Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De bestrijding van de eikenprocessierups


14 juli 2010 - kamerstuk

Kamerbrief over de verspreiding en beheersing van de eikenprocessierups. De eikenprocessierupsen kunnen reële gezondheidsklachten bij mensen veroorzaken. Natuurlijke vijanden inzetten is mogelijk.


14 juli 2010
Kamervragen over de bestrijding van de eikenprocessierups

Geachte Voorzitter,

Hierbij geef ik, mede namens mijn ambtgenoot van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, antwoord op vragen van het lid Ormel (CDA) over de bestrijding van de eikenprocessierups (ingezonden 12 mei 2010).

1
Is het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups, sinds mijn vragen in augustus 2004 over chaos bij de bestrijding van deze rups, toegenomen en kunt u uiteenzetten welke inspanningen u hebt ondernomen om deze verspreiding tegen te gaan? 1)
Ja, het verspreidingsgebied van de eikenprocessierups in Nederland is de afgelopen jaren toegenomen. Deze uitbreiding is niet tegen te houden, net zo min als de klimaatverandering die haar veroorzaakt. Ook buurlanden België en Duitsland (Nordrhein Westfahlen) hebben hiermee te maken en signaleren een toename van de verspreiding en een lokale toename van de aantallen. Omdat het wegnemen van de oorzaak van de verspreiding niet mogelijk is, is het zaak om de problematiek van de eikenprocessierups beheersbaar te maken. Zoals mijn voorganger en ik eerder hebben aangegeven1, is het nemen van passende maatregelen de verantwoordelijkheid van de betreffende terreineigenaar c.q.
-beheerder.
Terreineigenaren en beheerders zoals gemeenten en andere instanties, worden ondersteund door de kennis en expertise van de Plantenziektenkundige Dienst. Gemeenten kunnen burgers voorlichten over de aanwezigheid van de eikenprocessierups in hun gemeente en de risico's daarvan.

1 Tweede Kamer, 2006-2007, Aanhangsel van de Handelingen 2060 en Tweede Kamer, 2004-2005, Aanhangsel van de Handelingen 241

Om deze kennis en expertise beter te ontsluiten, heb ik in 2007 bij de Plantenziektenkundige Dienst een Aanspreekpunt Eikenprocessierups ingesteld. Daarnaast is onder voorzitterschap van de Plantenziektenkundige Dienst in 2007 een landelijke expertgroep eikenprocessierups opgericht om kennis uit te wisselen over beheersing en bestrijding en om als onafhankelijk adviesorgaan te fungeren voor instanties met vragen. Leden van de expertgroep stellen gezamenlijk met de Plantenziektenkundige Dienst de Leidraad Update beheersing eikenprocessierups op. De kennis wordt voor het publiek en instanties ontsloten door middel van een website www.minlnv.nl\eikenprocessierups.

2
Wat is uw oordeel over een proef om de eikenprocessierups te bestrijden door parasitering?
Gezien de nadelen van de huidige bestrijdingsmaatregelen met biologische middelen, chemische middelen en mechanische vormen van bestrijding, zoals het wegzuigen en afbranden van nesten, sta ik positief tegenover ontwikkelingen om natuurlijke vijanden in te zetten voor de beheersing van de eikenprocessierups.
3
Zijn er risico's voor verspreiding van deze parasiet onder rupsen van andere vlindersoorten?
Effecten van bestrijding door parasitering op rupsen van andere vlinders zijn niet uit te sluiten, maar dit risico kan worden verkleind met een zorgvuldige timing.
4
Is er een vergunning vereist voor het uitzetten van parasieten ter bestrijding van insectensoorten?
Producten met insectenparasitaire nematoden mogen worden toegepast zonder een toelating binnen de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Wel is voor het uitzetten van nematoden ontheffing dan wel vrijstelling van de Flora- en faunawet vereist. Voor de nematode in kwestie (Steinernema feltiae) geldt een vrijstelling van de Flora- en faunawet.

5
Acht u de klinische symptomen die bij mensen door brandharen van de eikenprocessierups kunnen worden veroorzaakt en door u in de beantwoording van eerdere vragen 2) omschreven, slechts overlast of een risico voor de volksgezondheid?
Blootstelling aan brandharen van eikenprocessierupsen kan gezondheidseffecten veroorzaken. Het merendeel van de klachten verdwijnt na enkele dagen tot weken. Echter, in zeldzame gevallen is er sprake van een ernstige individuele bedreiging van de gezondheid, bijvoorbeeld bij het optreden van een zware allergische reactie (anafylactische shock), of oogproblemen.

