Kunnen corporaties hun maatschappelijke taken in de wijkaanpak nog wel waarmaken?

Woningcorporaties kunnen hun beoogde integrale rol in de wijkaanpak steeds moeilijker waarmaken. Hun maatschappelijke taak, die volgens velen verder strekt dan alleen de bouw van goedkope huurwoningen, wordt bemoeilijkt door nieuwe regelgeving van de Europese Commissie. Woningcorporaties komen in de problemen met hun rol bij het behouden van iets draagkrachtiger huishoudens in probleemgebieden, maar ook met de ontwikkeling van bijvoorbeeld bedrijfsverzamelgebouwen voor de onderkant van de markt of de realisatie van kleinschalige winkelstrips. Willen ze voldoen aan de voorwaarden van de Commissie dan komen ze met deze projecten juist weer niet voor reguliere steunmaatregelen (zoals projectsteun via WWI) in aanmerking. Ze komen dus in de knel en belangrijker: de menging en levendigheid van wijken kan daarmee onder druk komen te staan.

Wat is er aan de hand?
Corporaties hebben in toenemende mate te maken met Europese regelgeving, niet in de laatste plaats op het gebied van staatssteun. De Europese Commissie (EC) was/is met name beducht voor oneerlijke concurrentie als gevolg van de zogenoemde 'kruissubsidiëring': overheidsgeld dat door of door middel van een corporatie wordt aangewend ten behoeve van commerciële activiteiten.

Wat heeft de Europese commissie hierover gezegd?
Bij brief van 3 december 2009 hebben de Nederlandse autoriteiten toegezegd het functioneren van woningcorporaties en de gunstige maatregelen voor deze corporaties te zullen wijzigen. Voor een aantal van de voorgenomen wijzigingen hebben de Nederlandse autoriteiten een ontwerpregelgeving aan de Commissie voorgelegd. Een en ander heeft geleid tot een (goedkeurende) beschikking van de Commissie. De nieuwe regels zullen bij een nieuw ministerieel besluit per 1 januari 2010 worden ingevoerd. Op 1 januari 2011 wordt een nieuwe woningwet van kracht.

Wat betekent dit voor corporaties?
Hoofdregel blijft dat staatssteun in beginsel niet is toegestaan. De beschikking gaat in op een aantal (bestaande en nieuwe) vormen van staatssteun, die onder strikte voorwaarden wel zijn toegestaan voor corporaties. Deze steun wordt verenigbaar geacht met de gemeenschappelijke markt en hoeft dan ook niet te worden aangemeld.

Wat voor steunmaatregelen zijn nog wel mogelijk?

* Staatsgaranties voor leningen bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw
* Steun uit het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
* Verkoop van overheidsgrond door gemeenten tegen een prijs onder de marktwaarde.
* Het recht om leningen aan te gaan bij de Bank Nederlandse Gemeenten.
* Bijzondere projectsteun voor wijkenaanpak.

Mits het voldoet aan criteria
Deze steun wordt (ingeval van woningcorporaties) met betrekking tot de volgende activiteiten toelaatbaar (verenigbaar) geacht: i. Bouw en verhuur van woningen aan particulieren, ii. Infrastructuur;
iii. Bouw en verhuur van maatschappelijk vastgoed.

Wat kan er dus niet zomaar meer?
Voor de categorie maatschappelijik vastgoed geldt dat activiteiten die niet worden genoemd (zie bijlage) in geen geval voor steun in aanmerking komen. Voor afzonderlijke op zichzelf staande infrastructuurwerken die niet rechtstreeks met de woningen verband houden, gelden de normale aanbestedingsregels en wordt geen steun verstrekt. De bouw en verkoop van eigen woningen en de bouw en verhuur van commercieel vastgoed komen evenmin voor steun in aanmerking, inclusief activiteiten zoals bedrijfsverzamelgebouwen en winkelstrips.

Corporaties komen in de knel
Vaak is de corporatie juist echter bereid om dergelijke projecten tegen bepaalde voorwaarden te doen die de ontwikkeling van die voorzieningen in minder krachtige wijken eerder tot stand laten komen, want die de markt niet of minder snel oppakt. Willen corporaties dit wel doen, dan moet de organisatie en financiering hiervan op een andere (sec private) leest worden geschoeid. Maar door dat zo te doen komt een project dan vaak weer niet in aanmerking in voor andere steunmaatregelen, zoals de WWI-projectsteun. Daarmee komen projecten dus in de knel.

Gevolgen voor de praktijk van de wijkaanpak: menging en levendigheid onder druk? Het uitvoeren van de beschikking kan in de praktijk nogal ingrijpende gevolgen hebben voor een corporatie. Naast het feit dat een van de gevolgen is dat in beginsel 90 procent van de jaarlijks vrijkomende woningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een belastbaar inkomen tot 33.000 euro (en dus niet de iets draagkrachtiger huishoudens voor bepaalde buurten kunnen worden behouden) geldt dat bij projecten ter zake het bouwen en verhuren van gebouwen met een maatschappelijke én commerciële functie in beginsel geen overheidsfinanciering meer is toegestaan. Dit kan een corporatie voor grote problemen stellen. Eenvoudiger wordt het er niet op, hoewel ook hiervoor vaak weer creatieve oplossingen zijn te bedenken. In de praktijk heeft Ecorys al geadviseerd over een andere organisatievorm (bijvoorbeeld publiek-private samenwerking) en gebouwindeling waardoor mogelijkerwijs aan beide kanten toch van de beschikbare voordelen geprofiteerd kan worden.