GroenLinks

GroenLinks wil meer allochtone moeders aan het werk

Woensdag 14 juli 2010, 09:35u - Tofik Dibi

Dinsdag werd bekend dat de helft van de allochtone moeders in Nederland geen betaald werk heeft. Dat is twee keer zo hoog als het aantal werkloze autochtone moeders. GroenLinks vindt dat het integratiebeleid zich meer moet richten op de werkloze allochtone moeders.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi vindt de cijfers zorgwekkend. Volgens hem is het belangrijk dat vrouwen zelfredzaam zijn en hun eigen broek kunnen ophouden. "Niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun kinderen en voor de samenleving", aldus Dibi. "Integratie begint bij emancipatie. Ik vraag me af of demissionair minister Van Middelkoop van Integratie dat ook vindt."

Woensdag 14 juli 2010 heeft GroenLinks Kamervragen gesteld aan demissionair minister Van Middelkoop. Dibi wil weten welke rol de demissionaire minister voor Integratie voor zichzelf ziet weggelegd in het bevorderen van de arbeidsdeelname van allochtone moeders. Het lijkt hem vruchtbaar als het welzijnswerk en het wijkenbeleid zich meer focussen op een stijging op de sociale ladder van moeders en allochtone moeders in het bijzonder.

Schriftelijke vragen van het Kamerlid Dibi (GroenLinks) aan de demissionaire minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de hoge werkloosheid onder allochtone moeders:


1. Bent u bekend met het zorgwekkende bericht dat ruim de helft van de allochtone moeders geen betaald werk heeft, tegen een kwart van de autochtone moeders ('Allochtone moeder werken vaker niet', Nu.nl, 13 juli 2010)?


2. Deelt u de mening dat het een goed streven is dat zoveel mogelijk vrouwen zelfredzaam en economisch zelfstandig zijn? Zo nee, waarom niet?


3. Bent u voorts van mening dat er een groot arbeidspotentieel bestaat onder allochtone moeders, die met het oog op de vergrijzingproblematiek benut zou moeten worden? Zo ja, welke rol ziet u hierin voor uzelf weggelegd als demissionair minister voor Integratie en wat heeft u daar concreet aan gedaan? Zo nee, waarom niet?


4. Wat vindt u van de visie van Heinz Schiller, zoals verwoord in het boek 'De kunst van het stijgen'? Deelt u de mening dat het welzijnswerk allochtone moeders in mindere mate moet benaderen als 'moeder', maar meer 'als vrouw met eigen ontwikkelingsmogelijkheden en ambities'? Zo nee, waarom niet?


5. Welke maatregelen gaat u treffen om het wijkenbeleid en het welzijnswerk in buurten met achterstanden meer te laten richten op de sociale stijging, in het bijzonder van allochtone moeders?