Geconcludeerd kan worden dat de klinische symptomen (zie bijlage) van de brandharen reële gezondheidsklachten betreffen. De omvang van de effecten op de volksgezondheid wordt bepaald door de omvang van het verspreidingsgebied, de ernst van de besmetting van bomen met rupsen en door de mate waarin burgers risico's kennen en die weten te vermijden.
6
Acht u het in het belang van de volksgezondheid nodig om de eikenprocessierups harder aan te pakken? Wordt het geen tijd voor een landelijk gecoördineerd bestrijdingsprogramma en meer aandacht voor onderzoek naar de bestrijdingsmogelijkheden? Zo ja, welke stappen kunnen worden verwacht? Zo nee, waarom niet?
De klinische symptomen van de brandharen geven reële gezondheidsklachten. Bestrijding heeft tot doel om het verspreidingsgebied en de mate van besmetting van bomen te beperken. Op die manier kan het effect op de volksgezondheid beperkt blijven.
Zie verder mijn antwoord op vraag 1.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg

1) Dit is de dag, 10 mei 2010

2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2004-2005, nr. 1933 Bijlage gezondheidsklachten die veroorzaakt kunnen worden door de brandharen van de eikenprocessierups
De rups kan met zijn brandharen gezondheidsklachten veroorzaken, die in ernst en omvang per persoon sterk kunnen verschillen. Deze brandharen kunnen door de wind worden verspreid. De brandharen van de eikenprocessierups kunnen gemakkelijk de oppervlakkige lagen van huid, ogen en bovenste luchtwegen binnendringen. De brandharen kunnen kleine pijnlijke irriterende wondjes veroorzaken en scheiden bij binnendringen een stof af die een cascade van reacties kan veroorzaken. De irriterende eigenschappen van de haren kunnen enkele jaren behouden blijven (5-7 jaren). Het merendeel van de klachten heeft in eerste instantie te maken met reacties van de huid: pijnlijke rode huiduitslag met hevige jeuk, waarbij ook bultjes, pukkeltjes en met vocht gevulde blaasjes kunnen ontstaan die kunnen gaan ontsteken. De omvang en ernst hiervan verschillen sterk van persoon tot persoon. Wel ziet men dat personen heftiger reageren als er al eerder een contact is geweest met de brandharen. In mindere mate zie je klachten van ogen en bovenste luchtwegen (1-5%), al of niet in combinatie met huidklachten. Brandharen die in de ogen terechtkomen, veroorzaken meestal een heftige reactie van het oogbindvlies of het hoornvlies, in sommige gevallen gevolgd door een ontsteking, met pijn, irritatie, jeuk en roodheid. In enkele gevallen dringen de brandharen dieper door in het oog en moeten ze operatief worden verwijderd. Inademing van de brandharen kan klachten veroorzaken van de bovenste luchtwegen, zoals irritatie, hoesten en slijm opgeven. In eerste instantie lijken deze klachten op een verkoudheid, soms vergezeld van keelpijn en kortademigheid. In bepaalde gevallen ontstaan caraachtige verschijnselen en een pseudo-allergische bronchitis. Ook algemene klachten kunnen zich voordoen als koorts, algehele malaise, duizeligheid en braken. Echter dit is slechts bij een beperkt aantal personen. Het is vooraf niet te voorspellen wie er klachten zullen krijgen na contact met de brandharen. In principe kan iedereen na contact klachten ontwikkelen (pseudo-allergische reactie).
Verder ziet men dat personen heftiger reageren als er al eerder een contact is geweest met de brandharen, hetgeen op een allergische respons duidt, en inmiddels is ook bekend dat een minderheid van de mensen (10%) na contact met de brandharen een allergische overgevoeligheid ontwikkelen (sensibilisatie). De klachten bij deze mensen treden na contact met de brandharen zeer snel op (binnen een half uur) en kunnen ook veel heftiger zijn. Symptomen die gepaard gaan met een allergische respons op brandharen zijn urticaria, met jeuk en pijn, hooikoortsachtige klachten en algemene klachten als algehele malaise, koorts, duizeligheid en braken. In zeldzame gevallen kunnen dergelijke reacties zelfs uitmonden in ritmestoornissen en een anafylactische shock, zoals die ook kan optreden bij andere vormen van allergie (RIVM rapport 609330007). Uit in verleden uitgevoerd onderzoek onder grote groep huisartsen naar het type van gemelde klachten bleek dat iedere patiënt huid-klachten (jeuk en/of huiduitslag) had. Daarnaast had ongeveer 5 % van de patiënten huidklachten in combinatie met andere klachten, zoals oogklachten (2.1%), luchtweg-klachten (1.4%) en klachten van algemene aard (1%) (Schellart en Jans, 1996). Naast fysieke gezondheidseffecten zijn er indirecte gevolgen merkbaar, zoals vermindering van het woon- of recreatiegenot. Mensen kunnen in een gebied met besmette eikenbomen behoorlijk beperkt worden in hun bewegingsvrijheid (RIVM rapport 609330007).

