Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen over de positie van Koninklijke Nederlandse Shell onder het (aan te scherpen) sanctieregime tegen de Islamitische Republiek Iran

Kamerbrief inzake beantwoording vragen over de positie van Koninklijke Nederlandse Shell onder het (aan te scherpen) sanctieregime tegen de Islamitische Republiek Iran

Kamerbrief | 20 juli 2010

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Kortenoeven, Wilders, Bontes en De Roon over de positie van Koninklijke Nederlandse Shell onder het (aan te scherpen) sanctieregime tegen de Islamitische Republiek Iran. Deze vragen werden ingezonden op 15 juli 2010 met kenmerk 2010Z10983.

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

De Minister van Economische Zaken,

Mr. E.M.H. Hirsch Ballin

Maria J.A. van der Hoeven

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van der Hoeven, Minister van Economische Zaken, op vragen van de leden Kortenoeven, Wilders, Bontes en de Roon (PVV) over de positie van Koninklijke Nederlandse Shell onder het (aan te scherpen) sanctieregime tegen de Islamitische Republiek Iran.

Vraag 1

Bent u bekend met de Amerikaanse `Iran Refined Petroleum Sanctions Act' (IRPSA) en met de brief aan Shell van 21 mei 2009 van de leden van het Amerikaanse Congres Dan Burton en Brad Sherman?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kent u het Wall Street Journal artikel `Shell Halts Gasoline Sales to Iran' (11 maart 2010) 1) en het door het Iraanse persbureau Fars verspreide artikel `Shell Resumes Fuel Sales to Iran' (7 juni 2010)? 2)

Antwoord

Ja.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de tegenstrijdigheid van deze artikelen?

Vraag 4

Heeft Shell de leverantie van geraffineerde olieproducten aan Iran inmiddels gestaakt of niet?

Antwoord

Shell heeft laten weten sinds oktober 2009 geen benzine te hebben verkocht aan Iran en dat de bewering dat in mei 2010 benzine is geleverd, is gebaseerd op een foutief rapport van de haveninspecteur van Bandar Abbas, dat later is gecorrigeerd.

Vraag 5

Komt de positie van Shell in Iran (`upstream', dan wel `downstream') aan de orde in de besprekingen van 26 juli a.s., over het aanscherpen van de sancties tegen Iran, van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie? Zo ja, wordt dan overwogen om voor Shell, onder het aan te scherpen Europese sanctieregime tegen Iran, een uitzonderingspositie te bedingen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat een uitzonderingspositie voor Shell onacceptabel is? Zo ja, zult u zich hiertegen met kracht verzetten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

De Raad zal niet over individuele bedrijven spreken. Voor meer informatie over de bespreking over Iran tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli as. verwijs ik naar de geannoteerde agenda van deze bijeenkomst die Uw Kamer op 16 juli jl. toeging.

Vraag 7

Wilt u deze vragen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 20 juli beantwoorden?

Antwoord

Bij deze.


1)
http://online.wsj.com/article/SB100014240527487037010045751132806333131 78.html


2) http://english.farsnews.ir/newstext.php?nn=8903171000