Wageningen Universiteit en Researchcentrum

30 jul 2010

Onderdeel: Wageningen University
Nummer: N

Landelijk zijn er grote verschillen in gemelde aantallen wespennesten. In het westen van het land worden ruim de helft meer wespennesten gemeld dan vorig jaar terwijl de aantallen in het oosten juist minstens gehalveerd zijn. Het ontbreken van nachtvorst in het westen halverwege april lijkt de oorzaak van de grote verschillen. Ook ligt de ontwikkeling van de wespennesten in het westen enkele weken voor op die van vorig jaar terwijl de ontwikkeling in het midden en oosten juist ruim achter ligt op vorig jaar. De Natuurkalender verwacht dat in de tweede helft van augustus de wespenoverlast het grootst is.

Vorig jaar is op veel plaatsen overlast geweest van wespen. Het gunstige voorjaar heeft de wespen toen in de kaart gespeeld. De afgelopen dagen zijn via www.natuurkalender.nl diverse meldingen van de eerste wespen op zoetigheid binnen gekomen. Dit duidt erop dat er al wespennesten zijn waarin het aantal larven aan het afnemen is terwijl het aantal werksters nog toeneemt. Larven scheiden in ruil voor voedsel een zoetstof af voor de werksters. Als er naar verhouding minder larven zijn en dus minder zoetstoffen, gaan werksters op zoek naar andere bronnen van zoetigheid. Dit betekent dat de tijd met kans op wespenoverlast voor de deur staat.

Om een goede inschatting van het moment van overlast te geven moeten we eerst naar het voorjaar kijken. Uit de waarnemingen van de âeerste wespâ die via De Natuurkalender zijn doorgegeven concluderen we dat vanaf 17 maart de eerste koninginnen uit hun winterslaap kwamen en met de ontwikkeling van hun nesten begonnen. In voorgaande jaren en vooral in 2008, waren er als gevolg van hoge temperaturen in januari en februari al ruim voor half maart meer eerste wespenmeldingen. Door de koude winter bleven de vroege meldingen dit jaar uit. De landelijke piek van de eerste meldingen kwam dit jaar uit op 14 april. De piek van de eerste meldingen was ten opzichte van 2009 en 2008 maar een paar dagen later. Door de relatief hoge temperaturen in de tweede helft van maart werden relatief veel koninginnen versneld wakker. Tijdens de extreem warme start van 2007 lag de piek twee weken eerder dan dit jaar.

Grote verschillen
Op basis van ervaringen uit de voorgaande jaren weten we dat de mate van wespenoverlast en het moment waarop de overlast optreedt per regio sterk kan verschillen. Om een goed beeld te krijgen van verschillen in aantal wespennesten en de stand van de ontwikkeling hebben we bestrijdingsbedrijven in verschillende delen van het land benaderd. Daaruit blijkt dat er ook dit jaar weer grote verschillen zijn.

Nachtvorst in april
De vraag is natuurlijk wat de grote verschillen tussen de provincies verklaart. Traas Ongediertebestrijding vermoedt dat het iets te maken heeft met een verschil in de hoeveelheid nachtvorst tussen de verschillende regioâs op het moment dat de wespenkoninginnen kwetsbaar waren. Als we naar het temperatuurverloop in de verschillende provincies kijken dan zien we dat er, na de sterke temperatuurstijging half maart, tussen 10 en 24 april in verschillende delen van het land weer nachtvorst werd geregistreerd. Dit was de periode dat veel koninginnen uit winterslaap kwamen. Ze zaten net in hun meest kwetsbare periode.

Overlast half augustus
Op basis van het model dat de Natuurkalender hanteert, en dat de ontwikkeling van wespennesten berekent, in combinatie met de waarnemingen op Natuurkalender.nl, concluderen we dat de behoefte van wespen aan zoetigheid vanaf halverwege augustus een piek zou kunnen bereiken. In het westen van het land ligt de piek gezien de hierboven beschreven ontwikkelingen waarschijnlijk eerder. De overlast die de wespen (zullen) veroorzaken is naast het aantal wespen in grote mate afhankelijk van de weersomstandigheden in de komende weken. Bij mooi weer zitten de mensen meer buiten met allerlei zoetigheden, waardoor er meer kans is op contact met wespen. Het lijkt er wel op dat de kans op overlast in het westen van het land groter zal zijn dan in het oosten van Nederland.

De Natuurkalender is een nationaal educatief/wetenschappelijk waarnemingsprogramma dat zich richt op het in kaart brengen van de effecten van klimaatverandering op de jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur. De Natuurkalender is in 2001 van start gegaan op initiatief van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, en VARA's Vroege Vogels. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door een aantal organisaties en bedrijven. Waarnemingen kunnen door iedereen aangeleverd worden.