Gemeente Utrecht


2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
75 Vragen van mevrouw S.M.L. Bottse en de heer M.G.M. Rottier
(ingediend op 7 juni 2010

en antwoorden door het college verzonden op 6 juli 2010)


Schriftelijke Vragen inzake Stemmen zonder paspoort in 2011?

Van de ruim 243.200 Utrechtse stemgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 heeft 52,5% een stem uitgebracht op 3 maart 2010. In de week na 3 maart kreeg GroenLinks veel signalen dat er groepen zijn die niet in het bezit zijn van een geldig legitimatiebewijs om van hun stemrecht gebruik te maken. Onder hen een grote groep ouderen, meestal woonachtig in zorginstellingen, die geen rijbewijs of paspoort meer hebben. Er kwamen ook signalen van mensen met een smalle beurs die het niet kunnen betalen. Daarnaast is er de groep mensen die principieel niet gaat stemmen, omdat zij zich niet wensen te legitimeren om van dit grondrecht gebruik te maken. Straks op 9 juni 2010 bij de verkiezingen voor de tweede kamer zullen deze mensen wederom geen gebruik maken van hun stemrecht.
GroenLinks wil graag inzicht hebben in de omvang van de gevolgen van de identificatieplicht om te kunnen stemmen. GroenLinks zou graag zien dat meer mensen de gang naar de stembus kunnen maken. En ziet dus ook graag dat er maatregelen worden genomen om de opkomst te bevorderen. Met het oog op de verkiezingen van de provinciale staten in maart 2011 heeft GroenLinks de volgende vragen:

1. Hoeveel kiesgerechtigde bewoners van Utrecht zijn niet in het bezit van een geldig legitimatie bewijs, zoals bedoeld in artikel J24 van de kieswet (zie bijlage)?


Zoals bekend heeft het kabinet besloten de identificatieplicht bij verkiezingen te versoepelen. Kiezers mogen nu zich identificeren met identiteitsdocumenten die maximaal vijf jaar zijn verlopen. Hierdoor is de problematiek drastisch beperkt. In de gemeente Utrecht konden maximaal 574 kiezers niet aan de Tweede Kamerverkiezingen deelnemen, vanwege het ontbreken van een geldig legitimatiebewijs. Dit aantal is waarschijnlijk nog ( fors) lager. De gemeente beschikt namelijk niet over de gegevens van personen die in het bezit zijn van een rijbewijs dat minder dan 5 jaar verlopen is. Ook beschikt de gemeente niet over de gegevens van kiezers die door een beperking geen behoefte meer hebben aan een legitimatiebewijs.


2. In artikel 1, lid 2 van de wet op de identificatieplicht staat dat de Minister van Justitie, al dan niet voor een bepaald tijdvak, documenten kan aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen anderen dan de genoemde documenten in lid 1 (zie bijlage). Is het college bereid hier op aan te dringen bij de minister? (GroenLinks heeft hierbij ingedachte onder andere de 65+pas).


Nee, het door het kabinet genomen besluit ter versoepeling van de identificatieplicht bij het stemmen heeft er toe geleid dat slechts een beperkt aantal kiezers niet beschikt over een identiteitsbewijs waarmee men aan de verkiezingen kan deelnemen. De 65 + pas is overigens in 2005 afgeschaft.

3. Alle mensen woonachtig in verzorgingstehuizen etc. zijn bekend in de gemeentelijke basisadministratie en in de administratie van de verzorgingstehuizen. Men kent zijn bewoners. Ziet het college mogelijkheden om bij wijze van experiment voor deze specifieke groep mensen een uitzondering te bepleiten bij de minister van Justitie? Dan wel een Utrechts initiatief te ontwikkelen?


Nee, zie het antwoord op vraag 2. Van de 574 personen zijn er slechts 138 personen die in een verpleeghuis of in een andere (zorg)instelling verblijven en niet beschikken over een identiteitsbewijs waarmee men aan de verkiezingen kan deelnemen.


4. Bij het stemmen met een kiezerspas, kan een stem worden uitgebracht per volmacht in een andere gemeente zonder dat de volmachtgever een kopie identiteitsbewijs hoeft mee te geven. Kan het college deze kiezerspas ook mogelijk maken binnen de gemeente zelf? Indien dit landelijk wordt bepaald, is het college bereid zich daar voor in te zetten?


Nee, ook met een stempas kan per volmacht worden gestemd zonder dat de volmachtgever een kopie van een identiteitsbewijs heeft meegegeven. Men moet dan wel bij de gemeente een officiële volmacht aanvragen.


5. Het is goed dat de gemeente alle stemgerechtigden waarvan bekend is dat ze geen legitimatie hebben een brief hierover gestuurd hebben. In deze brief staat dat een formulier voor het aanvragen van een volmacht te downloaden is van de Utrechtse website. Deelt het college de mening van GroenLinks dat een belangrijk deel van de stemgerechtigden zonder legitimatie, de ouderen, vaak niet beschikken over internet en het simpeler is om direct het betreffende formulier mee te sturen?


Ja, in het vervolg zal het betreffende aanvraagformulier worden toegezonden.


Bijlage

http://lexius.nl/kieswet/artikelj24
Artikel J 24 Kieswethttp://lexius.nl/kieswet/artikelj24/lid1
1.
http://lexius.nl/kieswet/artikelj24/lid1Tot de stemming wordt slechts toegelaten de kiezer die bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen, voor zover:
a. de voorzitter van het stembureau de identiteit van de kiezer heeft vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ;
b. de kiezer in het bezit is van de hem toegezonden of ingevolge artikel J 8 uitgereikte stempas, dan wel een kiezerspas of een volmachtbewijs.
http://lexius.nl/kieswet/artikelj24/lid2
2.
http://lexius.nl/kieswet/artikelj24/lid2De in het eerste lid, onder a, bedoelde vaststelling van de identiteit kan ook geschieden aan de hand van een kopie van het proces-verbaal dat van een vermissing van het document op ambtseed is opgemaakt door een opsporingsambtenaar van de Nederlandse, onderscheidenlijk de Nederlands-Antilliaanse of de Arubaanse politie, in combinatie met een document van de kiesgerechtigde op diens naam en voorzien van zijn foto.

http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht
http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/hoofdstuk1
Artikel 1 wet op de identificatieplicht
Hoofdstuk I. Aanwijzing van documentenhttp://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/artikel1
Artikel 1http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/artikel1/lid1
1.
http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/artikel1/lid1Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:
1°. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of tweede lid, van de Paspoortwet ;
2°. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie;
3°. een geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de houder de nationaliteit van die andere lidstaat bezit;
4°. een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 of een rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waarvan de houder in Nederland woonachtig is, zolang de bij de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken, aan de houder geen administratieve maatregel bedoeld in paragraaf 9 van hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet 1994 is opgelegd of aan hem niet de bijkomende straf bedoeld in artikel 179 van die wet is opgelegd en mits het rijbewijs is voorzien van een pasfoto van de houder.
http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/artikel1/lid2
2.
http://lexius.nl/wet-op-de-identificatieplicht/artikel1/lid2Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.


---- --