Gemeente Eindhoven

Burgemeester roept politiek op snel te komen met wetgeving

Burgemeester Van Gijzel van Eindhoven roept kabinet en parlement op nu echt snel met nieuwe wetgeving te komen om de toezichtsimpasse, die nu dreigt te ontstaan, in de toekomst te voorkomen. Deze wetgeving is er nog niet, ondanks de aankondiging van het kabinet eind vorig jaar dat de wetgeving binnen drie maanden gerealiseerd zou zijn.

Daarnaast hoopt de burgemeester dat de Hoge Raad snel uitspraak doet, zodat effectief toezicht op Van der V. op korte termijn alsnog kan worden geëffectueerd. Dit stelt de burgemeester in een eerste reactie naar aanleiding van de uitspraak van de bestuursrechter van donderdag 5 augustus.

De bestuursrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch deed uitspraak in het beroep dat Sytze van der V. heeft aangespannen tegen de beslissing op bezwaar van de burgemeester van Eindhoven. In die beslissing heeft de burgemeester beargumenteerd waarom Sytze van der V. een gebiedsverbod opgelegd dient te krijgen voor Eindhoven. De rechter is van oordeel dat artikel 172 van de Gemeentewet weliswaar het uitvaardigen van een gebiedsverbod toelaat, maar dat het uitgevaardigde gebiedsverbod disproportioneel is in tijdsduur en gebiedsgrootte.

De gemeente Eindhoven zal de komende tijd gebruiken om de uitspraak van de rechter te bestuderen. Dit vonnis van de rechtbank maakt immers voor het eerst duidelijk dat een gebiedsverbod mogelijk is als duur en omvang helder beperkt zijn. De gemeente gaat bekijken of en welke stappen er verder worden gezet in bestuursrechtelijke zin.

Feitelijk betekent deze uitspraak niet dat er iets verandert aan de situatie rond Sytze van der V, omdat de kortgedingrechter de effectuering van het gebiedsverbod al eerder had opgeschort.

Strafrechtelijk traject

De gemeente hoopt dat de Hoge Raad spoedig uitspraak zal doen naar aanleiding van het tweede cassatieverzoek van Sytze van der V. in de strafrechtelijke zaak. Dit cassatieverzoek is gedaan naar aanleiding van de uitspraak van de Strafkamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 juni 2010.

Het gerechtshof herbevestigde toen de eerdere veroordeling en de strafmaat, een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar, waarbinnen Van der V. onder verplicht toezicht van de Reclassering staat. Door het ingediende tweede cassatieverzoek kan dat toezicht nog steeds niet worden uitgevoerd, omdat de uitspraak nog niet onherroepelijk is.