Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


Datum 9 augustus 2010 Uw referentie Betreft Kamervragen van de leden Bontes en Van Dijck 2010Z10336

Hierbij zend ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de
antwoorden op de Kamervragen van de leden Bontes en Van Dijck (PVV) over het bericht dat er in Brussel een voorstel is uitgelekt om zich met de pensioenstelsels in de lidstaten te gaan bemoeien.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Pagina 1 van 3





2010Z10336

Vragen van de leden van Bontes en van Dijck (beiden PVV) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht Datum dat er in Brussel een voorstel is uitgelekt om zich met de pensioenstelsels in de 9 augustus 2010

lidstaten te gaan bemoeien (ingezonden 1 juli 2010). Onze referentie AV/PB/2010/13717


1. Bent u bekend met het bericht "Brussels dips toe into pension reform debate"1?


2. Deelt u de mening dat elke Europese bemoeienis van het pensioenstelsel van individuele lidstaten volledig in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel en dus een directe aantasting is van de soevereiniteit? Zo nee waarom niet?


3. Hoe gaat u ervoor zorgen dat de Europese Unie geen enkele invloed krijgt in de werking en opbouw van het Nederlandse pensioenstelsel?

Antwoord op vraag 1

Ja.

Antwoord op de vragen 2 en 3

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 2 april jl. ben ik mede namens de Minister van Financiën ingegaan op het verzoek in de motie van het lid Omtzigt om alle Europese en internationale ontwikkelingen en mogelijke bedreigingen in kaart te brengen en aan te geven hoe het Nederlandse pensioenstelsel hiertegen kan worden beschermd (Kamerstukken II 2009/10, 31 990, nr 14).

In die brief heb ik onder meer aangegeven dat het Nederlandse stelsel van aanvullende pensioenen internationaal hoog aangeschreven staat en dat het kabinet bij discussies in internationaal verband op het terrein van pensioen de toereikendheid en de betaalbaarheid van het stelsel voorop stelt. Ik heb er daarbij op gewezen dat de buitenwereld op verschillende manieren invloed uitoefent op het pensioenstelsel. Daarbij is niet alleen sprake van mogelijke bedreigingen. Nieuwe ontwikkelingen op internationaal pensioengebied bieden ook kansen, niet alleen voor onze pensioenfondsen, verzekeraars en uitvoerders, maar ook voor het uitdragen van onze verworvenheden op dit gebied en om gemaakte keuzen met betrekking tot het Nederlandse stelsel opnieuw te toetsen aan
verander(en)de opvattingen.
Bij die discussies dient niet alleen te worden gelet op subsidiariteit; zij raken ook het vrije verkeer, de arbeidsparticipatie en de kredietwaardigheid van lidstaten.

In de brief van 2 april jl. is geconcludeerd dat op dit moment, met uitzondering van het dossier van de Internationale Boekhoudregels, geen sprake is van directe Europese en internationale bedreigingen op het terrein van de regelgeving ten aanzien van het Nederlandse pensioenstelsel. Tenslotte is in die brief erop gewezen dat op verschillende niveaus internationale ontwikkelingen gaande zijn die gevolgen kunnen hebben voor het Nederlandse pensioenstelsel, dat Nederland deze ontwikkelingen volgt en waar nodig en mogelijk zijn invloed aanwendt, en dat onze opvattingen over en ervaringen met pensioenregelingen in internationaal verband zwaar wegen.


1 http://www.euractiv.com/en/print/socialeurope/brussels-dips-toe-into-pension-reform- debate-news-495661
Pagina 2 van 3





Binnen deze context verwelkomt Nederland dat de Europese Commissie met het Groenboek Pensioenen, een discussiedocument, op 7 juli jl. het startsein heeft gegeven voor een openbaar debat in heel Europa over de wijze waarop adequate, Datum houdbare en zekere pensioenen kunnen worden gegarandeerd en hoe de EU de 9 augustus 2010

lidstaten daarbij kan helpen. Ik wijs er op dat het Groenboek uitdrukkelijk stelt Onze referentie dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor de inrichting van hun AV/PB/2010/13717

pensioenstelsels. De Europese Commissie wijst er tevens - terecht - op dat de lidstaten een antwoord moeten vinden op een aantal gemeenschappelijke
uitdagingen. Zo worden in alle lidstaten de bestaande pensioensystemen zwaar onder druk gezet door de vergrijzing; deze druk wordt nog verder vergroot door de financiële en economische crisis. In het Groenboek Pensioenen wordt een reeks vragen gesteld, en worden alle betrokken partijen uitgenodigd om oplossingen aan te dragen voor de wijze waarop de EU een bijdrage kan leveren aan de aanpak van de gemeenschappelijke uitdagingen.

In samenspraak met de pensioenkoepels en sociale partners wordt thans een kabinetsstandpunt terzake voorbereid. De reactietermijn op het Groenboek Pensioenen staat op 15 november a.s.. Conform de gebruikelijke procedure zal de kabinetsreactie op het Groenboek Pensioen aan het parlement worden gestuurd en het parlement in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren.

Pagina 3 van 3