Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht 12 augustus 2010

let op: Science embargo tot 12 augustus 2010, 20.00 uur vanwege wetenschappelijke publicatie

Wie-eet-wie ecologische netwerken werken anders dan wie-bestuift-wie netwerken

Ecologische netwerken die gebaseerd zijn op 'wie eet wie', werken anders dan 'wie helpt wie' netwerken. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University, Imperial College London en het Franse Muséum National d'Histoire Naturelle dat 13 augustus gepubliceerd wordt in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Een zogenoemd trofisch netwerk, zoals van insecten en planten (wie-eet-wie), is vooral stabiel als het netwerk verdeeld is in onderdelen die elkaar nauwelijks beïnvloeden. Een 'mutualistisch' netwerk van insecten en planten (wie-bestuift-wie) is vooral stabiel als het netwerk een hiërarchische structuur heeft, waarbij de onderdelen juist wél met elkaar in verbinding staan. Deze resultaten betekenen een doorbraak in het onderzoek naar het functioneren en de stabiliteit van ecosystemen in de natuur en in de landbouw..

Ecologische netwerken beschrijven de relatie tussen de soorten binnen een ecosysteem. Voorbeelden van die relaties zijn 'wie eet wie' en 'wie bestuift wie'. Een netwerk dat de 'wie-eet-wie' relaties aangeeft, wordt ook wel van een trofisch netwerk genoemd. Een netwerk met relaties waarbij van een gemeenschappelijk belang sprake is, zoals bij 'wie-bestuift-wie', wordt een mutualistisch netwerk genoemd.

De opbouw van een ecologisch netwerk, de architectuur, beschrijft de plaats en de ordening van de soorten in het netwerk. Die architectuur is gecompartimenteerd als het netwerk is opgebouwd uit onderdelen waarbij de interactie bínnen de onderdelen sterker is dan tússen de onderdelen. Een netwerk met een hiërarchische, oftewel geneste, structuur is opgebouwd, vanuit een groep generalistische soorten, bijvoorbeeld insecten die veel verschillende soorten planten kunnen eten, met daaromheen meer gespecialiseerde soorten.

Veel ecologisch onderzoek concentreert zich op een netwerk met slechts één soort relatie, zoals een trofisch netwerk. De onderzoekers publiceren nu een studie waarbij ze trofische en mutualistische netwerken met elkaar vergeleken hebben, en onderzochten op welke manier de architectuur van een ecologisch netwerk de stabiliteit van het ecosysteem beïnvloedt. Daarvoor gebruikten ze zowel computermodellen als uitgebreide waarnemingen aan ecologische netwerken in de natuur.

De onderzoekers stelden vast dat trofische en mutualistische netwerken verschillen in hun optimale architectuur. Trofische netwerken zijn het meest stabiel als ze gecompartimenteerd zijn, terwijl een geneste architectuur juist mutualistische netwerken stabiliseert.

De resultaten betekenen een doorbraak voor het onderzoek naar het functioneren en de stabilteit van ecosystemen in de natuur en in de landbouw. Zo wordt het beter mogelijk om via onderzoek verschillende soorten ecologische netwerken met elkaar tot één groot netwerk te combineren en te onderzoeken wat de effecten van de verschillende deelnetwerken zijn op de stabiliteit van totale ecosystemen. Daarmee kan beter inzicht verkregen worden in de wijze waarop omgevingsfactoren inwerken op netwerken en ecosystemen, in de natuur en in de landbouw.


---
Noot voor de reactie:
Let op het embargo vanwege wetenschappelijke publicatie Verdere informatie: Erik Toussaint, 06 51 56 59 49

Figuur van een stabiel trofisch netwerk (wie eet wie), dat opgesplitst is in onderdelen die elkaar onderling niet beïnvloeden en een stabiel mutualistisch netwerk met een geneste architectuur: http://picasaweb.google.nl/erik.toussaint.wur.nl/EcologischeNetwerken#

Zie ook:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Voedselpiramide#De_trofisch_niveaus http://nl.wikipedia.org/wiki/Mutualisme

Wageningen University is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is 'To explore the potential of nature to improve the quality of life'. Binnen Wageningen UR bundelen negen gespecialiseerde en meer toegepaste onderzoeksinstituten, Wageningen University en hogeschool Van Hall Larenstein hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 40 vestigingen (in Nederland, Brazilië en China), 6500 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de vooraanstaande kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen natuurwetenschappelijke, technologische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vormen het hart van de Wageningen Aanpak.