waarbij een "derde methode" voor
vergoedingen vermeden wordt ( in aanvulling op Verordening 883/04 en de ontwerp-richtlijn). 7-8.VI.2010
10560/10 18
NL
Voedselinformatie aan de consumenten
Op basis van twee vragen van het voorzitterschap betreffende de leesbaarheid en de
verantwoordelijkheden (10273/10) heeft de Raad een oriënterend debat gewijd aan een ontwerp-
verordening betreffende voedselinformatie aan de consumenten, of, meer specifiek, de informatie
op etiketten.
Wat de leesbaarheid betreft, bepleitten de ministers een verplichte minimale lettergrootte, al
beaamden zij dat ook andere criteria, zoals contrast, de kleur van de letters, de onderlinge afstand
van de letters enz. een rol spelen.
Wat de verantwoordelijkheid van de bedrijven in de voedingsketen betreft, steunden enkele
lidstaten de aanpak van de Commissie, waarbij in de verordening een artikel moet worden
opgenomen waarin de verantwoordelijkheden worden gespecificeerd waarvan ieder bedrijf in de
voedingsketen zich krachtens zijn rol daarin dient te kwijten, terwijl een fors aantal andere
delegaties artikel 17 van de algemene levensmiddelenwetgeving (Verordening 178/2002)
toereikend acht.
Enkele lidstaten lieten weten dat zij ook graag zouden zien dat de oorsprong van bepaalde
producten verplicht wordt vermeld.
De ontwerp-verordening strekt tot invoering van verplichte voedingswaarde-etikettering, tot
specificatie van de verantwoordelijkheden waarvan ieder bedrijf in de voedingsleveringsketen zich
dient te kwijten, en ter verbetering van de leesbaarheid van de informatie ten behoeve van de
consument.
Rechtsgrondslag: Artikel 114 (betreffende de interne markt) van het Verdrag betreffende de
werking van de EU; gekwalificeerde meerderheid vereist voor een besluit van de Raad; normale
wetgevingsprocedure, waarbij het advies in eerste lezing van het Europees Parlement op
15 juni 2010 wordt verwacht. 7-8.VI.2010
10560/10 19
NL
Rechtvaardigheid en gezondheid in alle beleidsmaatregelen: solidariteit in de gezondheidszorg
De Raad heeft conclusies aangenomen over "Rechtvaardigheid en gezondheid in alle beleids-
maatregelen: solidariteit in de gezondheidszorg" (9947/10), die een kader bieden voor maatregelen
van de Commissie en de lidstaten.
Door de aanneming van deze conclusies heeft de Raad de Commissie verzocht de effectiviteit te
beoordelen van maatregelen voor de vermindering van ongelijkheden op gezondheidsgebied. De
lidstaten wordt verzocht hun beleid en acties voor het verminderen van ongelijkheden op
gezondheidsgebied verder te ontwikkelen en beleidsmaatregelen uit te voeren die tot doel hebben
alle kinderen een goede start in het leven te bieden, met onder meer acties om zwangere vrouwen en
ouders te ondersteunen. De ministers waren ook bezorgd over het feit dat kwetsbare en maat-
schappelijk uitgesloten groepen zoals werklozen, daklozen, mensen met psychische problemen,
gehandicapten en leden van etnische minderheden zoals de Roma, doorgaans kampen met een
bijzonder slechte gezondheid.
Het terugdringen van de verschillen op gezondheidsgebied is een van de prioriteiten van het
18-maandenprogramma van het Spaanse, het Belgische en het Hongaarse voorzitterschap op het
gebied van de volksgezondheid.
Tijdens hun informele bijeenkomst te Madrid op 22-23 april hebben de ministers van Volks-
gezondheid van de EU erop gewezen dat vorderingen moeten worden geboekt bij de monitoring van
de sociale gezondheidsdeterminanten en dat de verschillen op gezondheidsgebied moeten worden
beperkt.
Vermindering van de zoutinname, met het oog op een betere volksgezondheid
De Raad heeft conclusies aangenomen over "Acties ter vermindering van de zoutinname, met het
oog op een betere volksgezondheid" (9827/10), waarin de lidstaten onder meer worden opgeroepen
nationale beleidsmaatregelen op het gebied van voeding te versterken of te ontwikkelen om de
zoutconsumptie tot een passend niveau terug te brengen, bijvoorbeeld door levensmiddelen-
producenten aan te moedigen het zoutgehalte van levensmiddelen zoveel mogelijk te verminderen.
De Commissie wordt verzocht te bezien wat de laagste zoutgehalten zijn die thans op EU-niveau
worden bereikt in de verschillende levensmiddelencategorieën om na te gaan wat per categorie
technisch haalbaar is.
