Raad van State


donderdag 8 juli 2010

10.00 uur

Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van het bestemmingsplan 'Strand' van de gemeente Den Haag. Met dit bestemmingsplan wordt het hele Haagse strand gereguleerd, vanaf de grens van de gemeente Westland tot de grens van Wassenaar, exclusief de Pier van Scheveningen. Hiermee wordt één juridische basis verschaft voor het gebruik en beheer van het strand. Ook wordt volgens de gemeenteraad meer duidelijkheid gegeven over het gemeentelijk beleid ten aanzien van de functie van het strand. De bebouwing op het strand ligt grotendeels op de kernzone van de zeewering. Een massale bebouwing kan naar de mening van de gemeenteraad de primaire functie van het strand, zeewering, in gevaar brengen. Met het bestemmingsplan wordt de oppervlakte van de strandbebouwing voor strandpaviljoens en watersportverenigingen beperkt, slechts één bouwlaag toegestaan en is het verboden ondergronds te bouwen. Voorzieningen voor hulpdiensten, met name politie, brandweer, reddingsbrigade en EHBO worden verruimd. De gemeenteraad geeft prioriteit aan de handhaafbaarheid van de bebouwing op het strand voor de huidige waterkering, de veiligheid voor badgasten en om overlast voor omwonenden te voorkomen. Strandpaviljoen 'De Waterreus' is het niet eens met het voorschrift in het bestemmingsplan dat de vloeroppervlakte van het paviljoen regelt. In het bestemmingsplan staat dat de totale vloeroppervlakte niet meer dan 525 m² mag bedragen. Sinds de oprichting heeft het strandpaviljoen echter naar eigen zeggen een oppervlakte van 649 m². Het vreest door het plan voor een enorme inkomstenderving. Ook voert 'De Waterreus' aan dat de vloeroppervlakte van de paviljoens op het Noorderstrand juist zijn vergroot. Dat vindt het paviljoen niet eerlijk. Daarom komt 'De Waterreus' tegen de provinciale goedkeuring van het bestemmingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200907680/1)