Raad van State

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

1. 200803652/1/H3-A
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:

(Boete voor overtreden rusttijden voor touringcar chauffeurs)
Uitspraak over de bestuurlijke boete die de minister van Verkeer en Waterstaat heeft opgelegd aan het bedrijf Smit Reizen in Harderwijk. De minister heeft de boete opgelegd omdat het bedrijf de rusttijden voor chauffeurs niet in acht zou hebben genomen. Deze tijden zijn voorgeschreven in de Arbeidstijdenwet. Smit exploiteert een touringcarbedrijf dat voor touroperators buspendels verzorgt naar Spanje. Deze buspendels vertrekken vanaf een centraal op- en overstappunt in Maarheeze. Bij een inspectie door Verkeer en Waterstaat in 2006 bleek dat de chauffeurs bij de registratie van hun rijtijden niet de uren verantwoordden die zij nodig hebben om van hun standplaats Harderwijk naar Maarheeze te komen. Ook hebben toezichthouders bij de chauffeurs geconstateerd dat de langste door hen genoten rusttijden in periodes van 30 uren steeds minder bedroegen dan acht uren. Deze constateringen hebben geleid tot de boete. Smit is het hier niet mee eens en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft in deze zaak al in maart 2009 zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De Raad van State wilde antwoord op de vraag wat onder het begrip 'exploitatiecentrum' moet worden verstaan. Het Hof in Luxemburg heeft op 29 april jl. geantwoord op de prejudiciële vragen. De Raad van State heeft na deze beantwoording van het Hof de behandeling van de zaak weer opgepakt. Op 2 juli jl. is de zaak daarom nog eens op een zitting behandeld.

2. 200807503/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Natuurbeschermingswet
inhoudsindicatie:

(Vergunning voor windturbines in Sabina Henricapolder)
Uitspraak over de vergunning die het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland op grond van de Natuurbeschermingswet heeft verleend voor drie windturbines in de Sabina Henricapolder in Moerdijk. De vergunning is verleend aan Agro Wind in Moerdijk. De turbines komen op een afstand van 500 meter te staan van het beschermde natuurgebied en natuurmonument 'Krammer-Volkerak'. Ten noorden van de Sabinapolder liggen de Sint Anthoniegorzen. Dit is een foerageer- en rustgebied voor ganzen. De stichting Buurtcomité Sabinapolder verzet zich tegen de vergunning en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vindt dat de windturbines de brandgans en de grauwe gans verstoren en daarom niet gebouwd zouden mogen worden. Verder had het provinciebestuur de gevolgen van bestaande windturbines in de omgeving mee moeten nemen in zijn beslissing om drie nieuwe turbines toe te staan. Ten slotte is de stichting van mening dat de windturbines schade toebrengen aan het natuurmonument 'Krammer-Volkerak', omdat ze het weidse en open karakter van het gebied aantasten. De Raad van State heeft de zaak op 20 april jl. op zitting behandeld.

3. 200808045/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Natuurbeschermingswet
inhoudsindicatie:

(Afsluiting van beschermd natuurgebied 'Voordelta' voor publiek en vissers)
Uitspraak over het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om een deel van het beschermde natuurgebied de 'Voordelta' af te sluiten voor publiek en vissers. Het gaat om het deel dat bekend staat als 'Hinderplaat, Bollen van de Ooster, Bollen van het Nieuwe Zand'. De minister heeft op grond van de Natuurbeschermingswet bepaald dat dit gebied in de winterperiode, die loopt van 1 november tot 1 mei, gesloten moet worden. De minister wil zo rustgebieden creëren voor vogels. De Faunabescherming is het niet eens met het besluit en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens haar gaat het besluit niet ver genoeg. De minister had het gebied het hele jaar moeten sluiten voor publiek en vissers, aldus de natuurorganisatie. Dit zou beter zijn voor de zwarte zee-eend die in het gebied leeft. De Raad van State heeft de zaak op 15 juni jl. op zitting behandeld.

4. 200900840/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Friesland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Jabikswoude' van de gemeente Leeuwarden)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Fryslân van het bestemmingsplan 'Jabikswoude' van de gemeente Leeuwarden. Het plan voorziet in de bouw van een buurtschap met 330 woningen, een appartementencomplex (de zogenoemde 'stins'), een zorgcomplex en een crematorium. De wijk komt te liggen tussen Techum en Goutum. Het bestemmingsplan maakt deel uit van een omvangrijker gebied ten zuiden van de stad Leeuwarden, het nieuw te ontwikkelen stadsdeel De Zuidlanden, waarbinnen in totaal 6.500 woningen worden gebouwd. Een aantal inwoners van Goutum en de Vereniging voor Dorpsbelang Goutum zijn tegen het goedkeuringsbesluit van de provincie in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat de eigen identiteit van Goutum wordt aangetast door de bouw van woningen in de buurt van hun dorp. Volgens hen worden er teveel woningen gebouwd en blijft er te weinig groen in de omgeving over. Ook vinden zij dat het appartementencomplex te hoog wordt. Dit past volgens hen niet in het dorpse karakter van het buurtschap Jabikswoude. Daarnaast vrezen ze voor overlast van autoverkeer vanwege de nieuwe aansluiting van het buurtschap op de Overijsselseweg. Ten slotte hebben zij aangevoerd dat de nieuwbouw te dicht op het crematorium staat. De Raad van State heeft de zaak op 14 april jl. op zitting behandeld.

