groeilanden, (not) the place to be ?

12/07/2010 10:31

Horatius Vermogensbeheer

Wat een hoopvol beursjaar leek te worden, blijkt halverwege al behoorlijk ontgoochelend. Westerse aandelenbeurzen deden het, door toedoen van de perikelen rond de PIIGS landen en het opnieuw afbrokkelen van voorzichtige Amerikaanse herstelsignalen, ronduit slecht. Zo staat de teller voor de Eurostoxx-50 sedert begin dit jaar op -16%. Over de grote plas lijkt een -8,3% voor de Amerikaanse S&P 500 ook niet om over naar huis te schrijven, al is dit voor de Europese investeerder een stuk gezichtsbedrog. De Eurodollarwisselkoers is over dezelfde periode en omwille van dezelfde redenen met zo'n 13,2% afgekalfd tot om en bij de 1,25, wat, dankzij de wisselkoers, een Europese investeerder in de Amerikaanse S&P 500 vandaag nog steeds een positief resultaat van zo'n 4,9 procent oplevert.

Niettemin beginnen ook Amerikaanse aandelenbeurzen de grip op het technisch plaatje te verliezen, en dreigen slechter wordende economische indicatoren - met inbegrip van opnieuw tanende huizenverkopen en oplopende werkloosheidscijfers - weinig soelaas te bieden. Een kleine heropleving in de Euro, zoals we de laatste weken reeds hebben opgemerkt, kan de tot nu toe positieve hefboom op niet euroaandelen bovendien snel doen kantelen.

Een snelle blik leert ons dat de 'big four' van de groeilanden, China, India, Brazilië en Rusland, sedert begin dit jaar gemiddeld zo'n 7,4% hebben kwijtgespeeld. Iets beter dan de -11.53% die de MSCI World, één van de breedste indexen op ontwikkelde aandelenmarkten, vandaag optekent. India doet het met +1,58 het best, Brazilië met -13,61% het slechtst.

Kijken we naar de returns van de verschillende groeilanden sedert 2001, dan zijn de verschillen markanter. Als u destijds als investeerder in Westerse aandelenbeurzen was ingestapt, zou u op heden gemiddeld genomen zo'n 30% verloren hebben. Had u toen uw volledige portefeuille belegd in groeimarkten, dan had u - de wisselkoers verdisconterend - een meerwaarde van gemiddeld 226 procent gerealiseerd.

Groeilanden dan maar?

Laat dit echter geen gekleurd pleidooi zijn in het voordeel van groeimarkten, integendeel. Zo hebben die ook scherpe en minder aangename kantjes. Vooreerst ligt de volatiliteit in deze markten veel hoger. In een bijzonder gunstig globaal klimaat met positieve vooruitzichten kan dit in uw voordeel spelen, maar in zo'n scenario verkeren we helaas (nog) niet.

Bovendien - in tijden van grote onzekerheid en crisis in onze contreien - hebben de groeimarkten de neiging sterk gecorreleerd mee te bewegen. Voor een stuk is dit te wijten aan de grotere toegankelijkheid van deze markten voor de internationale (lees: Westerse) investeerders en hefboomfondsen.

Gecombineerd met de hogere volatiliteit, impliceert dit dus een reëel risico op een wild ritje. Toen de Amerikaanse kredietcrisis in 2008 losbarstte, liepen de verliezen in mature markten van top tot bodem op tot zo'n -40% (MSCI World). In de 'big-four' groeilanden was dit echter gemiddeld -54% en ze deden het allen slechter.

Het zijn echter de vooruitzichten van de groeilanden zelf die stilaan uitgroeien tot een bron van kopzorgen. Zo dreigt de Chinese economie onafwendbaar af te stevenen op de gevolgen van een door de overheid gecreëerde vastgoedbubbel, die voor het land reeds jaren de belangrijkste groeimotor vertegenwoordigt. Grondstofmarkten teren zelfs wereldwijd op de Chinese bouwwoede.

De gevolgen van het openspatten van een vastgoedbubbel zijn ondertussen wel bekend. Japan likt na 20 jaar nog steeds de wonden van zijn vastgoedcrisis, en ook de naweeën van de door vastgoed geïnduceerde Amerikaanse kredietcrisis van 2008 zijn de wereld nog niet uit.

India ziet er op huidige niveaus eveneens weinig aantrekkelijk uit inzake instapmoment. De Indiase beurzen balanceren tegen hun eenjarige hoogtepunten en noteren slechts 18% onder hun recordhoogte. Ter vergelijking, de Eurostoxx-50 hangt 52,8% onder zijn top, de Amerikaanse S&P-500 zo'n 35%. Is dit moeilijk te rijmen met het adagio 'goedkoop kopen, duur verkopen'?

Bovendien zijn groeilanden duur gewaardeerd naar koers-winstverhouding. Zo betaalt u gemiddeld zo'n 21 keer de winst bij groeilanden, vergeleken met zo'n 12 keer voor Westerse aandelenmarkten.

Afgaand op historische rendementen ziet het gras er dus op het eerste zicht groener uit aan de verre overkant. Niettemin zullen groeimarkten niet altijd groeimarkten blijven, worden ze gekenmerkt door toenemende onzekerheid en verwachten we niet dat ze veel soelaas zullen bieden in het geval dat Westerse landen af te rekenen krijgen met een eventueel 'double-dip'-scenario. Laat u dus niet misleiden, maar wees op de hoogte van welke scherpe kantjes of risico's u liever wil vermijden.

Matthias Detremmerie, Horatius Vermogensbeheer

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel