Ingezonden persbericht


Geen tracé door Glaudé !

Buurtgenootschap Zuiderpark start een petitie tegen de aanleg van het nieuwe tram tracé dwars door de panden van Glaudé. Hiermee wil het genootschap de sloop omwille van de tramlijn voorkomen. De gemeenteraad zal in korte termijn gaan stemmen voor het definitieve nieuwe tracé. In eerdere plannen werd de tramlijn juist omgeleid door de oude stationsweg. In de nieuwste tekeningen gaat de tram juist dwars door de panden. Het is voor Groningen een belangrijk stadsgezicht wat juist gekoesterd dient te worden. Als een van de laatste panden van het oude stationsgebied moeten deze juist voor sloop behouden blijven meent het buurtgenootschap. Er zou eerder gekeken moeten worden de panden te laten fungeren als conferentie ruimte, grand café en cultuur.

De petitie kan getekend worden op: http://petities.nl/petitie/stop-de-sloop-van-het-stadsgezicht-glaude-aan-de-hereweg-te-groningen

Historie:

De kop van de Hereweg - het zogeheten Glaudé-terrein - staat op de nominatie te worden gesloopt. Daarmee dreigt onder andere een beeldbepalende oude theekoepel te verdwijnen. De koepel werd in 1888 gebouwd in opdracht van uitgever en boekhandelaar Popko Noordhoff. De gemeenteraad stond de bouw toe op de uitdrukkelijke voorwaarde dat de grond ten noorden ervan 'nimmer zal mogen worden bebouwd'. Maar in 1926 was het gemeentebestuur de voorwaarde al vergeten en mocht rijwielhandelaar Hendrik Weits er bouwen, het huidige Chinees restaurant Ni Hao.

De terreinen buiten de Herepoort blijven na het afgeslagen beleg van 1672 lang onbebouwd, maar in de loop van de achttiende eeuw verrijzen er steeds meer buitenverblijven. Hoewel er met het oog op mogelijke nieuwe aanvallen officieel niet mag worden gebouwd, knijpt het stadsbestuur voor de populaire Hereweg een oogje dicht. In 1774 vervangt de latere burgemeester Johan van Hoorn zijn zomerhuis door een achthoekige koepel (Hereweg 2).

Acht jaar later wordt het tegenover gelegen zomerhuisje gekocht door Lucas Trip. Van Hoorns collega-burgemeester heeft zich in de jaren daarvoor vooral doen gelden als dichter. Met zijn scherpe pen en dito tong heeft Trip menig vooraanstaand Groninger tegen zich in het harnas gejaagd. In 1782 laat hij zijn mede-stadsbestuurders weten dat hij 'een klein hofje' heeft aangekocht 'tot een uitzigt'. Om 'zyn prospect van binnen en van buiten' te verbeteren, vraagt hij toestemming een koepel te mogen bouwen, vergelijkbaar met die van Van Hoorn. Hoewel de koepel uitsteekt buiten de rooilijn krijgt Trip zijn bouwvergunning, omdat de eigenaren van de zuidelijker gelegen tuinen geen bezwaar maken.

Veel plezier beleeft Trip niet aan zijn koepel, want het volgende jaar overlijdt hij. De koepel blijft in de familie en in 1850 worden de ongetrouwde zusters Anna Jacoba en Lea Clasina Johanna Alberda van Ekenstein de eigenaren. Zij wonen aan de Verlengde Oosterstraat, maar verblijven graag aan de Hereweg en komen daarom omstreeks 1862 met een bouwplan. De freules vragen toestemming voor de bouw van een herenhuis, ten zuiden van hun tuinkoepel (het zuidelijk deel van het huidige pand Hereweg 1). Vanaf 1866 wordt volop gebouwd aan de kop van de Hereweg. Vanwege de aanleg van de spoorlijn Groningen-Nieuweschans komt er een viaduct en Hereweg 3 en 5 verrijzen.

Op woensdag 2 september 1885 bieden de beide jonkvrouwen hun buitenverblijf te koop aan in koffiehuis Piel aan de oostzijde van de Grote Markt. Timmerman Lammert Mensinga komt met twaalfduizend gulden als hoogste bieder uit de bus. Hij blijkt te hebben geboden voor Carolina Louise Brugsma, de echtgenote van boekhandelaar en uitgever Popko Noordhoff. Door de groei van het bedrijf wordt hun huis Oude Boteringestraat 12 langzamerhand wat te klein en daarom zien de Noordhoffen verhuizing naar de Hereweg wel zitten.

In 1887 krijgen zij de kans het huis aan de Hereweg aanzienlijk uit te breiden doordat de gemeente bereid blijkt twee stroken grond onderhands te verkopen. Overbuurman Woldendorp moet achtduizend gulden neertellen voor een flinke strook langs de Parklaan en Noordhoff krijgt een stukje grond aan de Oude Stationsweg voor een kwart van dat bedrag. De eerste mag op de grond een villa bouwen en de laatste krijgt toestemming er zijn tuinkoepel naar toe te verplaatsen. Het gemeentebestuur koppelt hier overigens wel de voorwaarde aan dat de rest van de grond 'nimmer zal mogen worden bebouwd', omdat dit de aanblik 'ontsiert'. Hoewel niet alle gemeenteraadsleden het met B&W eens zijn, gaat de meerderheid van de raad op 26 februari 1887 akkoord.

In augustus hebben de architecten J.C. Wegerif en P.M.A. Huurman het ontwerp voor het 'verbouwen van het perceel geteekend lett. Z nr. 516 aan de Heereweg' klaar. Op de plek van de oude koepel komt een nieuwe ingangspartij en ten noorden van het pand een ruim boven het viaduct uitstekende nieuwe theekoepel. In 1888 zijn de verbouwing van het oude deel en de nieuwe aanbouwen klaar en verhuizen Popko Noordhoff, Carolina Louise Brugsma, hun zes kinderen en de personeelsleden naar de Hereweg.

Mevrouw Noordhoff, die in 1903 weduwe wordt, woont er het langste. Na haar dood in 1920 wordt het huis met koepel gekocht door rijwielhandelaar Hendrik Weits om er zijn zaak te vestigen. Een jaar later vraagt hij de gemeente al vergunning voor bouw van een bergruimte in de tuin. Omdat de directeur Gemeentewerken en B&W dit 'ontsierend' vinden, krijgt Weits geen bouwvergunning.

Een aantal jaren later heeft hij meer geluk. Het plan voor de bouw van een garage met vier bovenwoningen van architectenbureau Nijhuis - Reker krijgt op 25 mei 1926 gemeentelijke goedkeuring. En enkele maanden later krijgt Weits zelfs toestemming zijn koepel op de begane grond in te korten. Over 'ontsiering' wordt dan met geen woord meer gerept!