5. 200902278/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Holland
inhoudsindicatie:

('Uitbreiding Recreatiegebied Geestmerambacht' van de gemeente Alkmaar)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Recreatiegebied Geestmerambacht' van de gemeente Alkmaar. Het plan maakt het mogelijk het bestaande recreatiegebied uit te breiden met 250 ha grond en 40 ha aan wegen en paden. Het recreatiegebied ligt niet alleen in de gemeente Alkmaar, maar ook op het grondgebied van de gemeente Langedijk. Voor dat deel van het recreatiegebied is een apart bestemmingsplan opgesteld. Een bedrijf uit Oud-Beijerland en een bedrijf uit Groot-Ammers hebben gronden in het gebied in Alkmaar in eigendom. Zij willen op die gronden vijf zogenoemde landgoederen bouwen. Volgens de eigenaren draagt hun particuliere participatie bij aan de economische uitvoerbaarheid van het plan. Volgens het provinciebestuur staat het provinciale beleid echter geen uitbreiding van zogenoemde stedelijke functies toe. De bedrijven laten het er niet bij zitten en zijn in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze heeft de zaak op 17 mei jl. op zitting behandeld.

6. 200903164/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Zeist-Noord' van de gemeente Zeist)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Zeist van het bestemmingsplan 'Zeist-Noord'. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het gebied ten zuiden van de A28 tot de Schaerwijdelaan en de Utrechtseweg. Het bestemmingsplan actualiseert vooral de bestaande situatie en neemt uitsluitend nieuwe ontwikkelingen mee waarover al een besluit is genomen. De Zeister Bouwmaatschappij is het niet eens met het plan en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bedrijf wil vanwege de huidige stand van de woningmarkt van een woning aan de Bachlaan twee woningen onder één kap maken. Het bestemmingsplan staat dat niet toe. De eigenaar van het Centrumgebouw waarin een winkelcentrum is gevestigd, is ook in beroep gekomen tegen het plan. In het gebouw is een apotheek gevestigd. Het plan maakt echter in de buurt van de apotheek een zogenoemde HOED (Huisartsen Onder Een Dak) mogelijk. De eigenaar vreest dan ook voor sluiting van de apotheek. Verder verbiedt het plan om de ruimten op de begane grond van het Centrumgebouw als kantoor te gebruiken. De eigenaar wil dat juist graag mogelijk maken, omdat anders leegstand dreigt. Dit heeft volgens hem nadelige gevolgen voor de levendigheid en de sociale veiligheid van het winkelcentrumgebied. Ten slotte is ook een inwoner uit Zeist in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het plan maakt de bouw van een woning mogelijk direct achter zijn eigen woning aan de Sanatoriumlaan. Dit gebied is nu nog openbaar groen en de man wil dat dit zo blijft. De Raad van State heeft de zaak op 8 juni jl. op zitting behandeld.

7. 200903879/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Gelderland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Resort Lievelde' van de gemeente Oost Gelre)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Oost Gelre van het bestemmingsplan 'Resort Lievelde'. Het bestemmingsplan maakt de uitbreiding mogelijk van een bestaand recreatiepark aan de Koemaatsdijk in Lichtenvoorde. Daarbij gaat het om de bouw van maximaal 141 chalets en de aanleg van een zwembad en winkel- en horecavoorzieningen. In het recreatiepark staat een aantal chalets die zonder vergunning zijn gebouwd. Het bestemmingsplan legaliseert deze illegaal gebouwde chalets op het terrein, maar alleen tot een maximale oppervlakte van 55 m² per chalet. De meeste chalets hebben echter een oppervlakte van ongeveer 75 m². Dat is de reden dat de eigenaren van de chalets het niet eens zijn met het plan en daartegen in beroep zijn gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een veehouder is het ook niet eens met het plan. Hij vreest dat de bouw van een recreatiepark in de buurt van zijn bedrijf hem zal beperken in zijn bedrijfsvoering. Ook zijn de diverse waterpartijen die worden aangelegd volgens hem een broeinest voor een muggensoort die het blauwtongvirus verspreiden. De Raad van State heeft de zaak op 15 juni jl. op zitting behandeld.