Volgens de conclusies is er sterk wetenschappelijk bewijs dat de huidige hoge zoutconsumptie in
geheel Europa een belangrijke oorzaak van verhoogde bloeddruk, en dus van hart- en vaatziekten, is
(de dagelijkse zoutinname van de meeste Europeanen bedraagt 8 à 11 gram, hetgeen ver boven de
aanbevolen dagelijkse inname van 4 à 5 gram ligt). De hoge zoutinname in Europa kan, behalve
voor de bloeddruk, ook rechtstreeks schadelijk zijn, wegens het grotere risico op beroerten, linker
ventriculaire hypertrofie en nierziekten. Volgens de "European Cardiovascular Disease Statistics"
van 2008 zijn hart- en vaatziekten de oorzaak van bijna de helft van alle sterfgevallen in de EU,
namelijk 42% oftewel meer dan 2 miljoen; de totale kosten voor hart- en vaatziekten in de EU in
2006 bedroegen 192 miljard euro. 7-8.VI.2010
10560/10 20
NL
Diversen
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
Sociale bescherming van zelfstandigen en meewerkende echtgenoten
Het voorzitterschap informeerde de Raad over de door het Europees Parlement en de Raad in
tweede lezing bereikte overeenstemming over de ontwerp-richtlijn (10443/10). Met deze nieuwe
wetgeving wordt aanmerkelijke verbetering gebracht in de sociale bescherming van zelfstandigen
en van de meewerkende echtgenoten van zelfstandigen, die vaak een bijdrage leveren aan de
zelfstandige activiteiten van hun echtgenoot zonder dat zij de bijbehorende rechten genieten. Met
deze tekst wordt dan ook een belangrijke bijdrage geleverd tot het wegnemen van obstakels voor
vrouwelijk ondernemerschap en tot de verbetering van de positie van meewerkende echtgenotes, die
nu uit eigen hoofde bescherming genieten. Daarnaast krijgen vrouwelijke zelfstandigen en
meewerkende echtgenotes recht op minimaal 14 weken ouderschapstoelage. Ook in het nationaal
recht erkende levenspartners vallen onder de richtlijn. Na de bijwerking van de tekst door de
juristen-vertalers zal de Raad de tekst naar verwachting zonder discussie aannemen op 24 juni.
Europees Sociaal Fonds: vereenvoudiging van de procedures
De Raad nam nota van de informatie over de vereenvoudiging van de procedures van het Europees
Sociaal Fonds (ESF) die door de Commissie op verzoek van de Italiaanse delegatie werd verstrekt.
Tijdens de zitting van de Raad Epsco van 8 maart 2010 heeft de Italiaanse delegatie een nota
ingediend met de titel "Het Europees Sociaal Fonds: Ideeën met het oog op vereenvoudiging en
vooruitzichten" (officieuze vertaling) (6968/10).
Volksgezondheid en consumentenzaken
Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging
De Raad nam nota van de informatie van het voorzitterschap over de stand van de voorbereidingen
op de Conferentie van de partijen (CoP4) bij het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging, op
5-6 november 2010 in Uruguay. Tijdens deze conferentie zal vooral worden gesproken over het
protocol betreffende de illegale handel in tabaksproducten. 7-8.VI.2010
10560/10 21
NL
Geneesmiddelenpakket
De Raad nam nota van een voortgangsverslag van het voorzitterschap betreffende de stand van de
onderhandelingen over het voorkomen dat vervalste geneesmiddelen in de legale genees-
middelendistributieketen belanden (10469/10). Ook lichtte het voorzitterschap de Raad mondeling
in over de vorderingen bij de besprekingen over het versterken van het huidige geneesmiddelen-
bewakingssysteem (om patiënten te beschermen tegen bijwerkingen van geneesmiddelen). Wat
betreft het gedeelte van het geneesmiddelenpakket dat betrekking heeft op de geneesmiddelen-
bewaking, zal het voorzitterschap zich inspannen om voor eind juni een akkoord in eerste lezing
met het Europees Parlement te bereiken.
Groep volksgezondheid op het niveau van hoge ambtenaren
De ministers namen nota van informatie van het voorzitterschap omtrent de conclusies van de
Groep volksgezondheid op het niveau van hoge ambtenaren betreffende de kwaliteit van de
gezondheidszorg en patiënten en de kwaliteit van de gezondheidzorg (10392/10).
Wederzijdse erkenning van kwalificaties voor gezondheidswerkers
De Deense delegatie, die werd bijgevallen door de Zweedse delegatie, liet de Raad weten dat zij
graag zou zien dat de uitwisseling van informatie over vergunningen voor gezondheidswerkers
tussen de lidstaten werd versterkt (10766/10).