241
Vragen van het lid Ormel (CDA) aan
de ministers van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de
eikenprocessierups. (Ingezonden
27 augustus 2004)

1
Heeft u kennisgenomen van het
artikel «Chaos bij bestrijding van
rupsen»?1

2
Bent u van mening dat de haren van
de eikenprocessierups een risico voor
de volksgezondheid kunnen
opleveren? Zo ja, welke risico's zijn
daarbij in het geding? Zo neen,
waarom niet?

3
Kunt u een overzicht geven van het
vóórkomen van de
eikenprocessierups? In welke
gebieden van Nederland vormt deze
rups een probleem? Sinds wanneer
komt de eikenprocessierups ook
boven de grote rivieren voor?

4
Is u bekend dat gemeenten de
bestrijding van deze rups op zeer
verschillende wijze aanpakken?

5
Kunt u inzicht geven in de kosten van
bestrijding? Acht u het reëel dat
gemeenten de kosten van bestrijding
dragen?

6
Wat is de rol van provinciale
overheden bij de bestrijding van de
eikenprocessierups?

7
Acht u het in het belang van de
volksgezondheid nodig om te komen
tot een landelijk gecoördineerd
bestrijdingsprogramma? Zo ja, welke
stappen kunnen worden verwacht?
Zo neen, waarom niet?

1 De Gelderlander, 3 juli jl.
Antwoord
Antwoord van minister Veerman
(Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit), mede namens de
minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. (Ontvangen
28 oktober 2004)

1
Ja.

2
De rups kan met zijn brandharen
overlast veroorzaken. Deze
brandharen kunnen door de wind
worden verspreid. De brandharen van
de eikenprocessierups kunnen
gemakkelijk de oppervlakkige lagen
van huid, ogen en bovenste
luchtwegen binnendringen. De
brandharen kunnen kleine pijnlijke
wondjes veroorzaken en scheiden bij
binnendringen een stof af die een
overgevoeligheidsreactie kan
veroorzaken. De irriterende
eigenschappen van de haren kunnen
enkele jaren behouden blijven.
De reacties zijn zeer divers en
verschillen sterk van persoon tot
persoon. Algemene klachten kunnen
zich voordoen zoals koorts, algehele
malaise, duizeligheid en braken.
Daarbij zijn ook lokale effecten op de
huid, in het oog en bij de bovenste
luchtwegen te zien. Huideffecten
bestaan vooral uit een pijnlijke rode
huiduitslag met hevige jeuk, waarbij
ook bultjes, pukkeltjes en met vocht
gevulde blaasjes kunnen ontstaan die
kunnen gaan ontsteken. Brandharen
die in de ogen terechtkomen
veroorzaken meestal een heftige
reactie van het oogbindvlies of het
hoornvlies, in sommige gevallen
gevolgd door een ontsteking. In
enkele gevallen dringen de
brandharen dieper door in het oog en
moeten operatief worden verwijderd.
Inademing van de brandharen kan
luchtwegklachten veroorzaken. In
eerste instantie lijken deze op een
verkoudheid, soms vergezeld van
keelpijn en kortademigheid. In
bepaalde gevallen ontstaan
cara-achtige verschijnselen en een
pseudo-allergische bronchitis.

