Ingezonden persbericht





PERSBERICHT

Utrecht, 8 juli 2010

AMK verwerkt 60.000 telefoontjes in 2009

Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van Bureau Jeugdzorg verwerkte in 2009 59.439 telefoontjes van mensen, die in hun omgeving kindermishandeling vermoedden. Het aantal van deze zogenaamde 'eerste contacten' is in vier jaar tijd met 75% gestegen. Steeds vaker maken ook ziekenhuizen, huisartsen en het onderwijs gebruik van de kennis en de deskundigheid van de AMK-medewerkers. Dit is terug te vinden in de toename van 18% van het aantal adviesvragen t.o.v. 2008.

Naast de toename van adviezen, is er ook sprake van 13% meer consulten en 3% meer meldingen in vergelijking met het voorgaande jaar. Al een aantal jaren is sprake van deze stijgende lijn. Zodra de AMK-medewerker in overleg met de beller besluit dat een onderzoek nodig lijkt, is er sprake van een melding van kindermishandeling. De meldingen komen zowel van personen uit de eigen omgeving van het kind, als beroepsmatige melders.

Procentueel zien we een stijging van het aantal meldingen uit de beroepsomgeving: in 2006 kwam ongeveer tweederde van de meldingen uit de beroepsomgeving en in 2009 bijna driekwart. Veruit de meeste beroepsmatige meldingen kwamen van de politie, namelijk 27,5 procent. Dit aandeel is vrij stabiel gebleven sinds 2006. De meldingen van ziekenhuizen zijn sinds 2006 verdubbeld. Ook het percentage consulten verschuift langzaam van privé- naar beroepsomgeving.

In het overgrote deel van de gevallen waarin het AMK kindermishandeling heeft kunnen vaststellen, is vrijwillige hulp op gang gebracht of voortgezet tijdens het onderzoek door het AMK, of is de mishandeling beëindigd. Doordat gezinnen in een vroeg stadium accepteren dat een vrijwillig hulptraject wordt ingezet op initiatief van het AMK, is er sprake van een afname van 15% van het aantal verzoeken van het AMK aan de Raad voor de Kinderbescherming, voor bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling.