Rijksvoorlichtingsdienst

Mededeling informateur dr. R.F.M. Lubbers

Na de vaststelling -als vermeld in het eindverslag van de informateurs Rosenthal en Wallage- "dat de spoedige totstandkoming van een kabinet VVD, PvdA, D66 en GroenLinks niet mogelijk is gebleken", heb ik in gevolge de aan mij door de Koningin als informateur gegeven opdracht de fractievoorzitters van de Tweede Kamer gesproken.

Daarbij is mij al snel gebleken dat onderzoek naar de mogelijkheden die thans reëel aanwezig zijn vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal niet werkelijk bespreekbaar is voordat eerst onderzoek heeft plaatsgevonden naar politieke samenwerking tussen VVD, PVV en CDA. De fractievoorzitter van het CDA heeft mij bericht het zeer te betreuren dat de centrum-drie-variant, die zijn voorkeur zou hebben, wordt geblokkeerd door de PvdA.

Ik schrijf nadrukkelijk politieke samenwerking omdat mij gebleken is dat een dergelijk onderzoek zich niet alleen zou moeten richten op de mogelijkheid van een VVD-PVV-CDA kabinet, maar ook op een VVD-CDA kabinet met gedoogsteun van de PVV.

Gezien de zeer brede steun in de Tweede Kamer voor dit onderzoek, heb ik de fractievoorzitters van VVD, PVV en CDA gevraagd onderlinge gesprekken aan te gaan en in de loop van de komende week - kan het zijn op zeer korte termijn- mij te berichten welke mogelijkheden zij zien.

Ik teken bij dit verzoek aan dat ik mij ervan bewust ben dat uitlatingen van de fractievoorzitter van het CDA tot nu toe er op wijzen dat coalitievorming met de PVV een brug te ver zou kunnen blijken (vgl. ter zake ook de uiterst krappe meerderheid en het alsdan voorziene CDA-congres) en dat de fractievoorzitter van de PVV mij duidelijk gemaakt heeft dat er ook argumenten zijn voor de gedoogvariant (samenstelling van het kabinet, gemakkelijker te bereiken regeerakkoord tussen alleen VVD en CDA en resterende ruimte voor de PVV voor eigen opvattingen in de Tweede Kamer).

Overigens valt zulk een gedoogvariant niet onder mijn onderzoeksopdracht. Daarom zullen de door mij bevorderde gesprekken -in lijn met een breed in de Kamer levend verlangen- niet onder mijn leiding plaatsvinden.

Wel zie ik uit naar de resultaten daarvan om vervolgens te beoordelen wat zij betekenen voor het vervolg van mijn opdracht.

BWK, 23 juli 2010, 11.05 uur

Categorieën: Overig

Bron: Bureau Woordvoering Kabinetsformatie