Internationale Vierdaagse Nijmegen


Persbericht 2010.022 - 23 juli 2010

Eerste Vierdaagse onderzoeksresultaten bekend

Wandelaars met hartaandoeningen moeten beter voor zichzelf zorgen

Wandelaars die voorheen een hartinfarct hebben gehad moeten beter voor zichzelf zorgen, constateert inspanningsfysioloog prof. dr. Maria Hopman van het UMC St Radboud op basis van de eerste voorlopige onderzoeksresultaten.

De wandelaars met voorheen een hartinfarct transpireren en plassen meer, maar drinken te weinig. Daardoor verliezen ze 8% van hun bloedvolume en drogen ze eerder uit.
Wandelaars met een hoge bloeddruk doen het veel beter. Zij gebruiken vaak plastabletten en plassen het meeste vergeleken met de gezonde lopers. Echter, zij drinken veel meer en vertonen nauwelijks kenmerken van uitdroging. Hopman en haar team concludeerde ook dat vooral mannen slechter naar hun lijf luisteren, zij nemen minder vocht in dan vrouwen.

Het onderzoeksteam combineerde een tweetal onderzoeken tijdens de 94ste Vierdaagse. Er werd onderzoek gedaan naar het effect van fysieke inspanningen bij hart- en vaatziekten en de invloed van hitte op zware fysieke inspanningen.
Tijdens de eerste wandeldag steeg de lichaamstemperatuur bij alle wandelaars meer dan voorgaande jaren waarbij opviel dat de lichaamstemperatuur met name in de laatste wandeluren flink steeg. Het vroeg starten heeft oververhitting op grote schaal voorkomen. Tijdens de 2e wandeldag lag de fysieke inspanning, uitgedrukt als hartfrequentie, zo'n 10% lager vergeleken met de 1e wandeldag. Uitdroging, met als gevolg hoofdpijn, misselijkheid en onwel worden, blijft het grootste risico tijdens de Vierdaagse.

Van de 100 deelnemers vielen er ditmaal meer uit dan voorgaande jaren, namelijk negen. Bij zes van hen was de warmte het struikelblok, van deze zes behoorden er drie tot de deelnemers met hart- en vaatziekten en drie tot de gezonde deelnemers. Het betrof vijf mannen en een vrouw. De overige uitvallers kampten met kleine blessures die niet warmte gerelateerd waren.