Grafische Bedrijfsfondsen



Halfjaarbericht PGB 2010

Dekkingsgraad daalt, ondanks positief resultaat op de beleggingen (aug 2010)

In het eerste halfjaar van 2010 heeft PGB op haar beleggingen een rendement behaald van 5,0%. De waarde van het belegd vermogen kwam als gevolg van het beleggingsresultaat en de overname van het pensioenfonds Wegener uit op ⬠10,5 miljard tegen ⬠9,3 eind 2009. De voorziening voor de pensioenverplichtingen nam toe van ⬠8,5 naar ⬠10,4 miljard. De verplichtingen stegen door de overname van pensioenen, maar vooral door de daling van de rente. De dekkingsgraad die de verhouding tussen het vermogen (⬠10,5 miljard) en verplichtingen (⬠10,4 miljard) weergeeft, daalde door deze ontwikkelingen per saldo van 109,8% naar 101,5%. Naar aanleiding van de gevolgen van de financiële economische crisis onderzocht het fonds in de eerste helft van het jaar in welke richting aanpassingen van het beleid en bestuur nodig zijn om de financiële toekomstbestendigheid te versterken.

Vermogensbeheer
De bewegelijkheid van de koersen op de financiële markten is in de loop van 2010 na het gunstige beleggingsjaar 2009 weer toegenomen. Het terugdringen van de tekorten bij de overheden in Europa en de Verenigde Staten en twijfels over de financiële soliditeit van landen leiden tot onzekerheid over de toekomstige ontwikkeling van de economie. De verslechtering van de financiële positie van het fonds wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de sterk gedaalde rente. Om de economie te stimuleren is wereldwijd de rente verlaagd. De kapitaalmarktrente (â30 jaars swapâ) daalde van 3,88% eind 2009 naar 3,18% eind juni 2010. Pensioenfondsen hebben daar last van omdat deze rente ook wordt gebruikt om de voorziening voor de pensioenen te berekenen. Daalt de rente dan moet het fonds meer reserveren. De verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen, de dekkingsgraad, wordt dan negatief beïnvloed. Ondanks het positieve resultaat op de beleggingen is de dekkingsgraad gedaald: van 109,8% eind 2009 naar 101,5% eind juni.

Het beleggingsrendement bedroeg in het eerste half jaar 5,0%, 0,4% hoger dan de benchmark. De benchmark is de normportefeuille die het bestuur voorafgaand aan een jaar vaststelt op grond waarvan de beleggingsprestaties worden beoordeeld. Inclusief de afdekkingportefeuilles, voornamelijk bestaand uit nominale rente swaps en valutatermijncontracten, voor de ver- plichtingen (rente- en valutarisico) bedroeg het rendement 4,9%.

Rendementen eerste half jaar 2010 in procenten:

BelRendementen1steHalfjaar2010.jpg
Toelichting: de cijfers, afkomstig van de uitvoeringsorganisatie zijn voorlopige cijfers, deels gebaseerd op schattingen en niet gecontroleerd door de accountant en de externe actuaris.

De samenstelling van de beleggingsportefeuille per 30 juni 2010 was als volgt:

SamenstellingVermogen2010.jpg
Toelichting: het bestuur heeft ervoor gekozen om gezien de korte termijnrisicoâs, minder snel naar de langetermijnmix toe te groeien. Op langetermijn wil het bestuur 1/3 van het vermogen beleggen in aandelen,
1/3 in vastrentende waarden en 1/3 in alternatieve beleggingen en vastgoed. Daarnaast wordt het renterisico (gedeeltelijk) en het valutarisico volledig afgedekt. Eind juni was 60% van het renterisico afgedekt. Het fonds beschikt zo over een beleggings- portefeuille waar meer zekerheid is ingebouwd maar waarin ook voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen profiteren van zich herstellende markten.

