Rechtbank 's-Hertogenbosch


Langere overgangstermijn voor beëindigen hartklepinterventies

âs-Hertogenbosch, 12 augustus 2010 â Het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven mag bij wijze van een overgangsregeling tot en met 20 oktober 2010 transcatheter hartklepinterventies blijven uitvoeren. Dat heeft de bestuursrechter van de rechtbank âs-Hertogenbosch zojuist in een bestuursrechtelijk kort geding geoordeeld. Aan de vraag of de minister het ziekenhuis de vergunning terecht heeft geweigerd om deze interventies ook in de toekomst te mogen uitvoeren, komt de bestuursrechter in deze procedure niet toe.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wees op 20 juli jl. de vergunningaanvraag van het Catharina-ziekenhuis af om transcatheter hartklepinterventies (THI) te mogen blijven verrichten. Dat betekent dat het ziekenhuis geen THIâs meer mag uitvoeren. Het ziekenhuis tekende bezwaar aan tegen de beslissing en vroeg de bestuursrechter eveneens een voorlopige voorziening te treffen.

Volgens de minister mogen in maximaal vijf instellingen in Nederland THIâs worden verricht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft de minister geadviseerd welke vijf ziekenhuizen daarvoor het meest geschikt zijn. In die ranglijst stond het Catharina-ziekenhuis op plek 6. Het ziekenhuis kreeg dus geen vergunning.

Het ziekenhuis vroeg de bestuursrechter te oordelen over de weigering van de vergunning. De bestuursrechter doet dat niet, aangezien nog niet duidelijk is welke bezwaargronden het ziekenhuis nog meer zal aanvoeren in de bezwaarprocedure tegen de minister. Bovendien gaat het om een complexe materie waarvoor gedegen onderzoek nodig is en daarvoor is geen tijd in een kort gedingprocedure.

Overgangstermijn
Ten aanzien van de overgangstermijn oordeelt de rechter dat die moet worden verlengd. De minister had de overgangstermijn eerst gesteld op 1 augustus en later verlengd tot 15 augustus 2010. De bestuursrechter vindt een overgangstermijn van nog geen vier weken echter niet redelijk. Het ziekenhuis wist op 21 juli dat ze geen vergunning zou krijgen en kon vanaf toen pas het patiëntenbestand gaan overdragen. Volgens de rechter stelt het ziekenhuis terecht dat de minister niet heeft gemotiveerd waarom hij voor deze korte termijn heeft gekozen. Daarmee is het verlengingsbesluit van de minister onrechtmatig.

Tijdens de zitting bleek dat de minister niet weet hoeveel patiënten al op de wachtlijst stonden voor een THI in het Eindhovense ziekenhuis. Daarom is niet duidelijk of voor patiënten onaanvaardbare wachttijden zullen ontstaan als ze moeten worden overgebracht naar een ziekenhuis dat wel een vergunning voor de ingreep kreeg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft geadviseerd een plan op te stellen voor de overgangssituatie. Het ligt volgens de bestuursrechter op de weg van de minister om te controleren of is gewaarborgd dat de betrokken patiënten tijdig worden behandeld. De minister heeft dat niet gedaan. Het ontbreken van een plan klemt volgens de bestuursrechter temeer omdat het gaat om ernstig zieke patiënten. Het Catharina-ziekenhuis heeft gesteld dat als behandeling uitblijft ongeveer de helft van deze patiënten na enkele maanden zal overlijden. De minister heeft dit niet betwist.

De minister heeft aangegeven geen ruimere overgangstermijn te willen omdat hij het van belang acht dat de THIâs zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd door de vijf ziekenhuizen die op dit gebied de beste kwaliteit leveren. Volgens de bestuursrechter is daarmee echter niet gezegd dat een wat ruimere overgangsregeling uit een oogpunt van kwaliteit onaanvaardbaar zou zijn. De bestuursrechter neemt hierbij in aanmerking dat het Catharina-ziekenhuis al enige tijd THIâs uitvoert, dat het Catharina-ziekenhuis volgens het advies van de Inspectie de zesde plaats inneemt op de ranglijst van kwalitatief goede zorg bij THIâs en dat de minister op de zitting heeft aangegeven dat het van belang is respect tot uiting te brengen voor de zorg die het Catharina-ziekenhuis levert.

De bestuursrechter oordeelt dat het Catharina-ziekenhuis een wat langere overgangstermijn krijgt om de transcatheter hartklepinterventies af te bouwen en haar patiënten over te dragen aan de vergunninghoudende ziekenhuizen. Het ziekenhuis heeft tijdens de zitting van 5 augustus aangegeven dat 20 van haar patiënten een THI zouden moeten ondergaan en dat zij acht THIâs per maand kan uitvoeren. Gelet hierop verlengt de voorzieningenrechter de overgangstermijn tot drie maanden na de dag van bekendmaking van de weigering van de vergunning. De overgangstermijn duurt dus van 21 juli 2010 tot en met 20 oktober 2010.

LJ Nummer

BN3854

Bron: Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum actualiteit: 12 augustus 2010 Naar boven