Hoogste rechter laat spamboetes Speko/van Leerdam's in stand
* Publicatiedatum 07-07-2010
* Soort Gerechtelijke uitspraken
* Beslisdatum 02-07-2010
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 2 juli
2010 in hoger beroep uitspraak gedaan in een langlopende juridische
procedure tussen OPTA en de ondernemingen Speko en Van Leerdam's. OPTA
heeft deze ondernemingen reeds in 2005 beboet wegens overtredingen van
het spamverbod. Het CBb bepaalt dat OPTA in haar onderzoek artikel 6
van het EVRM (het recht op een eerlijk proces) had geschonden. Vanwege
deze procedurefout vernietigt het CBb eerdere beslissingen van OPTA in
deze zaak. Maar omdat OPTA onomstotelijk heeft bewezen dat deze
bedrijven zich wel schuldig hebben gemaakt aan het versturen van spam,
laat het CBb de rechtsgevolgen van deze beslissingen in stand. Dit
betekent dat Speko en Van Leerdam's de opgelegde boetes van
respectievelijk 17.500 euro en 27.500 euro moeten gaan betalen.
Overwegingen CBb
Het CBb heeft reeds in haar tussenuitspraak van januari 2009
geconcludeerd dat OPTA's besluiten in strijd waren met artikel 6 EVRM.
Daarom vernietigt het CBb de boetebesluiten. Het CBb oordeelt
vervolgens dat er wel voldoende redenen zijn om de rechtsgevolgen van
de bestreden besluiten - dat wil zeggen: de opgelegde boetes - in stand
te laten. Het CBb stelt onder meer vast dat uit het bewijsmateriaal
zonder meer blijkt dat de betrokken ondernemingen het spamverbod hebben
overtreden. Zij verzonden commerciële e-mails aan natuurlijke personen
en hebben niet kunnen aantonen dat ze beschikten over de wettelijk
verplichte voorafgaande toestemming voor die verzending. Het staat ook
vast dat Speko de verzender was van de eerste spamrun. Het CBb ziet
geen reden waarom OPTA onderzoek had moeten doen naar Speko's verweer
dat mogelijk een ander de berichten met opzet zou hebben verzonden om
haar in een kwaad daglicht te stellen. Die berichten verwezen namelijk
op geen enkele manier naar Speko: van in een kwaad daglicht stellen kon
daarom geen sprake zijn. Het CBb vindt verder dat OPTA ook voldoende
heeft bewezen dat in de door Speko verzonden berichten geen geldige
afmeldmogelijkheid was opgenomen.
`Boete niet onevenredig hoog'
Ook over de hoogte van de boetes is het CBb duidelijk: die zijn in
overeenstemming met OPTA boetebeleid vastgesteld. Bij de hoogte van de
boete heeft OPTA voldoende rekening gehouden met de ernst van de
overtredingen en heeft OPTA terecht betrokken ondernemingen aangemerkt
als overtreder. Ondernemingen die (internet)marketeers inschakelen,
hebben een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat de wettelijke
regels worden nageleefd. Ook het feit dat de boetes zijn gepubliceerd
heeft volgens het CBb geen invloed op de hoogte van de boete omdat in
dit geval de boetes niet onevenredig hoog zijn.
Juridische procedure
Nadat OPTA eind 2005 Speko en van Leerdam's boetes heeft opgelegd,
hebben beide bedrijven bezwaar aangetekend tegen de boete. In april
2006 heeft OPTA deze bezwaren ongegrond verklaard. Vervolgens hebben
Speko en Van Leerdam's beroep ingediend bij de rechtbank. De rechtbank
Rotterdam heeft mei 2007 uitspraak gedaan en besloten dat OPTA de
bezwaren opnieuw moest behandelen. Tevens vond de rechter dat OPTA de
personalia van indieners van spamklachten aan de overtreders moest
overleggen. OPTA is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij het
CBb. Tegelijkertijd is OPTA gestart met het opnieuw behandelen van de
bezwaren. Februari 2008 heeft OPTA nieuwe beslissingen op bezwaar
genomen. Het CBb heeft januari 2009 een tussenuitspraak genomen in het
hoger beroep en bepaald dat OPTA ten onrechte geen volledige inzage in
het bewijsmateriaal, met name de daadwerkelijke spamklachten, had
gegeven aan de overtreders. Dit is een schending van het recht op een
eerlijk proces, zoals bepaald in artikel 6 EVRM. OPTA heeft vervolgens
de personalia van de klagers, die daarvoor toestemming hadden gegeven,
alsnog verstrekt aan de overtreders. Het CBb heeft nu definitief
uitspraak gedaan in het hoger beroep en de boetes aan Speko en Van
Leerdam's in stand gelaten. Wel oordeelt het CBb dat OPTA's besluiten
in strijd waren met artikel 6 EVRM.
Aanpassing van procedure spamonderzoek
Naar aanleiding van de rechterlijke beslissingen in deze hele procedure
heeft OPTA zijn onderzoeks- en besluitvormingsprocedures inmiddels
aangepast zodat van strijd met artikel 6 EVRM in lopende (en eerdere)
onderzoeken op dit punt geen sprake meer is.
Relevante publicaties
...
* Rechter draagt OPTA op nader onderzoek te doen in spamzaak
* 60.000 Euro boete voor drie spammers
Zie het origineel