3
De rups komt voor in de gehele
provincie Noord-Brabant en Limburg
en in grote delen van de provincie
Gelderland en Utrecht, met een zeer
grillig verspreidingspatroon. Als een
soort «hoefijzer» rondom de Veluwe

heeft de populatie zich op dit moment
in Utrecht en Gelderland verspreid.
De eerste vondsten (kleine
populaties) boven de grote rivieren
zijn uit 2001.
Het Bureau Medische Milieukunde
GGD'en Brabant/Zeeland doet
onderzoek om de problematiek en de
aanpak van de eikenprocessierups
van het afgelopen jaar in beeld te
brengen. De provincies
Noord-Brabant, Gelderland en
Limburg en het ministerie van VWS
financieren mede het onderzoek, dat
onder meer informatie moet geven
over het verspreidingspatroon van de
eikenprocessierups.

4
Ja, dat is mij bekend. Uit het
onderzoek van het bovengenoemde
bureau wil ik een inzicht krijgen over
de aard en omvang van de
verschillende aanpakken. Overigens
wijs ik u erop, dat er sprake is van
grote lokale en regionale verschillen
in het voorkomen van de rups. Een
verschil van aanpak is daarom niet
onverwacht. Het is bovendien de
bevoegdheid van de gemeenten om
zelfstandig een bestrijdingsregime op
te stellen.
De Plantenziektenkundige Dienst
heeft geconstateerd dat er op diverse
locaties rijkelijk met chemische
middelen is gespoten, teneinde de
verspreiding van deze rups te
beperken. Hierbij is gebruik gemaakt
van middelen die niet specifiek zijn en
die de groei van populaties van
andere vlindersoorten nadelig
hebben beïnvloed. Ik heb daarom aan
het Kennisinstituut Alterra de vraag
voorgelegd of onderzoek naar
biologische bestrijding oplossingen
zou kunnen bieden.
Er is gebleken dat lokaal de populatie
gedecimeerd kan worden door
parasitering van de rupsen.
Onderzoek naar differentiatie in het
parasiteringspercentage in
samenhang met de plaatselijke
omstandigheden, waaronder beheer
van bermen, kan misschien leiden tot
aanbevelingen, die een verminderd
gebruik van bestrijdingsmiddelen tot
gevolg hebben.

5
Op dit moment is nog geen
kostenindicatie te geven. Dit wordt
wel meegenomen in het eerder
genoemde onderzoek door het
Bureau Medische Milieukunde
GGD'en Brabant/Zeeland.

6
De bestrijding van de
eikenprocessierups is in eerste
instantie een lokale
verantwoordelijkheid. De gemeenten
worden hierin ondersteund door de
Plantenziektenkundige Dienst.
Provincies zijn verantwoordelijk voor
de fietspaden en dergelijke, die onder
hun beheer vallen.
De provincie Noord-Brabant heeft het
eerder genoemde Bureau opdracht
gegeven voor de organisatie van een
themamiddag voor gemeenten over
de problematiek van de rups. Hiertoe
heeft het Bureau een publieksfolder
en een ondersteunende folder voor
gemeenten over de aanpak en
beheersing van de plaag uitgebracht.
Daarnaast heeft het Bureau in de
maanden mei en juli een
ondersteunende rol vervuld voor het
beantwoorden van vragen van
gemeenten en burgers.

7
Voordat ik mij een definitief oordeel
vorm over de wenselijkheid van een
landelijk gecoördineerd
bestrijdingsprogramma, wacht ik de
uitkomsten van het onderzoek van
het Bureau Medische Milieukunde
GGD'en Brabant/Zeeland af.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, Aanhangsel 504 2060
Vragen van het lid Koopmans (CDA)
aan de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de
overlast door de eikenprocessierups.
(Ingezonden 15 juni 2007)

1
Bent u bekend met het feit dat in
enkele gemeenten door de
eikenprocessierups voor gezinnen
met jonge kinderen en voor
werknemers een onhoudbare situatie
is ontstaan, zodanig dat zelfs de GGD
de basisscholen hiertegen
waarschuwt?

2
Hoe kijkt u aan tegen het gebruik van
andere bestrijdingsmethoden dan de
(lang niet altijd effectieve) reguliere
middelen in specifieke gevallen waar
de situatie door het gemeentebestuur
onhoudbaar wordt bevonden? Hoe
ziet u in dit kader de bestrijding door
middel van onorthodoxe of
chemische middelen, die de
onmiddellijke dood van de rupsen tot
gevolg heeft?

3
Hoe kijkt u, gezien de ernst van de
ontstane situatie, aan tegen de
maatregelen die de Belgische
overheid heeft genomen tegen de
overlast van de eikenprocessierups?

