Museon toont extra tekeningen van Charles Burki
Charles Burki
22 juli 2010
Op 5 maart 2010 werd in het Museon in Den Haag de tentoonstelling
`Achter de kawat - tekeningen van Charles Burki', door oud minister van
Buitenlandse Zaken, Ben Bot geopend. Tijdens de voorbereiding van deze
tentoonstelling, die nog is te zien tot en met 5 september 2010, vond
een hernieuwde kennismaking met de familieleden van Charles Burki
plaats. Dit leidde tot een nieuwe schenking: een schetsboekje van
Charles dat hij tijdens zijn internering in Fukuoka, vlakbij Nagasaki,
heeft gemaakt.
Obsessie in gevangenschap
Na een verschrikkelijke zeereis naar Japan, waarbij Charles een
torpedering overleefde, kwam hij in kamp Fukuoka 14 terecht. Hier
ontmoette hij John Krabbendam, met wie hij een grote liefde voor
motoren deelde. Ze spraken avonden en soms nachten lang over hun
obsessie voor deze snelheidsduivels. Voor Charles waren deze gesprekken
de aanleiding om motoren te tekenen. Hij had een schetsboekje gemaakt
van een aantal vellen gebruikt stencilpapier en dat in een kartonnen
kaftje gebonden. Uit het blote hoofd tekende Charles met grote precisie
en oog voor detail het hele schetsboekje vol met motoren, auto's,
driewielers en zijspannen. De tekeningen gaven zowel aan John als
Charles veel plezier. Het deed hen bij vlagen de oorlog totaal
vergeten. Charles gaf het schetsboekje aan John. Na de atoombomexplosie
op Nagasaki mochten de gevangenen vanwege het stralingsgevaar bij hun
vertrek niets meenemen. Toch lukte het John Krabbendam om het boekje
door alle controles heen te smokkelen. Het stond meer dan veertig jaar
bij hem in de kast tot hij het bij een reünie van oud-krijgsgevangenen
aan Charles terug gaf. Nu is datzelfde schetsboekje overgedragen aan
het Museon. In een speciale vitrine in de tentoonstelling `Achter de
kawat' is het te bewonderen. Alle tekeningen zijn gescand en via
beeldscherm te zien.
Achter de kawat, dagelijks leven in Japanse gevangenschap,1942-1945.
In de expositie worden tekeningen getoond van de Nederlander Charles
Burki (1909-1994), over het kampleven in Japanse gevangenschap in
Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze internering begon
direct na de capitulatie van het KNIL op 8 maart. De originele
tekeningen maken deel uit van de collectie van het Museon. Bij de
expositie is een herziene uitgave verschenen van het boek `Achter de
Kawat' met tekeningen van Charles Burki . TNT post heeft een speciale
zegel uitgebracht van zijn tekeningen.
Kawat
Kawat betekent in het Indonesisch ijzerdraad, het is de omheining, de
`muur' waarachter de geïnterneerden werden opgesloten. Charles Burki
tekende (en schreef) een gedetailleerd `verslag' van het dagelijkse
leven in Japanse gevangenschap. De tekeningen die hij in het kamp in
Bandung maakte, lagen vier jaar lang midden in de doorgang van een
poortje begraven. Ze waren verpakt in hospitaal doek, vervolgens in een
zinken bus, en dat weer in een teakhouten kist. Iedereen liep er
overheen. Na zijn transport naar Nagasaki overleefde Charles Burki de
atoombom op deze Japanse stad. In 1946 kreeg hij zijn tekeningen weer
in bezit.
De tekeningen van Charles Burki
In 1994 werden de tekeningen die Charles Burki maakte in Japanse
gevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog aan deze collectie
toegevoegd. Charles was van beroep technisch tekenaar, illustrator,
reclametekenaar en kunstschilder. In maart 1942 werd hij geïnterneerd
in Bandung. Vanaf het begin van zijn internering heeft Charles
getekend. In mei 1943 werden de sterkste mannen geselecteerd voor
transport naar Japan. Gedurende zijn internering maakte hij twee
ingrijpende gebeurtenissen mee. De eerste was tijdens een zeetransport
met de Tomahokoe Maroe tussen Singapore en Japan. De boot werd
getorpedeerd en Charles lag tien uur in zee voordat een Japanse
walvisvaarder hem oppakte. Hij overleefde het, maar doorstond
doodsangsten. Hij werd daarna in Japan in kamp Fukuoka, in de buurt van
Nagasaki, gevangen gezet. In een ijzergieterij moest hij dwangarbeid
verrichten. Op 9 augustus 1945 brak de hel los: de Amerikanen gooiden
daar, na Hiroshima, de tweede atoombom. Het was vreselijk, maar Charles
hield er minder benauwde uren aan over dan aan de torpedering. In een
interview uit 1979 zei hij hierover: "Normaal gesproken had ik toen
dood moeten zijn'. Hij overleefde gelukkig beide rampen. Charles maakte
een prachtig getekend `verslag' van deze tijd. De tekeningen die hij in
Bandung maakte, lagen vier jaar midden in de doorgang van een poortje
begraven. Ze waren verpakt in hospitaal doek, daarna in een zinken
koker met daar omheen een rubberen doek. Dat werd als geheel in een
teakhouten kist gestopt. Iedereen liep er overheen. In 1946 kreeg
Charles ze eindelijk weer in zijn bezit.
Charles en Sophie
Charles trouwde met Sophie Hoogendoorn in 1938 en vertrok met zijn
zeventienjarige bruid naar Nederlands-Indië. Op de motor met zijspan
ging het stapelverliefde stel via Duitsland en Zwitserland naar
Zuid-Frankrijk en vandaar naar Genua. Daar gingen ze aan boord van de
Poelou Bras, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Het was een
prachtige huwelijksreis. Sophie ging kennis maken met haar
schoonfamilie, die in Bandung woonde. Ze kwamen aan in oktober 1938.
Charles vond al snel een baan. Het was hun bedoeling om een jaar of
twee, drie te blijven. De oorlog gooide roet in het eten en beiden
werden geïnterneerd door de Japanse bezetter. In december 1946 zagen
Sophie en Charles elkaar na ruim drie jaar weer terug in Balikpapan in
een tentenkamp dat daar als opvang was ingericht. Sophie heeft haar
kampdagboekjes, brieven en nog een paar kamprelicten aan het Museon
geschonken. Enkele van deze voorwerpen zijn ook in deze tentoonstelling
te zien.
Inlichtingen
Rob de Winter (rdwinter@museon.nl) of Joke van Grootheest
(jvgrootheest@museon.nl)
Tel. 070-3381421 / 070-3381410
Museon Burki motoren resize.jpg