CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël

Spanning aan Israels noordgrens loopt op, VN doet niets

za 17-07-2010

De spanning aan Israels noordgrens is al enige tijd aan het oplopen. In februari van dit jaar maakte de Israelische luchtmacht bekend dat Shiitische Hezbollah strijders er in geslaagd waren Katyushas het zuiden van Libanon binnen te smokkelen. Een nog alarmerender bericht volgde half mei, toen president Peres Syrie ervan beschuldigde aan Hezbollah scud raketten te hebben geleverd.

In de Libanese krant, El Rai bevestigde Hezbollah die leverantie, maar voegde eraan toe dat om `oude niet te gebruiken raketten' ging. Tegelijkertijd waarschuwde de Sji'itsche organisatie echter dat zij in het hele land anti-raket raketten had opgesteld, die gebruikt zouden worden als Israel doelen van Hezbollah zou aanvallen.

Israelische militaire bronnen brengen de versnelde bewapening van Hezbollah in verband met een mogelijk conflict met Iran over de ontwikkeling van kernwapens door dat land.

Het binnenbrengen van de wapens door Hezbollah, onder toeziend oog van UNIFIL, is een flagrante schending van Veiligheidsraadresolutie 1701, die werd aangenomen na de Israelische inval in Zuid-Libanon in 2006. De resolutie voorzag niet alleen in een stopzetting van de vijandelijkheden, maar beoogde ook de uitbreiding van het gezag van de regering van Libanon over het hele grondgebied van het land, 'zodat er geen wapens zijn zonder de instemming van de regering van Libanon en geen gezag anders dan dat van de regering van Libanon'.

Tegen die achtergrond heeft Israel de spanning aan de noordgrens aangekaart bij de Verenigde Naties. Tot grote teleurstelling van Jeruzalem wees begin juli Secretaris-generaal, Ban Ki Moon, in een rapport de Israelische klacht af. Hij beschuldigde juist Israel ervan de spanningen te hebben veroorzaakt. Ban zei dat Syrië en Libanon de Israelische beschuldiging over de scud raketten ontkennen, hoewel hij ook toegaf dat de Verenigde Naties niet de mogelijkheid hebben dit te onderzoeken. "Rethoriek escaleerde snel, waardoor er bij het publiek de perceptie ontstond, dat een hervatting van het conflict [tussen Israel en Hezbollah] nabij was" schreef Ban Ki Moon. Omdat VN, VS, Europese Unie en Arabische regeringen bemiddelden werd, aldus Ban Ki Moon, de kou tussen Israel, Syrie en Libanon uit de lucht gehaald.

Van Israelische kant wordt er echter op gewezen dat de Secretaris-generaal van de VN in zijn rapport verzuimd heeft in te gaan op recente pogingen van Hezbollah UNIFIL het werken onmogelijk te maken. In drie gevallen zouden burgers in het zuiden van Libanon de confrontatie met UNIFIL zijn aangegaan en er zouden wapens van UNIFIL gestolen zijn. De incidenten zijn, volgens Israel, door Hezbollah veroorzaakt.

In zijn rapport zegt Ban Ki Moon dat UNIFIL in het Zuiden van Libanon absolute bewegingsvrijheid geniet. Hij maakt gewag van vijf andere incidenten met UNIFIL, waarbij VN militairen gewond raakten en een voertuig werd gestolen, maar hij weigert Hezbollah hiervan de schuld te geven. Intussen vreest de Israelische regering dat de geschiedenis zich zal herhalen. Tot 2006 keek UNIFIL machteloos toe hoe Hezbollah zich bewapende, totdat in juli van dat jaar de bom barste toen een tweetal Israelische militairen door Hezbollah gekidnapt werden. De daarop volgende Israelische invasie in het Zuiden van Libanon, die erop gericht was het wapenarsenaal van Hezbollah uit te schakelen, bracht veel ellende teweeg. Niemand in Israel en in het zuiden van Libanon zit op een herhaling van deze bloedige strijd te wachten, maar dat vereist in de eerste plaats wel dat de Verenigde Naties hun eigen resoluties serieus nemen en doen waarvoor ze zijn opgericht: het bewaren van de vrede.