Voedsel en Waren Autoriteit

VWA: maatregelen nodig tegen microbiologische risico's schapenwol

Schapen kunnen via wol diverse bacteriële en virale infecties overdragen op de mens. Een aantal bacteriën kan mensen via stofdeeltjes in de lucht infecteren. Deze stofdeeltjes komen bijvoorbeeld tijdens het scheren of slachten van schapen in de lucht. Er is geen praktisch toepasbare testmethode beschikbaar die bedrijven kunnen gebruiken om een besmetting van de schapen met deze bacteriën vast te stellen. Denk bijvoorbeeld aan Chlamydophila abortus of Coxiella burnetii. Daarom adviseert bureau Risicobeoordeling en onderzoeksprogrammering (BuRO) van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) om alle werknemers van bedrijven uit de wolproductieketen voor te lichten en te beschermen tegen een mogelijk infectierisico. Bijvoorbeeld door het dragen van een mond-neusmasker. Ook adviseert het BuRO om het publiek voor te lichten over mogelijke risico's van contact met schapen en onbehandelde wol.

Het bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering van de nVWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en de gezondheid van planten. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet Onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de wet worden uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS.

Meer informatie:

* Advies over microbiologische risico's van schapenwol in de Nederlandse wolproductieketen
* Bijlage bij advies microbiologische risico's wol 16 juli 2010
* Aanbiedingsbrief microbiologische risico's wol LNV 16 juli 2010
* Aanbiedingsbrief microbiologische risico's wol VWS 16 juli 2010