Het bestuur heeft de toezichthouder laten weten dat de dekkingsgraad in het tweede kwartaal onder het vereiste minimumniveau van ongeveer 105% is uitgekomen. Eind maart was PGB juist voor de derde keer in successie aan het einde van een kwartaal boven de kritische grens van 105% uitgekomen. Op grond daarvan was het kortetermijnherstelplan ingetrokken. De directe dreiging van aanvullende herstelmaatregelen, waaronder de korting van pensioenen, was daardoor van tafel. Die dreiging is nu weer terug. De toezichthouder heeft aangegeven dat fondsen die op grond van hun financiële positie uit herstel waren, maar nu weer in een tekort- positie terecht zijn gekomen, geen nieuw plan hoeven op te stellen als de omstandigheden niet ingrijpend zijn veranderd. Het kortetermijnherstelplan dat PGB in 2009 opstelde, is daardoor weer van toepassing. In dat door DNB goedgekeurde plan is aangegeven met welke maatregelen het fonds haar vermogen weer op het gewenste peil denkt te brengen. De dekkingsgraad ligt nu een fractie onder de uitgezette lijn in het herstelplan.

Verantwoord beleggen
PGB houdt bij de vaststelling en de uitvoering van haar beleggingsbeleid niet alleen rekening met de financiële aspecten bij bedrijven. Het let ook op het sociale beleid, de kwaliteit van het bestuur en de manier waarop bedrijven omgaan met het milieu. Het fonds streeft naar een goed, stabiel en verantwoord rendement. Maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) is bij PGB uitgewerkt in de vorm van uitsluitingsbeleid, best-in-class-beleid, duurzaamheidsfinanciering, stemgedrag en engagement. De portefeuille van PGB voldoet aan de uitgezette MVB-richtlijnen.

In het kader van uitsluitingsbeleid worden bedrijven geweerd als zij niet voldoen aan de door het fonds gehanteerde duurzaamheidscriteria. Dat zijn de tien Principes van de Verenigde Naties aangevuld met het verbod op beleggingen in controversiële wapens. De beleggingsportefeuille wordt ieder kwartaal nagelopen op grond van deze uitgangspunten. Het fonds maakt daarbij gebruik van de diensten van Sustainalytics. In de eerste helft van 2010 zijn wereldwijd 53 bedrijven op grond van hun score van het PGBâs aandelenuniversum uitgesloten. Op één uitzondering na zijn deze bedrijven, indien aanwezig in de beleggingsportefeuille, verwijderd. PGB geeft haar stemgedrag tijdens algemene aandeelhoudersvergaderingen bij Nederlandse en Europese ondernemingen en haar activiteiten in het kader van engagement weer via haar website. Het fonds heeft momenteel ongeveer 2% van haar belegd vermogen ondergebracht in best-in-class- en duurzaamheidsinvesteringen.

Beleid en bestuur
PGB is in de eerste helft van 2010 van start gegaan met âReset 2010â, een project om het bestuur verder te professionaliseren en het balans- en vermogensbeheer te versterken. Aanleiding is de interne evaluatie van de financieel-economische crisis en de aanbevelingen van de Commissie Frijns, de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, Goudswaard en DNB. Onder de naam âReset 2010â wordt de bedrijfsvoering van het pensioenfonds afgestemd op de veranderde omgeving. Het bestuur gaat meer nadruk leggen op de aansturing van het pensioenfonds als financiële instelling. Tot nu toe stond vooral de uitvoering van de pensioenregeling centraal. De belangrijkste wijzigingen zijn het aantrekken van twee externe deskundigen binnen het bestuur op het gebied van vermogensbeheer en risicomanagement en het instellen van een bestuurs- bureau ter vergroting van de capaciteit van het bestuur en het monitoren van de uitvoering. Daarnaast worden het beleggingsbeleid en het risicobeheer voor wat betreft consistentie, complexiteit en risicoâs daar waar nodig aangepast. De voorgenomen besluiten en beleidskeuzes voor de toekomst zullen in de tweede helft van 2010 ter advisering en oordeelsvorming aan de Deelnemersraad c.q. het Verantwoordingsorgaan worden voorgelegd.

Ontwikkeling klanten
De kredietcrisis blijft niet beperkt tot de financiële markten. Het laat ook zijn sporen na in de ontwikkeling van de Nederlandse economie. De werkgelegenheid in de sectoren waarvoor PGB de pensioenregeling verzorgt, loopt sterk terug. Het aantal premiebetalende werknemers nam in het eerste halfjaar af met 5,5%. PGB kon de daling opvangen door de toetreding van het pensioenfonds Wegener. Het aantal deelnemers nam, inclusief de pensioengerechtigden, toe met 5,3%.

PGB wil verder in overleg met sociale partners en in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakfondsen in de media keten uiteindelijk komen tot één overkoepelend pensioenfonds.