8. 200904297/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Omlegging provinciale weg Baarle' van de gemeente Baarle-Nassau)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Baarle-Nassau van het bestemmingsplan 'Omlegging provinciale weg Baarle'. Het gaat om de ten oosten van Baarle-Nassau gelegen N260 die zal worden omgelegd om het centrum van Baarle te ontlasten. Twee omwonenden en een pompstationhouder zijn tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De pompstationhouder vreest voor verlies aan klandizie door de omlegging en wil graag langs de nieuwe weg een pompstation vestigen. Het bestemmingsplan staat dat echter niet toe. Eén man vindt dat het onderzoek naar de luchtkwaliteit niet deugt en vreest voor verslechtering van de luchtkwaliteit door de aanleg van de rondweg. De andere man is het vooral niet eens met de geplande geluidswal voor zijn woning. Hij vindt dat de gemeenteraad had moeten kijken naar andere mogelijkheden om zijn woning tegen geluidsoverlast te beschermen. De Raad van State doet woensdag 21 juli 2010 eveneens uitspraak in een zaak met zaaknummer 200905887/1. Die uitspraak gaat over de hogere geluidswaarden die het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft vastgesteld voor een aantal woningen in de buurt van de nieuwe weg. Een omwonende vreest voor geluidsoverlast. Hij vindt hij dat er meer maatregelen getroffen moeten worden aan zijn woning om de geluidsoverlast te beperken. De Raad van State heeft beide zaken op 22 april jl. op zitting behandeld.

9. 200905219/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Holland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'IJburg tweede fase' van de gemeente Amsterdam)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Noord Holland van het bestemmingsplan 'IJburg tweede fase' van de gemeente Amsterdam. Het plan maakt de aanleg van vier eilanden in het IJmeer mogelijk waarop in totaal 9.400 woningen worden gebouwd. De stichting Verantwoord Beheer IJmeer, de IJsselmeervereniging en de dorpsraad Durgerdam verzetten zich tegen het plan en zijn tegen de provinciale goedkeuring daarvan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen had het deel van het IJmeer waar de eilanden worden aangelegd, óók deel moeten uitmaken van het beschermde natuurgebied 'IJmeer'. In dat geval had de gemeente ook onderzoek moeten doen naar de gevolgen van de woningbouw voor de natuurwaarden in het gebied zelf, en niet alleen voor de gevolgen voor het natuurgebied in de omgeving. Verder betwijfelen de stichting, de vereniging en de dorpsraad of de woningbouw wel nodig is. De gemeente zou volgens hen gerekend hebben met te positieve woningbouwprognoses. De Raad van State doet op 21 juli 2010 eveneens uitspraak in de zaak met zaaknummer 200902644/1. Die zaak gaat over de vergunning die het provinciebestuur op grond van de Natuurbeschermingswet heeft verleend voor het woningbouwproject. De IJsselmeervereniging is ook tegen dat besluit in beroep gekomen bij de Raad van State. De vereniging vreest voor nadelige gevolgen voor de vogels in het gebied, nu de vergunning bepaalt dat er gelijktijdig nieuwe mosselbanken moeten worden aangelegd. De Raad van State heeft beide zaken op 12 april jl. op zitting behandeld.

10. 200907127/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 21 juli 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:

(Weigering vergunningen voor drie Eindhovense horecagelegenheden)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven en de Eindhovense burgemeester om drank- en horecavergunningen en exploitatievergunningen te verlenen aan drie horecagelegenheden. Café Kantoorzicht, restaurant Jeruzalem en lunchroom De Verwennerij hadden om de vergunningen gevraagd. De vergunningen zijn geweigerd op grond van de Wet bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Het landelijk bureau Bibob heeft de burgemeester en het gemeentebestuur geadviseerd de vergunningen te weigeren, omdat 'er sprake zou zijn van ernstig gevaar dat de vergunningen mede gebruikt zullen worden om strafbare feiten te plegen'. Ook zou vrees bestaan dat de vergunningen zouden worden gebruikt om geld wit te wassen. Tot deze conclusie kwam het landelijk bureau, omdat sommige exploitanten voorkomen in het register 'zware criminaliteit'. Ook zou er sprake zijn van sigarettensmokkel, prostitutie, drugshandel, mishandeling en wapenbezit. De bedrijven en exploitanten kwamen eerder tegen de weigeringen in beroep bij de rechtbank in Den Bosch. Die oordeelde in juli 2009 dat er naast de informatie uit het register 'zware criminaliteit' onvoldoende andere concrete feiten en omstandigheden waren om de vergunningen te weigeren. Veel aanwijzingen voor het vermoeden dat er strafbare feiten gepleegd zouden worden in de bedrijven, betroffen zogenoemde 'zachte informatie', en dat is niet voldoende, aldus de rechtbank. De rechtbank vernietigde daarom de besluiten en oordeelde dat het gemeentebestuur en de burgemeester ervan uit moeten gaan alsof de bedrijven in het bezit waren van de vereiste vergunningen. Het gemeentebestuur en de burgemeester van Eindhoven zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat er wel voldoende informatie beschikbaar is om de vergunningen te weigeren. De Raad van State heeft de zaak op 29 juni jl. op zitting behandeld.