Nederlandse Akkerbouw Vakbond


Bedrijfstoeslagen blijven noodzakelijk voor inkomensvorming Print E-mail
De NAV bepleit een fundamenteel ander landbouwbeleid na 2013. Het nieuwe beleid moet voor boeren leiden tot kostendekkende (incl. ondernemersmarge) opbrengstprijzen. Zoals de hazen nu lopen zal dat in 2013 niet gerealiseerd worden.
Dat noopt ons ertoe ons te beraden over hoe dan wel na 2013 een volwaardig inkomen te realiseren. Vanuit de wetenschap dat bij de huidige marktprijzen het inkomen niet uit de markt gehaald kan worden en dat naar verwachting dat na 2013 ook niet het geval zal zijn, zullen we dus niet zonder toeslagen kunnen.

Het stabiliseren van de agrarische markten behoort tot de taken voor het Europees landbouwbeleid. Het is opgenomen in artikel 39 van het EU-verdrag van Lissabon. Europees Parlement, Europese Commissie en de Europees Landbouwcommissaris lijken er niet omheen te kunnen maatregelen te treffen die al te woeste prijsschommelingen voorkomen. In het Europees Parlement zijn op 21 april dit jaar aan Ciolos vragen gesteld over EU-maatregelen voor de opvang van prijsvolatiliteit. Hij antwoordde dat lessen moeten worden getrokken om te vermijden dat andere agrarische sectoren met dezelfde moeilijkheden worden geconfronteerd als het geval was in de melkveehouderij. Dat klinkt hoopgevend. Natuurlijk: sterke prijsschommelingen een beetje glad strijken is noodzakelijk. Echter dit is nog wat anders dan faire opbrengstprijzen en redelijke inkomens.

Steun groeit
De komende maanden zal de discussie over de bedrijfstoeslagen ongetwijfeld oplaaien, zowel in de EU als in NL en de andere lidstaten. Het besef dringt door dat de (vrije) markt de komende tien jaar niet zal leiden tot redelijke inkomens voor akkerbouwers en andere agrariërs. Voor de afbouw tot 0 van de generieke bedrijfstoeslagen, als gevolg van de 1e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) lijkt in de EU nauwelijks steun aanwezig te zijn. Op een enkele uitzondering na lijken alle andere EU-lidstaten van mening dat er na 2013 moet worden voortgegaan met deze bedrijfstoeslagen. Dit is eveneens de benadering van de Europees Commissaris voor landbouw en plattelandsontwikkeling, Dacian Ciolos. Ook vele leden van het Europees Parlement lijken deze aanpak voor het GLB van na 2013 te ondersteunen. Hiermee valt het voornaamste onderdeel weg uit de Nederlandse `Houtskoolschets EU-Landbouwbeleid 2020' waarmee LNV-minister Verburg kwam in september 2008 en waarover de NAV destijds weinig enthousiast was. Met aandacht te blijven vragen voor deze houtskoolschets brengt Nederland zich in de EU-landbouwraad in een geïsoleerde positie.

Discussie
Kwesties die in de discussie over de bedrijfstoeslagen aan de orde komen zijn:


- de hoogte van het EU-budget voor landbouw. Het huidige budget is vanaf 2002 tot 2013 EUR 45 miljard per jaar. In die periode is het aantal agrariërs dat in aanmerking komt voor de steun gegroeid van 6,3 miljoen tot 15,5 miljoen. Oorzaak: uitbreiding van de EU met 12 landen;


- de verdeling van het budget over de lidstaten. Opmerkelijk: in 2008 werd 91,5%
van het budget uitgegeven in de 15 oude lidstaten. Hierbij tekenen we aan dat
een euro in Roemenië niet hetzelfde waard is als in Denemarken;


- de verdeling van de budgetten over agrariërs in Nederland (en andere landen).

De komende maanden zal het NAV-bestuur zich beraden over hoe de bedrijfstoeslagen na 2013 in te vullen voor de Nederlandse akkerbouw. Een paar uitersten in de discussie: de huidige regeling continueren, een flat(ter) rate of een volledig nieuw systeem waarmee maatschappelijk gewenste producties worden gemaakt. Bovenal is voor de NAV cruciaal: de inkomens van akkerbouwers.

Noordhoek, 5 juli 2010