Wageningen Universiteit en Researchcentrum
voor goed onderwijs over ondernemerschap

Vertrouwen in elkaar voorwaarde voor goed onderwijs over ondernemerschap

Agenda

22 jun 2010

Vertrouwen in elkaar lijkt een van de sleutelbegrippen voor goed onderwijs over ondernemerschap. Studenten, ondernemers, docenten en onderzoekers zorgen dan met elkaar dat het project slaagt. Dat komt naar voren uit de bijeenkomst in Woudenberg op 10 juni, waar zoân vijftien docenten en onderzoekers brainstormen over hoe ze onderwijs op het gebied van ondernemerschap kunnen verbeteren in het groen onderwijs.

De aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs is nog marginaal. De scholen die er al mee bezig zijn, worstelen bovendien vaak met de vraag hoe ze studenten en leerlingen het beste kunnen laten kennismaken met het onderwerp. Veelal kiezen ze voor een regionaal project waar studenten aan de slag gaan met de vraag van een ondernemer.

Samenwerking tussen docent, ondernemer en student/leerling is essentieel voor het leerproces, concluderen de deelnemers aan de brainstorm. Dankzij de authentieke vraag van de ondernemer, voelt de leerling zich uitgedaagd om een serieuze oplossing te zoeken en kan hij competenties ontwikkelen die van belang zijn bij ondernemerschap. Maar zoân samenwerking slaagt alleen als alle deelnemers een open blik hebben, bereid zijn om te leren en vertrouwen hebben in elkaar. Dit zijn de voorwaarden voor wat wel sociaal leren wordt genoemd: de deelnemers zorgen er dan met elkaar voor dat het project slaagt. Â Foto: Leonore Noorduyn

Hierbij zijn de competenties van de docent cruciaal. Die moet namelijk de vraag van de student en die van de ondernemer goed op elkaar laten aansluiten en ook ieders verwachtingen vooraf helder krijgen. Gebeurt dit niet dan haakt de ondernemer binnen de kortste keren af of de student leert onvoldoende. Belangrijk is ook dat de docent voldoende tijd neemt om met de leerling/student te reflecteren op de resultaten.Â

Dat zoân project regionaal georiënteerd is, kan helpen bij succes, maar is zeker niet noodzakelijk, is een andere conclusie. Vooral als een school zich zelf regionaal op de kaart wil zetten, is dit essentieel. Wel kan de samenwerking makkelijker gaan als alle deelnemers uit de regio komen, omdat ze dan van begin af aan gezamenlijke belangen hebben. Maar is bij een project onderzoekskennis van belang, dan heeft een regionaal project geen voordelen, omdat onderzoekers veelal landelijk georiënteerd zijn.

Meer informatie over de bijeenkomst op 10 juni kunt u vinden in het uitgebreide verslag.

Meer informatie over het project Ondernemerschap in Beweging: Noortje van den Berkmortel en Harry Kortstee.

Leonore Noorduyn, De SchrijfsterÂ