Rijksvoorlichtingsdienst

Woensdag 11 juli 2010, nummer 51

Dit is een persbericht van de regionale toetsingscommissies euthanasie.

JAARVERSLAG TOETSINGSCOMMISSIES EUTHANASIE

De vijf regionale toetsingscommissies euthanasie hebben in 2009 2636 meldingen van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding ontvangen. Dit is een stijging van 13% ten opzichte van 2008. De stijging van het aantal meldingen die sinds 2006 is ingezet lijkt door te zetten.

In 2443 gevallen ging het om levensbeëindiging op verzoek (euthanasie), in 156 gevallen om hulp bij zelfdoding en 37 keer betrof het een combinatie van beide. Dit blijkt uit het jaarverslag over 2009 van de regionale toetsingscommissies euthanasie dat vandaag is gepubliceerd.

De toetsingscommissies oordeelden in bijna alle gevallen dat de arts overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld. In 2009 is in negen gevallen geoordeeld dat de arts niet volgens de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld. Deze zaken zijn doorgezonden aan het College van Procureurs-Generaal en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

De levensbeëindiging vond in 2117 gevallen thuis plaats, 170 keer in een ziekenhuis, 77 keer in een verpleeghuis, in 111 gevallen in een verzorgingshuis en 161 keer elders (bijvoorbeeld in een hospice of bij familie). In verreweg de meeste gevallen leden mensen aan kanker. Het aantal meldingen in 2009 ligt hoger dan in de voorgaande jaren (respectievelijk 2331 meldingen in 2008 en 2120 meldingen in 2007).

Er zijn vijf regionale toetsingscommissies. Elke commissie bestaat uit drie leden, namelijk een jurist, die tevens voorzitter is, een arts en een ethicus. Op 1 april 2002 is de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in werking getreden. De commissies toetsen of de arts al dan niet heeft gehandeld volgens de wettelijke zorgvuldigheidseisen. Zo moet er onder meer sprake zijn van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt. Ook moet de behandelend arts ten minste één onafhankelijk arts hebben geraadpleegd en moet de levensbeëindiging medisch zorgvuldig zijn uitgevoerd. De commissies brengen hun oordeel alleen ter kennis van het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg als de arts niet volgens de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld.


-o-o-o-

Noot voor redacties (