4
Bent u bereid om met de betrokken
gemeenten te overleggen over een
vroegtijdige en effectieve bestrijding
van deze onacceptabele overlast,
aangezien de problematiek jaarlijks
steeds erger lijkt te worden?
Antwoord
Antwoord van minister Verburg
(Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit). (Ontvangen 3 juli
2007)

1
Het is mij bekend dat op enkele
plaatsen ernstige aantastingen zijn
geconstateerd, zo ook in de gemeente
Weert. Na consultatie van de
Plantenziektenkundige Dienst heeft
deze specifieke gemeente het
opruimen in het besmette gebied
geïntensiveerd.
Het grote aantal nesten van de
eikenprocessierups en daarmee de
overlast was door de gemeente niet
voorzien.
De GGD heeft scholen inderdaad
geadviseerd om niet op schoolreis of
op kamp te gaan in gebieden waar
aanzienlijke tot zeer ernstige overlast
door de eikenprocessierups is
gesignaleerd.

2
Het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen anders
dan de toegelaten middelen is geen
oplossing voor het probleem dat u
schetst. Toediening van
gewasbeschermingsmiddelen is,
op het moment dat zij overlast
veroorzaken, niet effectief omdat de
rupsen zowel door hun beharing als
door het feit dat zij zich in spinsel
verzamelen niet bereikt kunnen
worden.
Het bestrijden door middel van
bespuiten van oudere rupsen, die
reeds in bezit zijn van brandharen, is
daarnaast niet wenselijk omdat dit tot
gevolg heeft dat de brandharen
verspreid worden, iets dat
voorkomen moet worden.
Ter bestrijding van de
eikenprocessierups zijn middelen
toegelaten op basis van Bacillus
thuringiensis (Bt) en diflubenzuron.
Om de eikenprocessierups goed te
kunnen bestrijden, moeten beide
soorten middelen toegepast worden
op jonge rupsen. Dat de bestrijding
niet altijd het gewenste effect heeft,
heeft te maken met het feit dat de
bestrijding niet altijd op het juiste
tijdstip uitgevoerd wordt en dat het
niet altijd mogelijk is om alle delen
van de bomen te bereiken. Het
gebruik van andere middelen die wel
effectief zijn tegen oudere rupsen,
bijvoorbeeld op basis van
deltamethrin of indoxacarb, kan niet
toegelaten worden omdat beide
stoffen zeer giftig zijn voor
waterorganismen. De aard van de
bestrijding veroorzaakt veel drift, het
risico dat het middel in water en zelfs
in natuurgebieden terechtkomt is
onaanvaardbaar.
Als alternatief wordt aangeraden om,
in dit stadium van ontwikkeling van
de eikenprocessierups, haarden weg
te zuigen. Deze methode wordt nu
reeds toegepast.

3
Zoals vermeld in het antwoord op
vraag 1 zijn er lokaal zeer ernstige
aantastingen. Ik zie het als de
verantwoordelijkheid van de
eigenaren cq beheerders van
terreinen om overlast te voorkomen.
In België is door de overheid van
Belgisch Limburg de situatie als
zodanig ernstig beoordeeld dat het de
coördinatie bij de bestrijding op zich
genomen heeft. Gemeenten,
brandweer en het leger dragen
hieraan bij. In overige gebieden is het
de verantwoordelijkheid van de
gemeenten gebleven om zorg te
dragen voor de opruiming.
De technische mogelijkheden voor
aanpak zijn in België en Nederland
ongeveer gelijk, behalve dat onder
strikte voorwaarden in België een
ontheffing is gegeven voor het
gebruik van een helikopter voor
bespuitingen met Bt. Het gebruik van
een helikopter heeft mogelijk grote
consequenties voor andere
(vlinder)soorten in de omgeving.
Zolang de gevolgen van Bt op andere
soorten niet voldoende in beeld zijn
gebracht, vind ik de toepassing van
Bt met een helikopter niet
aanvaardbaar.

4
Een vroegtijdige en gecoördineerde
aanpak geeft de meest effectieve
bestrijding. Gemeenten kunnen zelf
initiatief nemen om hun activiteiten
onderling te coördineren.
Ik heb de Plantenziektenkundige
Dienst wel opdracht gegeven haar
kennis beschikbaar te stellen om
gemeenten en andere instanties te
adviseren over de bestrijding
en beheersing van de
eikenprocessierups. Hiervan wordt in
de praktijk gebruikgemaakt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, Aanhangsel 4364