Bescherming van kinderen met betrekking tot speelgoed
De Duitse delegatie, die werd bijgevallen door de Oostenrijkse en de Italiaanse delegatie, verzocht
de overige lidstaten en de Commissie zich gezamenlijk in te spannen voor verdere verbetering van
de speelgoedrichtlijn en voor een hoog beschermingsniveau voor kinderen (10605/10).
Verholen kosten van internet - Richtlijn Consumentenrechten
De Raad nam er nota van dat de Duitse delegatie Europese wetgeving wenst tegen de verholen
kosten van internet (10604/10). 7-8.VI.2010
10560/10 22
NL
Horizontale kwesties
Conferenties
Spanje informeerde de Raad over de resultaten en conferenties tijdens zijn voorzitterschap op het
gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid (10504/10) en volkgezondheid en
consumentenbescherming (10393/10).
Werkprogramma van het aantredende voorzitterschap
In haar hoedanigheid van aantredend voorzitter informeerde de Belgische delegatie de ministers
over haar werkprogramma op het gebied van werkgelegenheid, sociaal beleid, volksgezondheid en
consumentenbescherming gedurende het komende halfjaar. 7-8.VI.2010
10560/10 23
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
BUITENLANDSE ZAKEN
Beperkende maatregelen tegen Liberia
De Raad nam een verordening aan betreffende beperkende maatregelen tegen Liberia. De nieuwe
verordening beoogt Verordening 234/2004 aan te passen aan Resolutie 1903 (2009) van de VN-
Veiligheidsraad, waarbij de beperkende maatregelen van de VN inzake wapens en aanverwant
materieel en verstrekking van bijstand, advies en opleiding in verband met militaire activiteiten
worden gewijzigd door deze beperkende maatregelen uitsluitend van toepassing te doen zijn op
niet-gouvernementele entiteiten (9241/10).
Passende maatregelen tegen Madagaskar
De Raad nam passende maatregelen tegen Madagaskar, overeenkomstig artikel 96 van de
Overeenkomst van Cotonou.
Zie voor nadere informatie de persmededeling 10475/1/10 REV 1
WERKGELEGENHEIDSBELEID
Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de
globalisering voor Spanje en Ierland
De Raad nam vier besluiten aan waarbij in totaal 12,2 miljoen euro uit het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering EFG) beschikbaar wordt gesteld voor de ondersteuning van
ontslagen werknemers in Spanje en Ierland alsook voor technische bijstand. Er is een bedrag van
6,60 miljoen euro uitgetrokken voor ontslagen werknemers in de Spaanse sector die zich bezighoudt
met de productie van keramische producten en 1,95 miljoen euro voor ontslagen werknemers in de
Spaanse sector vervaardiging van deuren en deurlijsten. Daarnaast is 2,57 miljoen euro bestemd
voor ontslagen werknemers van de Ierse onderneming Waterford Crystal en drie van de leveranciers
ervan. De steunmaatregelen moeten door de lidstaten worden medegefinancierd en omvatten onder
meer opleiding, beroepsvoorlichting, hulp bij het zoeken van werk en het opzetten van een eigen
zaak. Een bedrag van 1,11 miljoen euro wordt beschikbaar gesteld voor technische bijstand, met
name op het gebied van observatie en informatie- en adviesverstrekking aan de lidstaten,
deskundigenvergaderingen en seminars, de totstandbrenging van een kennisbasis en de tussentijdse
evaluatie van het EFG. 7-8.VI.2010
10560/10 24
NL
SOCIAAL BELEID
Uitbreiding van de EU-voorschriften betreffende coördinatie van de sociale zekerheid
De Raad heeft een akkoord bereikt over een ontwerp-verordening die ertoe strekt op legaal in de EU
verblijvende derdelanders die zich in een grensoverschrijdende situatie bevinden dezelfde regels
voor de coördinatie van de socialezekerheidsrechten toe te passen als die welke gelden voor de
Europese burgers (10442/10).
Verdrag betreffende werkzaamheden in de visserijsector
De Raad heeft een besluit aangenomen waardoor de lidstaten worden gemachtigd het Verdrag
betreffende werkzaamheden in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) te
bekrachtigen op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen (16923/1/09
REV 1 + 10355/10 ADD 1).
Het Verdrag betreffende werkzaamheden in de visserijsector ("Verdrag 188"), dat in juni 2007
tijdens de Internationale Arbeidsconferentie te Genève is aangenomen, heeft ten doel de
arbeidsomstandigheden van werkers aan boord van vissersvaartuigen te verbeteren. Het voorziet
met name in internationale minimumnormen voor de visserijsector zoals arbeidsvoorwaarden, recht
op repatriëring, en regels voor huisvesting en voeding, bedrijfsveiligheid en bescherming van de
gezondheid, medische verzorging en sociale zekerheid.
Raad van de Europese Unie